Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1225/GV, 21 juni 2005, beroep
Uitspraakdatum:21-06-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/1225/GV

betreft: [klager] datum: 21 juni 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 26 mei 2005 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klager twee dagen strafonderbreking verleend.

2. De standpunten
Klager heeft het volgende aangevoerd. Klager is erg blij dat zijn verzoek is toegewezen maar heeft beroep aangetekend in verband met de duur van de verleende strafonderbreking. Volgens het informatieboekje van Westlinge en volgenszijn mentor is het normaal dat er een strafonderbreking van 4 x 24 uur wordt verleend bij de geboorte van een tweede kind. Aan klager is slechts twee dagen strafonderbreking verleend. Als hij aansluitend een verlofweekend opneemtzal dit inhouden dat hij gedurende een periode van acht weken zijn vrouw en kinderen niet kan zien, terwijl dit erg belangrijk is voor zijn zoon van vier. Omdat deze zoon moeite heeft met de situatie komt hij met klagers vrouwwekelijks op bezoek. Omdat klagers vrouw afhankelijk is van het openbaar vervoer en de inrichting op een loopafstand van circa twintig minuten van het station ligt, is dit voor een vrouw, die pas bevallen is, geen optie. Verzochtwordt om alsnog een strafonderbreking van tenminste 4 x 24 uur goed te keuren.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Aan klager wordt twee dagen strafonderbreking verleend op het moment dat de bevalling zich aankondigt. Hij verblijft in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.)., waar hij één keer in de vier weken regimair verlof geniet. DeRegeling tijdelijk verlaten van de inrichting geeft geen standaardtabellen, die aangeven hoeveel dagen strafonderbreking bij welke gelegenheid wordt gegeven. Met betrekking tot het aantal dagen wordt een inschatting gemaakt, waarbijook gekeken wordt naar een mogelijke combinatie met regimair verlof. In dit geval heeft klager de mogelijkheid om in overleg met de directeur van de inrichting te schuiven met zijn regimair verlof zodat klager ten tijde van debevalling vier dagen verlof heeft. Een strafonderbreking dient niet langer te duren dan strikt noodzakelijk is.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een subsidiaire hechtenis van 40 dagen en 189 dagen gijzeling op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften. Indien niet tot (gehele) betaling wordt overgegaan is de einddatum vanklagers detentie 9 november 2005.

Uit artikel 34 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting volgt dat strafonderbreking wordt verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer, dat niet kan worden volstaan met een andere vorm vanverlof.
Artikel 35 van de Regeling bepaalt dat bij de duur van de strafonderbreking rekening wordt gehouden met de omstandigheden van het geval. Nu aan klager twee dagen strafonderbreking is verleend ingaande op het moment dat de bevallingvan zijn echtgenote zich aankondigt en klager in overleg met de directeur van de b.b.i. zijn regimair verlof van twee dagen kan laten aansluiten op de twee dagen strafonderbreking zodat hij in totaal vier dagen tot zijn beschikkingheeft, is de beroepscommissie van oordeel dat de bestreden beslissing niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 21 juni 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven