Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1341/GV, 15 juli 2005, beroep
Uitspraakdatum:15-07-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/1341/GV

betreft: [klager] datum: 15 juli 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een op 13 juni 2005 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klaagster om haar beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klaagsters verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klaagster heeft aangevoerd dat haar verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting ten onrechte is afgewezen. Dit heeft zij als volgt toegelicht. Klaagster heeft eerder verlof gehad. Toen mocht zij onder begeleiding deinrichting verlaten. Aan klaagster was toegezegd dat zij algemeen verlof zou krijgen mits het begeleid verlof goed zou verlopen en haar gedrag geen aanleiding zou geven voor een afwijzing.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klaagster heeft meerdere detenties ondergaan en steeds weer zijn daarbij de aan haar geboden vrijheden misbruikt. Omdat zij meerdere malen ontvlucht is geweest tijdens detentie, heeft de selectiefunctionaris geen vertrouwen in hetgoede verloop van het verlof. Bij de eerdere afwijzing van een aanvraag om algemeen verlof is aangegeven dat zij in aanmerking kon komen voor algemeen verlof indien een begeleid verlof goed zou verlopen en de inrichting daarnaastpositief zou adviseren met betrekking tot die verlofaanvraag. Het begeleid verlof is weliswaar positief verlopen maar de inrichting heeft een negatief advies uitgebracht.

Op klaagsters verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de locatie Zwolle heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. Omdat klaagster niet behandeld is voor haar verslavingsproblematiek is een onbegeleid verlof van 60 uren in de ogen van de directeuronverantwoord.

3.
De beoordeling
Klaagster ondergaat een gevangenisstraf van 24 maanden met aftrek, wegens – kortweg – gekwalificeerde diefstal met geweld. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 27 juli 2005. Aansluitend dient zij eventueeleen subsidiaire hechtenis van 10 dagen te ondergaan.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klaagsters vierde verlofaanvraag. Zij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

Blijkens het advies van de directeur van de locatie Zwolle heeft klaagster tijdens eerdere detenties meerdere malen misbruik gemaakt van de haar toen geboden vrijheden. Zo zijn de misdrijven waarvoor zij thans een gevangenisstrafondergaat, gepleegd na een ontvluchting tijdens een schorsing van een voorlopige hechtenis voor het houden van een intakegesprek bij een afkickkliniek. Thans heeft klaagster éénmaal begeleid verlof gehad voor het voeren van eenintakegesprek bij het IMC te Zutphen, met het doel opname in die kliniek na afloop van klaagsters detentie.
De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheden een forse contra-indicatie vormen voor verlofverlening en dat deze een afwijzing van klaagsters verlofaanvraag rechtvaardigen. Daarom is de beslissing van de Ministerniet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder a, b en d van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (van 24 december1998, nr. 733726/98/DJI), evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 15 juli 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven