Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0230/GA, 5 juli 2005, beroep
Uitspraakdatum:05-07-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Post  v

Uitspraak

nummer: 05/230/GA tussenbeslissing

betreft: [klager] datum: 5 juli 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie De Schie te Rotterdam,

gericht tegen een uitspraak van 27 januari 2005 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 april 2005, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. M. Ferschtman, en [...], unit-directeur van voormelde locatie,bijgestaan door [...], van de Dienst Justitiële Inrichtingen van het Ministerie van Justitie. Naar aanleiding van de ter zitting uitgewisselde stukken zijn klager en de directeur in de gelegenheid gesteld hierop nader schriftelijkte reageren. Op 13 april 2005 is van klager een schriftelijke reactie ontvangen. De directeur heeft niet gereageerd.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet uitreiken van een poststuk, te weten het blad “Ekmek ve Adalet”, verder te noemen “Adalet”.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
Door en namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het blad heeft volgens de directeur een propagandistisch, opruiend en revolutionair karakter. Deze propaganda isgericht op het werven van leden ten behoeve van terrorisme en is gericht op racisme tegen bepaalde maatschappelijke groepen met een niet-islamitische levensovertuiging. Aangezien binnen een inrichting personen uit verschillendegroepen aanwezig zijn, kan het uitreiken van dergelijke poststukken voor een enorme onrust zorgen. De directeur heeft het blad geweigerd met het oog op de orde en de veiligheid binnen de inrichting. Voor toepassing van artikel 36Pbw is een concrete aanleiding niet noodzakelijk. Ook in geval van preventie kan de directeur besluiten een poststuk niet uit te reiken. Men hoeft niet te wachten tot er daadwerkelijk iets gebeurt. De directeur heeft navraag gedaanbij de Turkse ambassade. Dit leidde tot de informatie dat het blad Adalet aangemerkt wordt als vertolker van de gezichtspunten van de terroristische organisatie DHKP/R. Ter zitting wordt door de directeur een e-mailbericht van deTurkse ambassade overgelegd.
Klager heeft enige maanden het blad ontvangen. In deze periode heeft de directeur geen
geluiden ontvangen die wijzen op onrust onder medegedetineerden. Door het Turkse
personeel van de inrichting is de inhoud van de in de Turkse taal geschreven artikelen in
Adalet vertaald. Namens de directeur wordt door [A] het volgende toegevoegd.
De beslissing om het blad niet door een beëdigd vertaler te laten vertalen is gelegen in de
hoge kosten ( € 10.000,=) die aan de vertaling zijn verbonden. Uit de door het personeel
verzorgde vertaling onstond het vermoeden dat Adalet opruiende teksten bevat. Ter zitting
wordt een exemplaar van Adalet overgelegd alsmede de vertaling verzorgd door het
personeel. Uit telefonische informatie van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheids
Dienst (AIVD) is gebleken dat het blad Adalet wordt uitgegeven door DHKP/C, een
Turkse marxistische organisatie. De AIVD houdt DHKP/C verantwoordelijk voor
aanslagen. De Europese Unie heeft DHKP/C opgenomen in een zogenaamde
“bevriezingslijst” van terroristische organisaties. Deze lijst is niet alleen voor het
bevriezen van de financiële gelden van deze organisaties, maar is ook bedoeld om de
activiteiten van de organisaties aan banden te leggen. Verwezen wordt naar de antwoorden
op Kamervragen over een verbod op terroristen van de Turkse organisatie DHKP/C, de
Nota van Wijziging bij het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 24 april 1986 te
Straatsburg totstandgekomen Europees Verdrag inzake de erkenning van de
rechtspersoonlijkheid van internationale niet-gouvernementele organisaties (Kamerstuk II,
2004-2005, 28764, nr. 6) en de bijlage bij het Gemeenschappelijk Standpunt nr 2001/931
van de Raad van de Europese Unie. Het betreffende wetsvoorstel waarbij het DHKP/C
verboden wordt, is nog niet in werking getreden. De directeur heeft evenwel hierop willen
anticiperen. Aangezien ook in detentie recrutering voor terrorisme plaatsvindt, gaat het
blad Adalet te ver.

Namens klager wordt in beroep door zijn raadsman, mr. Ferschtman, een pleitnotitie
overgelegd. Een afschrift van die pleitnotitie is aan deze uitspraak gehecht en de inhoud
daarvan geldt als hier ingelast. Namens klager wordt betoogd dat er weliswaar een formele
wettelijke grondslag bestaat om een poststuk niet aan klager uit te reiken, de beslissing van
de directeur is echter niet “noodzakelijk in een democratische samenleving” zoals bedoeld
in artikel 10, tweede lid, EVRM. Er heeft geen deugdelijke belangenafweging
plaatsgevonden. De feitelijke grondslag voor de door de directeur aangevoerde argumenten
ontbreekt. De beslissing is een inbreuk op voornoemd artikel 10, tweede lid EVRM. Het blad Adalet zou propagandistisch, opruiend en revolutionair zijn. Klager heeft geen voorbeelden hiervan gezien. Er wordt afgegaan op een niet dooreen beëdigd vertaler opgemaakte vertaling. Het personeel heeft de vertaling verzorgd zonder dat voor klager bekend is wie deze mensen zijn en kan nagaan welke stukken zijn vertaald en of het om een adequate vertaling gaat. Verder isonduidelijk wat moet worden verstaan onder propagandistisch, opruiend en revolutionair. In het beroepschrift van de directeur wordt verwezen naar de organisatie DHKP/R terwijl thans wordt verwezen naar DHKP/C. Klager begrijpt nietwaarom Adalet wordt aangemerkt als de vertegenwoordiger of spreekbuis van DHKP/C. Het blad Adalet wordt uitgegeven in Europa en Turkije. De redactieadressen zijn kenbaar. Als het blad Adalet de spreekbuis zou zijn van DHKP/C, danligt het voor de hand dat Adalet in Duitsland zou zijn verboden en de uitgevers zouden worden vervolgd. Dit is gesteld noch gebleken. De informatie van de Turkse ambassade is via e-mail en niet via de meer voor de hand liggendeprotocollen verkregen. Bovendien moet de informatie van de Turkse ambassade met de nodige voorzichtigheid worden beoordeeld, gelet op de deplorabele situatie van de mensenrechten in Turkije. Indien in een tijdschrift het woord Koerdistan” wordt gebruikt wordt men al vervolgd. Klager vraagt zich af wat de directeur bedoelt met “racisme tegen bepaalde maatschappelijke groepen”. Adalet is kritisch ten opzichte van de situatie van de mensenrechten en dehuidige regering in Turkije. DHKP/C staat op de lijst van bevriezing van de financiële tegoeden. Er is echter geen verband tussen DHKP/C en Adalet. Het wetsvoorstel waarnaar de directeur verwijst, is bekend. Klager ziet niet inwaarom dit in de inrichting redengevend is voor een beperking van het recht op ontvangst van informatie. Klager heeft Adalet privé voor een periode van zes maanden in de inrichting ontvangen. Dit heeft niet tot enige onrust geleidonder medegedetineerden. Klager merkt op dat hij heeft begrepen wat tijdens de zitting is gezegd. Adalet, zo licht hij toe, is een legale socialistische krant. Adalet is niet het orgaan van DHKP/C, dat is “Evrimici sol”. Klagerverwijst naar de website van DHKP/C: www.dhkc.org. Klager verzoekt het beroep ongegrond te verklaren, alle in beslag genomen spullen retour te geven en naar redelijkheid en billijkheid een genoegdoening vast te stellen.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 36, vierde lid onder a, Pbw is de directeur bevoegd de verzending of uitreiking van bepaalde brieven of andere poststukken alsmede bijgesloten voorwerpen te weigeren, indien dit noodzakelijk is met het oog op dehandhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting. De directeur heeft geweigerd aan klager het blad Adalet uit te reiken vanwege het propagandistisch, opruiend en revolutionaire karakter van dit blad.
Het standpunt dat er grond is Adalet te weigeren teneinde ordeverstoring te voorkomen, wordt kort en zakelijk weergegeven gegrond op:
1. De inhoud van de door een personeelslid vertaalde berichten uit het tijdschrift en wel in het bijzonder de volgende zich bij de stukken bevindende passages:
a. “De Turkse overheid is samen met Amerika verantwoordelijk voor Felluce bloedbad en moorden op chauffeurs.” Het artikel bestaat uit ernstige beschuldigingen richting de Turkse overheid. Dit uit zich vooral met moorden enmartelingen die plaatsvinden in Turkije en Irak. In dit artikel wordt de regeringspartij AKP letterlijk “moordenaar en martelaar” genoemd.
b. Het artikel gaat over het gevangenisregime van Turkije en de gedetineerden die zijn overleden na langdurige hongerstakingen uit protest tegen dit regiem. Hierin wordt wederom de Turkse overheid beschuldigd van leugens en moorden.Er wordt gezegd dat ze het vijfde jaar van verzet vieren en uiteindelijk de cellen plat zullen leggen (afbreken).
c. In deze artikelen wordt beweerd dat de Turkse overheid onder de Europese Unie zal doorgaan met het moorden en martelen van mensen. Verder worden verhalen verteld over ongewenste praktijken (martelingen, moorden) van de Turkseoverheid en de politie. In het artikel worden ook aanhangers/lezers van het blad opgeroepen om verzet te tonen tegen de Turkse overheid en het regime.
2. De omstandigheid dat het tijdschrift de spreekbuis is van DHKP/C. DHKP/C is een verboden organisatie. De relatie tussen Adalet en DHKP/C wordt gestoeld op:
a. een e-mailbericht van de tweede secretaris van de Turkse ambassade te
Den Haag waarin deze meedeelt dat de ambassade ervan op de hoogte is gebracht dat het blad de gezichtspunten van de terroristische organisatie
DHKP/C vertolkt;
b. telefonische informatie van de AIVD aan de directeur inhoudende dat Adalet wordt uitgegeven door de DHKP/C.

De beroepscommissie wenst nader ingelicht te worden over de relatie tussen DHKP/C en Adalet c.q. Ekmek ve Adalet en verzoekt de directeur daartoe bij voorkeur met inschakeling van de AIVD, schriftelijk onder meer de volgende vragente beantwoorden:
1. Waaruit is gebleken dat het tijdschrift wordt uitgegeven door de DHKP/C?
2. Is er een verklaring voor te geven dat bijvoorbeeld in Adalet 3 Nisan 2005 slechts éénmaal de afkorting DHKP/C wordt gebruikt en dat het daarbij lijkt of het slechts een bericht over die organisatie betreft?
3. Is het tijdschrift in Turkije verboden en zo ja, hoe valt dan te verklaren dat het tijdschrift zelf een redactieadres in Istanbul vermeldt?

4. De uitspraak
De beroepscommissie houdt de uitspraak met voormeld doel aan tot een later te bepalen tijdstip. Zij draagt de directeur op voor 1 september 2005 antwoord te geven op voormelde vragen.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, dr. E.B.M. Rood-Pijpers en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 5 juli 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven