Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0420/GA, 20 april 2005, beroep
Uitspraakdatum:20-04-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/420/GA
betreft: [klager] datum: 19 april 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen – zo verstaat de beroepscommissie het beroepschrift – een uitspraak van 18 februari 2005 van de beklagcommissie bij locatie Noordsingel te Rotterdam, voorzover deze de vaststelling betreft dat geen tegemoetkoming wordttoegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft geen tegemoetkoming vastgesteld, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het buiten aanwezigheid van klager openen van geprivilegieerde post, op de gronden als in de aangehechte uitspraakweergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft zijn beroep niet toegelicht en de directeur heeft, hoewel hem daarom is verzocht, zijn standpunt omtrent een eventueel toe te kennen tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Alsmaatstaf daarvoor kunnen dienen het eventueel gederfde loon en de gemiste faciliteiten. Genoemd ongemak bestond voor klager uit mogelijke gevolgen van het lezen door inrichtingspersoneel van geprivilegieerde post. Nu niet naar vorenkomt dat er is gelezen en dat klager daadwerkelijk in enig belang is getroffen, is de beslissing van de beklagcommissie juist. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 20 april 2005

secretaris voorzitter

Naar boven