Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0266/TA, 9 mei 2005, beroep
Uitspraakdatum:09-05-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/266/TA

betreft: [klager] datum: 9 mei 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 25 januari 2005 van de beklagcommissie bij de Dr. S. van Mesdagkliniek te Groningen, verder te noemen de inrichting, betreffende de verlenging van het toezicht op bepaalde door klager te voerentelefoongesprekken ingaande op 26 augustus 2004 voor de duur van vier weken,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Het beroep is ter zitting van de beroepscommissie van 12 april 2005, gehouden in de locatie Zwolle, behandeld.

Klager, zijn raadsman, mr. A.P. Visser, en de staffunctionaris juridische zaken van de inrichting, [...], hebben schriftelijk medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen en hebben schriftelijk nader gereageerd ten aanzien vanhet beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Namens het hoofd van de inrichting is aangevoerd dat klager zijn beroep te laat heeft ingesteld, nu hij heeft aangegeven dat hij op 29 januari 2005 de uitspraak van de beklagcommissie heeft ontvangen en het beroepschrift op 8februari 2005 op het secretariaat van de Raad is ontvangen. De beroepscommissie stelt vast dat in
klagers dossier zich twee enveloppen bevinden, waarvan niet duidelijk is in welke envelop klagers beroepschrift is verzonden. Nu op één van deze enveloppen het poststempel ’05.02.05’ voorkomt, staat niet vast dat klager zijn beroepniet tijdig overeenkomstig het bepaalde in artikel 58, vijfde lid, Bvt heeft ingediend en zal de beroepscommissie klager ontvangen in zijn beroep.

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voorzover dat is komen vast te staan – echter naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrondworden verklaard.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, dr. M. Smit en mr. J.M. van der Vaart, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 9 mei 2005

secretaris voorzitter

Naar boven