Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0440/GA, 2 juni 2005, beroep
Uitspraakdatum:02-06-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/440/GA

betreft: [klager] datum: 2 juni 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 16 februari 2005 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Arnhem-Zuid te Arnhem,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 april 2005, gehouden in de locatie Ooyerhoek te Zutphen, zijn gehoord klager en [...], unit-directeur bij de locatie Arnhem-Zuid.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het niet aanpassen van de voorzieningen op de afdeling en in de cellen, zulks in verband met het verblijf in meerpersoonscellen.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard ten aanzien van het niet aanwezig zijn van twee hoofdtelefoons per meerpersoonscel en aan klager terzake daarvan een tegemoetkoming toegekend van een telefoonkaart met een waardevan € 5,-. De beklagrechter heeft voor het overige niet op het beklag beslist.
De beroepscommissie verstaat het beroep tevens als zijnde gericht tegen de hoogte van de vastgestelde tegemoetkoming.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Er is een aantal klachten met betrekking tot de voorzieningen in de meerpersoonscellen. Zo zijn er te weinig kookpitten, zijn er maar twee telefooncellen op de afdeling en is de celoppervlakte van de meerpersoonscellen te klein. Inde meerpersoonscellen staan twee televisies en die staan boven op de kast. Het gevaar bestaat dat die televisies van de kast kunnen vallen. In zijn algemeenheid geldt dat er op de afdeling een groter aantal gedetineerden wordtgeplaatst, maar dat de voorzieningen daarop niet worden aangepast. Feitelijk is er sprake van minder personeel met een grotere bezetting van de afdeling.
Door het personeel wordt nu nog steeds aangegeven dat er niet voldoende hoofdtelefoons zijn om alle gedetineerden te voorzien. Voor de helft van de cellen is één en ander inmiddels wel geregeld. Er zijn dus nog zes cellen met intotaal twaalf gedetineerden waar nog geen hoofdtelefoons voorhanden zijn. Klager heeft begrepen dat de technische voorzieningen inmiddels zijn aangepast en dat het wachten nog is op de levering van hoofdtelefoons.
Klager heeft indertijd beklag ingediend voor een aantal gedetineerden. Daarom is de hem toekomende tegemoetkoming ook onder die gedetineerden verdeeld. Iedere gedetineerde kreeg uiteindelijk 42 eurocent beltegoed. Klager vindt dietegemoetkoming te gering.
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De klacht ziet op het niet voorhanden zijn van hoofdtelefoons. De alleensprekende beklagrechter heeft het beklag kennelijk gegrond geacht en om die reden is de klacht niet op een zitting behandeld. Door een leveranciersprobleem ishet tot nog toe niet gelukt om in alle cellen hoofdtelefoons te verstrekken. Er is weliswaar sprake van een ongewenste situatie, maar ook van overmacht. Op dit moment heeft de directeur nog geen zicht op de termijn waarbinnen allesgeregeld kan zijn. Volgens het hoofd van de facilitaire dienst van de locatie zou het echter nog hooguit veertien dagen duren voordat alles is opgelost. De directeur kan die termijn evenwel niet garanderen. Het probleem zit niet inhet niet voorhanden zijn van hoofdtelefoons, maar in de aansluitingen daarvan. De directeur kan niets zeggen over de overige ter zitting van de beroepscommissie naar voren gebrachte klachten. De meerpersoonscellen zijn goedgekeurdvoor gebruik. Er moeten nog enige aanpassingen plaatsvinden en die hebben de aandacht van de directeur.

3. De beoordeling
Het beklag is gericht tegen het ontbreken van een aantal faciliteiten op de afdeling en in de meerpersoonscellen, welke faciliteiten volgens klager wel aanwezig hadden moeten zijn. Klager heeft deze onderdelen van zijn klacht,buiten het ontbreken van hoofdtelefoons in de meerpersoonscellen, niet gespecificeerd en niet feitelijk onderbouwd. Om die reden had de beklagrechter klager in zoverre niet-ontvankelijk moeten verklaren in zijn beklag. Nu debeklagrechter op deze onderdelen van het beklag niet heeft beslist, zal de beroepscommissie doen hetgeen de beklagrechter had behoren te doen en klager in zoverre alsnog niet-ontvankelijk verklaren in zijn beklag.

Voorzover het beroep is gericht tegen de beslissing van de beklagrechter om het beklag ten aanzien van het ontbreken van hoofdtelefoons in zijn verblijfsruimte gegrond te verklaren, geldt het volgende. Vaste rechtspraak van deberoepscommissie is dat tegen een gegrondverklaring van een (onderdeel van een beklag) geen beroep open staat. Klager kan daarom in zoverre niet worden ontvangen in zijn beroep.

Voorzover het beroep is gericht tegen de hoogte van de door de beklagrechter toegekende tegemoetkoming, geldt, dat nu de gevolgen van de onderhavige beslissing van de directeur, te weten het niet verstrekken van een eigenhoofdtelefoon aan klager, niet ongedaan gemaakt kunnen worden, aan klager een tegemoetkoming dient te worden toegekend voor het door hem ondervonden ongemak. Dat ongemak bestond uit het gedurende langere tijd niet kunnen beschikkenover een hoofdtelefoon tijdens het verblijf in een meerpersoonscel. Bij de bepaling van de hoogte van de toe te kennen tegemoetkoming weegt de beroepscommissie voorts nog mee dat klager blijkens de inlichtingen van de directeurthans nog steeds niet kan beschikken over een eigen hoofdtelefoon. Gelet daarop is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de beklagrechter om aan klager een tegemoetkoming ter waarde van € 5,- toe te kennen, onjuistis. Dit onderdeel van de uitspraak van de beklagrechter zal daarom worden vernietigd en de beroepscommissie zal de tegemoetkoming vaststellen op € 60,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep ten aanzien van het ontbreken van hoofdtelefoons in zijn verblijfsruimte.
Zij verklaart klager ten aanzien van het beklag voor het overige – voorzover daarop door de beklagrechter niet is beslist – niet-ontvankelijk in zijn beklag.
Zij verklaart het beroep ten aanzien van de hoogte van de aan klager toegekende tegemoetkoming gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter en stelt vast dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 60,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. W.J. Schudel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 2 juni 2005

secretaris voorzitter

Naar boven