Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0590/GA, 1 juni 2005, beroep
Uitspraakdatum:01-06-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/590/GA

betreft: [klager] datum: 1 juni 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.A.G. Balkenende, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 17 februari 2005 van de beklagcommissie bij de locatie Lelystad,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 mei 2005, gehouden in de locatie Ooyerhoek te Zutphen, is klager gehoord. Klagers raadsman en de directeur van de locatie Lelystad zijn, hoewel op behoorlijke wijze opgeroepen, zonderbericht van verhindering niet verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van opsluiting in een strafcel voor de duur van vijf dagen wegens het op cel voorhanden hebben van een illegale dvd.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Ik heb de bewuste dvd, de dvd van “Oceans 12”, van een medegedetineerde gekregen. Ik kan niet zeggen van wie, want dan zou ik geen leven meer hebben in de gevangenis. Ik wist niet dat de dvd illegaal was. Het is niet zo dat een dvdper definitie illegaal is zolang de betreffende film nog in de bioscoop draait. Om dit aan te tonen heb ik een dvd van de film “Save the last dance” laten invoeren. Die dvd was in het buitenland aangeschaft en in Nederland draaidede film nog niet in de bioscoop. De dvd “Oceans 12” was via de officiële kanalen ingevoerd. Dan mag ik er toch vanuit gaan dat het niet om een illegale versie ging. Overigens weet ik als gedetineerde lang niet altijd welke film erop welk moment in de bioscoop draait.
Er is geen rapport opgemaakt en er is mij ook geen rapport aangezegd. Ik heb alleen een papiertje van de strafoplegging gekregen. De directeur heeft wel met mij over de strafoplegging gesproken. Volgens de beschikking van destrafoplegging zou ik het onderzoek hebben gefrustreerd. Ik begrijp dat niet want ik heb alle medewerking verleend. Ik heb haar vraag of ik de dvd “Oceans 12” op mijn cel voorhanden had gewoon met “ja” beantwoord. Ik heb ookuitgelegd dat ik de dvd van een medegedetineerde had gekregen. Dat ik de directeur niet heb gezegd van wie, moet zij toch kunnen begrijpen en mag zij mij in redelijkheid niet tegenwerpen. Dat de dvd tijdens een zogenoemde spitactieis gevonden is onjuist; ik heb de dvd gewoon afgegeven. Ik vind het flauw dat de directeur ter zitting van de beklagcommissie mijn grapje over het branden van een lege dvd erbij heeft gehaald. Terzake was geen rapport opgemaakt enmijn als grap bedoelde opmerking heeft ook niet meegewogen bij de strafoplegging. Ik lees daarover in ieder geval niets terug in de motivering van de strafoplegging.
Wat de strafoplegging betreft nog het volgende. Tijdens het mondelinge onderhoud met de directeur werd mij te verstaan gegeven dat mij zeven dagen strafcel zou worden opgelegd. In de beschikking staat ook zeven dagen vermeld, maarde ingang- en einddatum zijn onjuist vermeld, namelijk ingang 25 januari 2005 en einde 30 januari 2005. Na ommekomst van vijf dagen moest ik de strafcel verlaten, maar dat wilde ik eigenlijk niet, omdat mij zeven dagen warenopgelegd. Het personeel nam contact op met de directeur en die was bereid met haar hand over haar hart te strijken; ik mocht eruit. Ik wilde nog steeds niet, omdat ik van haar geen gunst wilde ontvangen. Zij had mij immers, in mijnbeleving volkomen ten onrechte, mijn gedeco- en reinigersbaan afgenomen en ik mocht bovendien niet meehelpen aan het vader-kind-project. Niettemin moest ik de strafcel na vijf dagen toch verlaten.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt vast dat aan klager een disciplinaire straf is opgelegd van opsluiting in een strafcel voor de duur van zeven dagen, dat op de beschikking als ingangsdatum 25 januari 2005 is vermeld en als einddatum 30januari 2005 en dat klager feitelijk vijf dagen strafcel heeft ondergaan. Zij stelt voorts vast dat, blijkens de betreffende beschikking, een schriftelijk verslag van 25 januari 2005 aan de strafoplegging ten grondslag ligt.

Het aan de strafoplegging ten grondslag liggende verslag bevindt zich niet tussen de stukken waar de beroepscommissie kennis van heeft genomen. Wel is bijgevoegd een verslag van 28 januari 2005, betrekking hebbend op een op 26januari 2005 uitgevoerde celinspectie, maar dit – niet aangezegde – verslag kan, gelet op de inhoud en datering ervan, geen betrekking hebben op de op 25 januari 2005 opgelegde disciplinaire straf. Voorafgaand aan de zitting isvanuit het secretariaat van de Raad contact opgenomen met de directeur van de locatie Lelystad. Doel van dat contact was het aan de strafoplegging ten grondslag liggende verslag op te vragen, zodat het dossier compleet zou gaan. Dedirecteur gaf echter aan dat geen schriftelijk verslag was opgemaakt.

Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie kan geen disciplinaire straf aan een gedetineerde worden opgelegd zonder mededeling aan de gedetineerde dat een schriftelijk verslag als bedoeld in artikel 50, eerste lid, Pbw isopgemaakt dan wel zal worden opgemaakt. Nu in het onderhavige geval geen schriftelijk verslag is opgemaakt, laat staan is aangezegd, is sprake van een formeel gebrek.

Inhoudelijk overweegt de beroepscommissie nog als volgt. Klagers gedrag levert, wat er ook zij van het door hem gevoerde verweer, in beginsel een situatie op waarop een directeur dient te reageren. Naar het oordeel van deberoepscommissie had in dit geval evenwel volstaan kunnen worden met inbeslagname van de dvd en het geven van een berisping.

Gelet op het vorenstaande zal klagers beroep – en zijn onderliggende beklag – gegrond worden verklaard. Aan klager zal een tegemoetkoming worden toegekend van € 50,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, A.J. Dost en mr. H. Heijs, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 1 juni 2005

secretaris voorzitter

Naar boven