Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1049/GB, 1 juli 2005, beroep
Uitspraakdatum:01-07-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/1049/GB

Betreft: [klager] datum: 1 juli 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 21 april 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Torentijd te Middelburg afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 13 oktober 2004 gedetineerd. Hij verblijft als preventief gehechte in het h.v.b. Roermond.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager geeft aan dat de reisafstand naar Roermond te groot is voor zijn vrienden uit Terneuzen. Daarbij komt dat hij in Roermond kan worden geconfronteerd met de mensen die op hem hebben geschoten en tengevolge waarvan hij op deintensive care is opgenomen geweest. Deze personen staan onder elektronisch toezicht en dienen zich wekelijks te melden bij het h.v.b. Roermond. Klager is verminderd detentiegeschikt bevonden door zijn psychische gesteldheid. Hijheeft in het begin van zijn detentie een week in algehele afzondering met cameratoezicht moeten verblijven in verband met de mogelijkheid dat hij een tentamen suïcide zou ondernemen. Op 31 maart 2005 had klager weer een inzinkingten gevolge van de stress en is de ziekenauto voor hem geweest; hij is medisch gecontroleerd en bleek ontstekingen in zijn evenwichtsorgaan te hebben. Klager zou graag bezoek van zijn vrienden uit Terneuzen ontvangen, zodat zij hemiedere keer met hun bezoek wat zouden kunnen opbeuren.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft verzocht om overplaatsing naar het h.v.b. te Middelburg. Reden van zijn verzoek was het ontvangen van bezoek van vrienden die in Terneuzen wonen. In beroep geeft klager verder aan dat hij opziet tegen de mogelijkheid teworden geconfronteerd met mensen met wie hij problemen heeft. Deze mensen nemen deel aan een penitentiair programma (p.p.). Bij het mislukken van het p.p. zouden zij kunnen worden ingesloten in het h.v.b. Roermond. Het verzoek wordtafgewezen nu klager bezoek ontvangt in Roermond en hij bij overplaatsing (veel) verder van het parket van insluiting zou zijn gedetineerd. Wanneer zich een situatie voordoet dat één van de personen voor wie klager angst heeft wordtgeplaatst in het h.v.b. Roermond, kan naar bevind van zaken worden gehandeld.
De selectiefunctionaris merkt overigens op dat klager op 4 mei 2005 is opgenomen ter observatie in het Pieter Baan Centrum. De geschatte einddatum van zijn verblijf aldaar is 22 juni 2005.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Uit de omtrent klager uitgebrachte rapportage van het Bureau Selectie- en Detentiebegeleiding d.d. 13 april 2005 blijkt dat klager regelmatig bezoek ontvangt van zijn ouders en enkele andere bezoekers die als familieledenstaan geregistreerd. De selectiefunctionaris heeft om deze reden geen noodzaak gezien om klager over te plaatsen. Ook de mogelijke confrontatie met de personen die klager hebben beschoten geeft vooralsnog geen aanleiding vooroverplaatsing. Tot slot zou klager door verplaatsing (veel) verder van het parket van insluiting (Roermond) worden gedetineerd. De beroepscommissie is gelet op het vorenstaande van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde grondengebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd is met de wet en dat de beslissing, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. de Greef, secretaris, op 1 juli 2005

secretaris voorzitter

Naar boven