Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0514/GB, 15 juni 2005, beroep
Uitspraakdatum:15-06-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/514/GB

Betreft: [klager] datum: 15 juni 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. N. Velthorst, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 21 februari 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) Alphen aan den Rijn ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 7 juli 2003 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in de locatie De Schans (h.v.b.). Op 25 januari 2005 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. Alphen aan den Rijn.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager heeft niet de mogelijkheid gehad om zijn bezwaar mondeling of schriftelijk toe te lichten. De bezwaarfase is hierdoor onvolledig, onzorgvuldig en in strijd met de wet gevoerd. De bestreden beslissing stoelt op onjuistegronden. Gesteld wordt dat uit rapportage van de inrichting zou blijken dat klager gedrag vertoonde waardoor de sfeer negatief werd beïnvloed. Er komen beschrijvingen als ‘zeer verbale luide agressieve/intimiderende manier dievergezeld gingen van een dosis non-verbale lichaamshouding en het tonen van fysieke kracht’ in voor. Klager zou niet kunnen bedenken wanneer en wat voor ongewenst gedrag hij zou hebben vertoond. Dit wordt door hem betwist. Deselecteur heeft niet aan zijn motiveringsplicht voldaan. Klager wenst gaarne de inhoud van de rapportage te zien zodat hij zich tegen de vermeende inhoud kan verweren.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Namens de directie van de locatie De Schans is verzocht om klager over te plaatsen naar een andere inrichting. Als reden hiervoor werd aangevoerd dat klager in negatieve zin nogal sfeerbepalend is binnen zijn paviljoen. Uit deinrichtingsrapportage blijkt dat klager enige keren op zijn gedrag is aangesproken maar dat dit slechts tijdelijk verbeterde. Door zijn gedrag is een spanningsveld ontstaan tussen hem en zijn omgeving. Het vervroegd overplaatsenheeft ook te maken met het gegeven dat de locatie De Schans is aangewezen als inrichting stelselmatige daders (hierna ISD). Op verzoek van de directie zijn alle gedetineerden, die verblijven in de locatie De Schans en niet de ISDmaatregel opgelegd hebben gekregen, voor overplaatsing voorgedragen. Ten onrechte is dat in de bestreden beschikking achterwege gebleven. In bezwaar is aangegeven dat klager nauwelijks nog bezoek zou ontvangen na overplaatsing.Gelet op de bezoeklijst ontvangt klager ondanks zijn overplaatsing vrijwel wekelijks bezoek.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie
gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Niet is gebleken dat klager niet in de gelegenheid is gesteld om zijn bezwaar nader schriftelijk toe te lichten, zodat aan het daaromtrent naar voren gebrachte, voorbij moet worden gegaan.

4.3. Uit de bij de stukken gevoegde inrichtingsrapportage, die ook aan de raadsman en aan klager is verstrekt, volgt dat klager tijdens zijn detentie in de locatie De Schans luid verbaal en fysiek agressief en intimiderend gedragheeft vertoond. Als voorbeeld wordt genoemd het smijten met voorwerpen. Zijn gedrag heeft ervoor gezorgd dat er spanningen zijn ontstaan tussen klager en zijn omgeving. Verder is er sprake van softdruggebruik waarvoor hij een aantalkeren is bestraft. Namens de directeur van de locatie De Schans is om bovenstaande redenen aan de selectiefunctionaris verzocht om klager over te plaatsen. Daarbij komt dat de locatie inmiddels een zogenaamde ISD-bestemming heeftgekregen en klager behoort niet tot de categorie gedetineerden die in een ISD dienen te worden opgenomen en diende derhalve ook om die reden overgeplaatst te worden. Gelet op het hiervoor vermelde is de op de onder 3.2 genoemdegronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd met de wet en kan deze, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hetgeen klager heeftaangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 15 juni 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven