Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0619/GA, 4 juli 2005, beroep
Uitspraakdatum:04-07-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/619/GA

betreft: [klager] datum: 4 juli 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 9 maart 2005 van de beklagcommissie bij de locatie De Grittenborgh te Hoogeveen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 juni 2005, gehouden in de locatie Zwolle, is klager gehoord.
De directeur van de locatie De Grittenborgh is zonder bericht niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat klagers elektronische apparaten na zijn overplaatsing naar een andere penitentiaire inrichting opnieuw zijn verzegeld en dat zijn muziekinstrument bij het vervoer beschadigd is.

De beklagcommissie heeft het beklag voor wat betreft de verzegeling ongegrond verklaard en heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag voor wat betreft de beschadiging van zijn muziekinstrument op de gronden als in deaangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Ik ben vanuit Zutphen naar Hoogeveen overgeplaatst en mijn spullen zijn toen nagestuurd. Toen mijn muziekinstrument, een sas, was aangekomen liet een bewaarder deze aan mij zien. Ik zag meteen dat de sas stuk was. Ik heb toen methet afdelingshoofd van de inkomstenafdeling gesproken en die vertelde mij dat ik niet met de directeur hoefde te spreken, maar dat hij één en ander zou uitzoeken. Dit afdelingshoofd heeft mij medegedeeld dat de beschadiging van desas niet een fout van de Grittenborgh is, maar van de gevangenis te Zutphen. Ik heb het bureau van rechtshulp in Assen gebeld over dit probleem, maar ik weet niet wat ze er aan gaan doen. De sas was een cadeau van mijn overledenvader. Ik ben muzikant en het instrument heeft grote waarde voor mij. Het is een apart muziekinstrument dat niet te reparen is. Ik kan er momenteel slecht op spelen. De kam om de snaren vast te houden is weg en de achterkant isstuk.
Ik verblijf al ongeveer zes jaar in de gevangenis. Mijn elektronische apparaten zijn alle verzegeld en dat heeft eerder nooit tot problemen geleid. Toen ik in De Grittenborgh kwam zijn ze, zonder dit aan mij te vragen, weerverzegeld en is er 22 euro aan kosten van mijn rekening afgeschreven.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt met betrekking tot de beschadiging van klagers muziekinstrument het volgende. Ingevolge artikel 61, vijfde lid, van de Pbw wordt het klaagschrift uiterlijk op de zevende dag na die waarop degedetineerde kennis heeft gekregen van beslissing waarover hij zich wenst te beklagen ingediend. Een na afloop van deze termijn ingediend klaagschrift is niettemin ontvankelijk, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld datde gedetineerde in verzuim is geweest. Klager heeft zich willen beklagen over de beschadiging van zijn muziekinstrument, maar heeft niet direct een klaagschrift ingediend, omdat het afdelingshoofd van de inrichting de situatie zouuitzoeken. Nadat het afdelingshoofd zijn bevindingen aan klager had medegedeeld, had klager in beklag moeten gaan. Nu hij dit niet heeft gedaan, is hij te laat met zijn klacht en heeft de beklagcommissie klager wat dit onderdeelbetreft terecht niet-ontvankelijk in zijn beklag verklaard.

De huisregels van locatie De Grittenborgh (versie 2 februari 2001) bepalen onder 4.5.1. Voorwerpen in de inrichting het volgende: “Voordat u uw eigen apparatuur in uw cel krijgt zal deze gecontroleerd en verzegeld moeten worden,tenzij dit reeds in een andere inrichting gebeurd is. Deze handelingen worden aan u in rekening gebracht.”
Als onweersproken staat vast dat klagers elektronische apparaten reeds waren verzegeld. De directeur heeft voor de beklagcommissie verklaard dat uit navraag bij het bad bleek dat de verzegeling van klagers apparatuur niet deugdelijkwas en dat deze zonder nieuw aangebrachte verzegeling niet mocht worden ingevoerd. Klager heeft dit gemotiveerd bestreden. Voor de beroepscommissie is onvoldoende aannemelijk geworden dat sprake is geweest van ondeugdelijkeverzegeling van klagers elektronische apparaten, zodat het ervoor moet worden gehouden dat deze onnodig opnieuw zijn verzegeld. Het beroep zal dan ook wat dit onderdeel betreft gegrond worden verklaard.
De beroepscommissie is van oordeel dat klager voor het door hem ondervonden ongemak een tegemoetkoming toekomt en bepaalt deze op € 22,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep met betrekking tot de beschadiging van klagers muziekinstrument ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie. Zij verklaart het beroep met betrekking tot het opnieuwverzegelen van klagers elektronische apparaten gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 22,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. J.L. Brand en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 4 juli 2005

secretaris voorzitter

Naar boven