Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0726/GA, 13 juli 2005, beroep
Uitspraakdatum:13-07-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/726/GA

betreft: [klager] datum: 13 juli 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C.F. Wassenaar, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 25 maart 2005 van de beklagcommissie bij de gevangenis De IJssel te Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 20 juni 2005, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. C.F. Wassenaar, en [...], unit-directeur bij de gevangenis De IJssel.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de afwijzing van klagers eerste verzoek tot algemeen verlof.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De directeur heeft klagers verzoek afgewezen in verband met het negatieve advies van politie en het openbaar ministerie, maar hier valt op af te dingen. Volgens de politie gaf klager leiding aan een criminele organisatie, maar ditis niet juist. Klager is veroordeeld voor lidmaatschap van een criminele organisatie. Het openbaar ministerie spreekt van gevaar voor recidive, omdat klager eerder een soortgelijk delict heeft gepleegd, maar dit was in de jarenzeventig. Klager heeft zich 25 jaar onthouden van strafbaar gedrag. De directeur is voorbijgegaan aan het positieve advies van de reclassering. De directeur had, gelet op klagers goede gedrag in de inrichting, aan de negatieveadviezen voorbij moeten gaan.
Gedetineerden, die voor dezelfde feiten zijn veroordeeld, hebben wel verlof gekregen en klager niet.

De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Bij de beslissing van de directeur is rekening gehouden met de inhoud van de negatieve adviezen van politie en het openbaar ministerie. Het risico van verlofverlening wordt daarbij ingeschat en te groot bevonden. Op klagers gedragin de inrichting is niets aan te merken.

3. De beoordeling
In artikel 17, eerste lid aanhef en onder b., Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting is bepaald dat de Minister beslist over een eerste verzoek om algemeen verlof, indien het openbaar ministerie, al dan niet verplichtgeraadpleegd, anders dan de directeur van de inrichting van mening is dat het verlof niet moet worden verleend.

Uit het bij de stukken gevoegde reclasseringsrapport van 28 oktober 2004 blijkt dat de inrichting het initiatief heeft genomen om de reclassering te laten adviseren over klagers mogelijke deelname aan een penitentiairprogramma/elektronisch toezicht.
Uit dit gegeven en ook uit de verklaring van de directeur ter zitting met betrekking tot klagers positieve gedrag in de inrichting kan worden afgeleid dat de inrichting van oordeel was dat klager voor nog verdergaande vrijheden danverlof in aanmerking zou komen.
De directeur heeft zelf geen enkele contra-indicatie tegen het verlenen van verlof naar voren gebracht.

Gelet op het voorvermelde had de directeur het verzoek van klager ter verdere beoordeling en beslissing moeten doorsturen aan de Minister en is de beslissing van de directeur om het verzoek zelf af te wijzen in strijd met de wet. Deberoepscommissie zal het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren en aan klager een tegemoetkoming toekennen van € 10,=.

De beroepscommissie zal de stukken in handen stellen van de Minister teneinde deze te laten beslissen op het verzoek tot algemeen verlof.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij vernietigt de beslissing waarover is geklaagd en stelt de stukken in handen van de Minister teneinde te beslissen op het verzoek om algemeen verlof.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.R. Meijeringh en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 13 juli 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven