Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0623/GV, 2 mei 2005, beroep
Uitspraakdatum:02-05-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/623/GV

betreft: [klager] datum: 2 mei 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 28 februari 2005 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. A.A.T. Vonken om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking verlof afgewezen.

2. Ontvankelijkheid
Klager heeft aangegeven dat hij graag zo’n vijf dagen de gelegenheid wil hebben om zijn woning te ontruimen. Nu de selectiefunctionaris heeft aangekondigd dat klager thans in een zeer beperkt beveiligde inrichting verblijft enweekendverlof geniet en dat hij hem drie dagen strafonderbreking zal verlenen, die klager rondom het weekend kan opnemen, en klager aldus de gevraagde vijf dagen verlof tot zijn beschikking heeft, is de beroepscommissie van oordeeldat het belang aan zijn beroep is komen te ontvallen. Om deze reden dient klager niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beroep.

3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 2 mei 2005

secretaris voorzitter

Naar boven