Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0762/GB, 24 mei 2005, beroep
Uitspraakdatum:24-05-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/762/GB

Betreft: [klager] datum: 24 mei 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 5 april 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Nieuw Vosseveld te Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 2 februari 2005 gedetineerd. Hij verblijft in het huis van bewaring (h.v.b.) Doetinchem. Vanuit deze inrichting is hij geherselecteerd voor de gevangenis Nieuw Vosseveld, waar een regime van algehele gemeenschapgeldt. Deze plaatsing was ten tijde van het instellen van het beroep nog niet gerealiseerd.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht. Door de selectiefunctionaris is gesteld dat, als klager aan zijn betalingsverplichting voldoet, hij een vrij man is.Met andere woorden betalen of overplaatsen. Als het slecht met klager gaat na overplaatsing dan stelt hij daarvoor de selectiefunctionaris verantwoordelijk. Niet iedereen kan er tegen om in een gevangenis geplaatst te worden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is ingesloten in verband met een achttiental Lex Mulder zaken. De inrichting heeft voorgesteld om klager in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) te plaatsen. Omdat klager alleen maar ingesloten is in verband met LexMulderzaken komt hij hiervoor niet in aanmerking. De gegijzelde is dan in hechtenis genomen om betaling af te dwingen. Als een gegijzelde in een meer open regime wordt geplaatst, wordt de dwang tot betaling minder gevoeld. Hetbezwaar is ongegrond verklaard, omdat klager een plaats bezet voor een nieuw in te sluiten preventieve. Als hij aan zijn betalingverplichting voldoet, is hij gewoon een vrij man.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Nieuw Vosseveld is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. De beroepscommissie stelt vast dat vanuit het h.v.b. Doetinchem op 9 maart 2005 een selectievoorstel is gedaan om klager te selecteren voor een b.b.i., bij voorkeur de b.b.i. Doetinchem. De selectiefunctionaris heeft klagerniet voor een b.b.i. geselecteerd, maar voor de gevangenis Nieuw Vosseveld. Klager geeft in bezwaar en beroep aan in dat geval liever in het h.v.b. Doetinchem te willen blijven.
Klager is op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften meermalen gijzeling opgelegd, omdat hij geen gevolg heeft gegeven aan de verplichting tot betaling van administratiefrechtelijke sancties. Hijverblijft als arrestant in het h.v.b. Doetinchem.
De beroepscommissie is van oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris om klager niet voor een b.b.i. te selecteren, gelet op het feit dat hij louter gijzeling ondergaat en hij anders minder druk zou ondervinden om nog totbetaling over te gaan, niet in strijd is met de wet en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet onredelijk of onbillijk is.
In beginsel wordt, gelet op artikel 9, tweede lid onder e., Pbw, gijzeling ondergaan in een huis van bewaring. Op grond van artikel 10, tweede lid, Pbw kan gijzeling als bedoeld in artikel 28 van de Wet administratiefrechtelijkehandhaving verkeersvoorschriften in bijzondere gevallen in een gevangenis ten uitvoer worden gelegd. In de Memorie van toelichting op dat artikel staat dat het karakter van de gijzeling is te vergelijken met die van subsidiairehechtenis. Door middel van deze bepaling kan deze vorm van gijzeling in voorkomende gevallen aansluitend op een gevangenisstraf ten uitvoer worden gelegd. De selectiefunctionaris heeft aangegeven dat het bezwaar ongegrond isverklaard, omdat klager een plaats bezet voor een nieuw in te sluiten preventieve. De beroepscommissie is van oordeel dat in een geval als het onderhavige niet kan worden gesproken van een bijzonder geval zoals bedoeld in artikel10, tweede lid, Pbw op grond waarvan klager de gijzeling in een gevangenis dient te ondergaan. De motivering van de selectiefunctionaris kan de bestreden beslissing dan ook niet dragen.
Het beroep zal gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing zal worden vernietigd. Gelet op de einddatum van klagers detentie van 9 juni 2005 en het feit dat de plaatsing als gevolg van de bestreden beslissing nog niet isgerealiseerd, zal de selectiefunctionaris niet worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij bepaalt dat klager geen tegemoetkoming toekomt.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 24 mei 2005

secretaris voorzitter

Naar boven