Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0738/JB, 13 juli 2005, beroep
Uitspraakdatum:13-07-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/738/JB

Betreft: [klager] datum: 13 juli 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 78, eerste lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R.P.Zwarts, namens

[...], geboren op 3 juli 1989, verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 14 maart 2005 van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 25 mei 2005, gehouden in de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) Den Engh te Den Dolder zijn gehoord klager, en de selectiefunctionaris [...].
De raadsman van klager, mr. R.P. Zwarts, heeft schriftelijk bericht te zijn verhinderd ter zitting aanwezig te zijn.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager, gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de behandelinrichting Den Engh te Den Dolder, niet-ontvankelijk verklaard.

2. De feiten
Klager is onder toezicht gesteld van de gezinsvoogdij-instelling William Schrikker Jeugdbescherming te Amsterdam.
Bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak d.d. 9 maart 2005 is deze gezinsvoogdij-instelling gemachtigd tot uithuisplaatsing van klager voor de duur van de ondertoezichtstelling, welke op 9 februari 2005 is verlengd. De machtigingis bedoeld voor plaatsing op een normaal beveiligde afdeling van een justitiële jeugdinrichting.

Klager verbleef in de opvanginrichting Rentray te Lelystad.
Hij is geselecteerd voor de normaal beveiligde LVG-afdeling van de behandelinrichting Den Engh. Op 24 mei 2005 is hij geplaatst in de dependance van Den Engh te Ossendrecht.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn bezwaar door de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris heeft klager ten onrechte wegens te laat indienen van het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. De selectiefunctionaris had op grond van artikel 66, vijfde lid, Bjj moeten nagaan of klager in verzuim isgeweest. Dat is namelijk niet het geval, nu onduidelijk is wanneer klager de aan de inrichting gezonden beslissing heeft ontvangen en de selectiefunctionaris geen beslissing aan de raadsman heeft gezonden, hoewel deze bekend wasblijkens de beschikking uithuisplaatsing. Klager is licht verstandelijk gehandicapt en wist niet wat hij tegen die beslissing kon doen. Nadat zijn raadsman telefonisch van klager had vernomen dat hij zou worden geplaatst in Den Enghen op 18 maart 2005 een kopie van de beslissing via klagers mentor had ontvangen, heeft hij op 24 maart 2005 bezwaar ingediend.
Klager dient derhalve te worden ontvangen in zijn bezwaar. Dit bezwaar dient gegrond te worden verklaard. Klager heeft in 2004 in Rentray te Rekken verbleven, eerst gesloten en later besloten. In verband met de sfeer en bedreigingdoor andere jongens is hij van Rentray weggelopen. Hij heeft toen met instemming van Rentray een jaar thuis verbleven. Na ruzie met zijn moeder is hij vervolgens in Rentray te Lelystad geplaatst. Hij kan niet overweg met zijngezinsvoogd, die niets voor hem geregeld heeft, zelfs zijn school niet. Door zijn gezinsvoogd zit hij nu in Den Engh. Hij heeft het daar niet naar zijn zin en wil weg. Hij heeft in Lelystad diploma’s behaald, maar dat ligt nu stil.Hij heeft al zijn spullen moeten afgeven en mag drie maanden lang zijn ouders niet zien. Het regime is te streng en hij moet in een stom uniform lopen. Hij mag daar niet zingen, zoals hij dat in Rekken wel mocht. Hij zingt graaghollandstalige liedjes op feestjes of voor gehandicapten en ouderen. Klager wil het liefst naar huis, maar als dat niet mogelijk is wil hij naar Rentray in Rekken. Hij kent die inrichting, weet heel goed wat daar wel en niet mag.Ook de inrichting kent hem, zodat hij niet nader onderzocht hoeft te worden. Ook wil hij wel naar Rentray in Eefde.
Het is zijn raadsman bekend dat bij Rentray geen sprake meer is van forse wachtlijsten en dat twee jongeren op zeer korte termijn aldaar geplaatst konden worden.

De selectiefunctionaris heeft de beslissing tot niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar als volgt toegelicht.
Blijkens navraag is de plaatsingsbeslissing op 15 maart 2005 in Rentray te Eefde aangekomen en doorgezonden naar Rentray te Lelystad. De beslissing is daar op 16 maart 2005 gearriveerd en die dag aan klager uitgereikt. Er was geenraadsman van klager bekend. Op de van de gezinsvoogd ontvangen machtiging stond niet de naam van de heer Zwarts als raadsman, maar een andere naam vermeld, zonder adres erbij. Het is voor de selectiefunctionaris niet doenlijk om bijalle beschikkingen de adressen te gaan nazoeken. Alleen als een advocaat bekend is en aangeeft dat hij op de hoogte gebracht wil worden, wordt hem een kopie van de beslissing gestuurd. Een kopie van de beslissing wordt altijdgestuurd naar de jeugdige, zijn gezinsvoogd, ouders en de inrichting van verblijf. Het bezwaar had uiterlijk 23 maart 2005 ingediend moeten zijn, maar dateert van 24 maart 2005 en is op 25 maart 2005 door de selectiefunctionarisontvangen. Het bezwaar is terecht niet-ontvankelijk verklaard.
Inhoudelijk geldt dat klager gezien zijn verstandelijke capaciteiten is aangewezen op de landelijke LVG-voorzieningen. Voor de LVG-groep van Rentray bestaat een wachtlijst van minstens een jaar. Om die reden is klager, metinstemming van de gezinsvoogd, op 14 maart 2005 aangemeld voor Den Engh en op de wachtlijst van die inrichting geplaatst. Onduidelijk is op basis van welke gegevens de raadsman stelt dat er geen sprake is van lange wachtlijsten voorRentray. Verwezen wordt naar de geanonimiseerde, overgelegde wachtlijst voor de LVG-groepen van Rentray (behandelgroepen te Rekken en Lelystad; Eefde is bestemd voor normaal begaafde jongeren), waar klager niet op staat vermeld.Opname van klager aldaar zou naar verwachting niet eerder dan in december 2005 kunnen plaatsvinden.

4. De beoordeling
Ten aanzien van de ontvankelijkheid overweegt de beroepscommissie het volgende.
Een redelijke toepassing van artikel 77 Bjj brengt mee dat ook beroep kan worden ingesteld tegen de beslissing van de selectiefunctionaris op het bezwaarschrift indien deze beslissing een niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaarinhoudt.
Vast staat dat sprake is van een (geringe) termijnoverschrijding van twee dagen. Uit het door de selectiefunctionaris verstrekte mailbericht van 29 maart 2005 blijkt dat na de uitreiking van de plaatingsbeslissing aan klagervertraging is opgetreden, omdat klager niet wist hoe hij daartegen bezwaar moest indienen, alsmede dat er enige tijd overheen is gegaan, voordat het klager na bespreking met anderen duidelijk was geworden wat de juiste route voorhet indienen van bezwaar was.
Gelet hierop en op de omstandigheid dat klager licht verstandelijk gehandicapt is, is de beroepscommissie van oordeel dat de selectiefunctionaris redelijkerwijs niet had kunnen oordelen dat klager bij het indienen van bezwaar inverzuim is geweest. Klager had derhalve door de selectiefunctionaris in zijn bezwaar moeten worden ontvangen.
Om die reden kan de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar niet in stand blijven en zal het beroep in zoverre gegrond worden verklaard.

Om proces-economische redenen zal de beroepscommissie de selectiefunctionaris niet opdragen een nieuwe beslissing op het bezwaar te nemen, maar het bezwaar zelf inhoudelijk beoordelen.

Klager is uit huis geplaatst. Hiervoor zijn de behandelinrichtingen bestemd.
De rechtbank heeft geadviseerd tot plaatsing van klager in een normaal beveiligde justitiële jeugdinrichting.
De Minister heeft de behandelinrichtingen Den Engh en Rentray bestemd voor de onderbrenging van jeugdigen die op grond van hun geestelijke ontwikkeling een bijzondere behandeling nodig hebben, zoals bedoeld in artikel 15 Bjj.
Vanwege de wachtlijst voor de LVG-afdelingen van Rentray heeft de selectiefunctionaris, met instemming van klagers gezinsvoogd, beslist klager te plaatsen in Den Engh, welke plaatsing inmiddels heeft plaatsgevonden.
De selectiefunctionaris heeft ter zitting aannemelijk gemaakt dat de wachtlijst voor plaatsing in een LVG-groep van Rentray fors is en dat plaatsing aldaar van klager naar verwachting niet eerder dan in december 2005 zou kunnenplaatsvinden.

Gelet op het voorgaande komt de beroepscommissie tot het oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet onredelijk of onbillijk kan worden genoemd. Het bezwaar zaldan ook ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, voor zover gericht tegen de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar, vernietigt de beslissing van de selectiefunctionaris op het bezwaar, verklaart klager alsnog ontvankelijk inzijn bezwaar en verklaart dit bezwaar ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. J.A.C. Bartels, voorzitter, mr. D.A. Flinterman en prof. dr. N.W. Slot, leden, bijgestaan door mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 13 juli 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven