Nummer: 05/1107/GB
Betreft: [klager] datum: 7 juli 2005
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klaagster,
gericht tegen een op 26 april 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klaagster gericht tegen de beslissing haar over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) voor vrouwen Zwolle ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klaagster is sedert 26 april 2004 gedetineerd. Zij verbleef als preventief gehechte in de locatie Nieuwersluis, een h.v.b. voor vrouwen. Op 8 april 2005 is zij overgeplaatst naar het h.v.b. voor vrouwen Zwolle.
3. De standpunten
3.1. Door klaagster is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klaagster voert aan dat de inrichting haar door een vooropgezette roddel heeft laten overplaatsen naar Zwolle. De reden voor haar overplaatsing is dat zij advies zou geven aan het personeel over bankzaken en hypotheken. Het is doorde beveiliging onderzocht. Gebleken is dat er geen advies in haar cel was gevonden. Zodoende klopte hetgeen zij had verteld aan de beveiliging, namelijk dat er geen sprake is geweest van financiële adviezen. Tijdens het luchtenheeft klaagster wel eens in het algemeen gesproken over hoe banken soms teveel eisen stellen enzovoort.
Door de overplaatsing komt de verdediging in de strafzaak van klaagster in gevaar, want haar advocaat kan in Zwolle minder vaak langskomen dan in Nieuwersluis.
Een roddel van haar celgenote in Zwolle en de onjuiste informatie uit Nieuwersluis hebben ertoe geleid dat klaagster vijf dagen in de isoleercel werd geplaatst.
Zowel het personeel als de medegedetineerden waren in hun sas met klaagster, aangezien zij menig opstootje heeft voorkomen en behulpzaam is geweest bij een ongeluk waarbij een medegedetineerde haar vinger verloor. Zelfs hetpersoneel is het met klaagster eens dat haar overplaatsing onterecht is.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De directie van de locatie Nieuwersluis heeft op 6 april 2005 een overplaatsingsverzoek ingediend omtrent klaagster. Dit voorstel was gebaseerd op het feit dat klaagster zakelijke en financiële adviezen gaf aan p.i.w.-ers over onderandere hypotheken en bankzaken, waardoor zij reacties uitlokte als gevolg waarvan de professionele relatie tussen haar en de p.i.w.-ers ernstig verstoord raakte. Klaagster heeft volgens de rapportage een eigen bedrijf in hetbankwezen en noemt zichzelf financieel adviseur. Op grond van het voorgaande heeft de selectiefunctionaris de selectiebeslissing genomen klaagster over te plaatsen naar het h.v.b. voor vrouwen Zwolle, omdat een ongestoordetenuitvoerlegging van de detentie ten opzichte van klaagster niet meer mogelijk was in de locatie Nieuwersluis.
Klaagster voert in haar beroepschrift aan dat er een spelletje met haar zou worden gespeeld. De selectiefunctionaris is evenwel van mening dat de verklaringen van het personeel, welke ambtsedig zijn opgemaakt, betrouwbaar kunnenworden geacht.
4. De beoordeling
4.1. Klaagster behoort, gelet op haar status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. De beroepscommissie overweegt dat uit de beschikbare stukken naar voren komt dat door het gedrag van klaagster, namelijk het geven van zakelijke en financiële adviezen aan personeel, de professionele verhouding met hetpersoneel zodanig is verstoord dat overplaatsing noodzakelijk is. Gelet op het vorenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle inaanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. de Greef, secretaris, op 7 juli 2005.
secretaris voorzitter