Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0888/GA, 13 juli 2005, beroep
Uitspraakdatum:13-07-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/888/GA

betreft: [klager] datum: 13 juli 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Haarlem,

gericht tegen een uitspraak van 12 april 2005 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 20 juni 2005, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager en [...], unit-directeur bij de locatie Haarlem.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft voorzover in beroep van belang een disciplinaire straf van zeven dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel en het verlies van klagers baantje, wegens een positieve score bij eenurinecontrole.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De tarieflijst wordt enkel als richtlijn gehanteerd. Strafoplegging is een discretionaire bevoegdheid en uit de Memorievan toelichting op artikel 68 Pbw volgt dat de beklagcommissie niet op de stoel van de directeur mag gaan zitten en de bestreden beslissing slechts marginaal dient te toetsen. Op 24 januari 2005 is klager disciplinair gestraft inverband met het in bezit hebben van 11,15 gram marihuana. Op 28 januari 2005 is hem de onderhavige disciplinaire straf opgelegd in verband met een positieve urinecontrole waarbij het THC-gehalte 190 was. Dit was een tweededrugsgerelateerd feit en omdat klager op een meerpersoonscel verbleef, is hem een dag extra opgelegd. Dit is conform de tarieflijst en heeft te maken met het karakter van de straf. Als de tv van klager wordt verwijderd, kan hij
’s avonds wel naar de tv van de celgenoot kijken. De tarieflijst maakt geen onderscheid tussen het bezit en het gebruik van softdrugs. Het is de verantwoordelijkheid van de directeur om de inrichting zo drugsvrij als mogelijk tehouden.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het verbaast klager dat zijn beroepschrift niet is ontvangen op het secretariaat. Klager beschikt niet over een kopie van hetberoepschrift en kan desgevraagd omtrent het instellen van beroep geen nadere bijzonderheden geven. Hij was niet tevreden met de tegemoetkoming. Klager had liever een uur extra bezoek gehad. Klager is tweemaal gestraft. Er is eerst11,15 gram marihuana bij hem aangetroffen. Vervolgens heeft hij ook softdrugs gerookt. Die waren hem verstrekt door een ander. Klager heeft niet gerookt van de onder hem in beslaggenomen softdrugs. Klager is uit zijn baantje gezeten staat nog steeds op de wachtlijst voor een baantje.

3. De beoordeling
Van de kant van klager is geen beroepschrift bij het secretariaat binnengekomen. Er wordt, mede gelet op de omstandigheid dat klager geen nadere bijzonderheden omtrent het instellen van beroep heeft verschaft, vanuit gegaan datalleen de directeur beroep heeft ingesteld.

Klager is eerder een disciplinaire straf opgelegd in verband met het bezit van 11,15 gram marihuana en vervolgens heeft hij softdrugs, afkomstig van een ander, gebruikt waarvoor de onderhavige disciplinaire straf van zeven dagenopsluiting in de eigen verblijfsruimte is opgelegd. Er is derhalve sprake van twee afzonderlijke drugsgerelateerde feiten.

Uit de tarieflijst disciplinaire straffen die gehanteerd wordt in de locatie Haarlem volgt dat terzake van een tweede maal bezit en/of gebruik van softdrugs in beginsel een strafmaat van zes dagen opsluiting in de eigenverblijfsruimte wordt toegepast. Uit de inleidende opmerkingen bij de tarieflijst, punt 11, volgt dat bij een verblijf op een meerpersoonscel één dag extra straf wordt opgelegd, omdat klager in de gelegenheid is en blijft om tv tekijken.

De beroepscommissie is, gelet op het bovenstaande, van oordeel dat de beslissing van de directeur om aan klager terzake van het tweede drugsgerelateerde feit een disciplinaire straf van zeven dagen opsluiting in de eigenverblijfsruimte op te leggen niet in strijd is met binnen de inrichting geldende regelgeving en evemin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Derhalve zal zij het beroep van de directeur gegrond verklaren, de beslissingvan de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.R. Meijeringh en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 13 juli 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven