Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2939/TP, 8 juni 2005, beroep
Uitspraakdatum:08-06-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Wachttermijn  v

Uitspraak

nummer: 04/2939/TP

betreft: [klager] datum: 8 juni 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt), heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.E.M.Cantineau, namens

[...] , verder te noemen klager,

tegen een beslissing van de Minister van Justitie, verder te noemen de Minister,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. S.E.M. Cantineau om het beroep schriftelijk toe te lichten.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft bij beslissing van 30 november 2004 de termijn waarin klager wacht op plaatsing in een inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden (tbs-inrichting) verlengd.

2. De feiten
Door de Minister zijn geen gegevens verstrekt.
Klager is op 13 januari 2005 in het Forensisch Psychiatrisch Centrum Veldzicht te Balkbrug geplaatst.

3. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager is niet voor niets aangemerkt als zogenaamde Fokkens passant sinds 20 juni 2003. Het is noodzakelijk dat hij zo spoedig mogelijk een behandeling ondergaat. Hij is tot eengevangenisstraf van twaalf jaar veroordeeld met oplegging van tbs. Klager heeft tot januari 2005 in een penitentiaire inrichting verbleven. De laatste periode verbleef hij in het huis van bewaring De Grittenborgh, waar hij 22 uurper dag op cel heeft verbleven. De wachtperiode is buitenproportioneel, gelet op het feit dat klager de status van Fokkens passant heeft gekregen.

Namens de Minister is niet tijdig gereageerd op de verzoeken om te reageren op het beroep.

4. De beoordeling
De Minister is verzocht in een schrijven d.d. 14 december 2004 om binnen een maand te reageren op het beroep en alle stukken, die betrekking hebben op de zaak, aan de beroepscommissie toe te sturen. Omdat reactie uitbleef, is in eenschrijven d.d. 8 februari 2005 wederom aan de Minister verzocht om te reageren op het beroep en om toezending van de stukken.
In een schrijven d.d. 4 april 2005 is vastgesteld dat op die datum de gevraagde stukken nog steeds niet waren ontvangen en medegedeeld dat, indien binnen twee weken na dagtekening van de brief geen stukken waren ontvangen, deberoepscommissie het beroep naar bevind van zaken zal behandelen.
De beroepscommissie stelt vast dat ondanks een tweemaal herhaald verzoek om toezending van de onderliggende stukken en om te reageren op het beroep, geen respons namens de Minister is ontvangen. Na het concipiëren van deze uitspraakis (vijf maanden na het eerste verzoek) namens de Minister telefonisch bericht dat abusievelijk verzuimd is om te reageren. De beroepscommissie trekt uit het achterwege blijven van de gevraagde reactie de gevolgtrekking die haargeraden voorkomt. Zij verklaart het beroep gegrond en vernietigt de beslissing tot verlenging van de wachttermijn.
Nu de rechtsgevolgen van de op materiële grond te vernietigen beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, dient een tegemoetkoming aan klager te worden geboden. De beroepscommissie stelt deze vast op € 600,= per maand vanaf dedatum waarop in verband met de vernietiging van de beslissing tot verlenging van de passantentermijn wegens detentieongeschiktheid een zodanige termijn niet meer liep tot de dag waarop klagers plaatsing in een tbs-inrichtingdaadwerkelijk is verwezenlijkt, te weten 13 januari 2005.
Een tijdvak van dertig dagen is als een maand te beschouwen. Voor een gedeelte van een maand van minder dan zestien dagen is geen tegemoetkoming verschuldigd en vanaf de zestiende dag is een tegemoetkoming verschuldigd als voor eenvolle maand.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep materieel gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij bepaalt de aan klager ten laste van de Minister toekomende tegemoetkoming op: € 600,= per maand vanaf de datum waarop in verbandmet de vernietiging van de beslissing tot verlenging van de passantentermijn wegens detentieongeschiktheid een zodanige termijn niet meer liep tot de dag waarop klagers plaatsing in een tbs-inrichting daadwerkelijk is verwezenlijkt,te weten op 13 januari 2005.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 8 juni 2005

secretaris voorzitter

Naar boven