Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0233/GB, 5 april 2005, beroep
Uitspraakdatum:05-04-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/233/GB

Betreft: [klager] datum: 8 april 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van mr. S.E.M. Cantineau, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 24 januari 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsvrouw, op 18 maart 2005 door de voorzitter van de beroepscommissie gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing om hem te plaatsen in de gevangenis Veenhuizen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 17 september 2003 gedetineerd. Na een verblijf in de gevangenis Lelystad is hij op 30 november 2004 geplaatst in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) Westlinge te Heerhugowaard. Op 13 januari 2005 is hijovergeplaatst naar de gevangenis Veenhuizen.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht. Er was onvoldoende aanleiding om klager terug te plaatsen naar een gesloten inrichting. Het is juist datklager te laat is teruggekeerd in de inrichting. Het is niet juist dat klager zijn vrouw pittig bedreigd zou hebben. Het is ook niet zo dat de politie dat heeft geconstateerd. Klager heeft geen politie gezien. Klager spreekt zijnvrouw bijna iedere dag en zij heeft een brief geschreven, waarin zij verklaart dat zij niet is geslagen door klager. Klagers echtgenote was gedwongen om een echtscheidingsprocedure aan te vangen in verband met haar verblijf inNederland. Tengevolge hiervan was klager boos, depressief en in de war. Hij heeft een deur hard dichtgeslagen. Verder is er niets gebeurd. Klager heeft zijn echtgenote niet geslagen. Het was enkel een discussie tussen echteliedenover het verblijf van zijn vrouw in Nederland. Verder speelt de taalbarrière een rol. Zijn vrouw is afkomstig uit Venezuela en spreekt niet zo erg goed Nederlands. Dit blijkt uit de stukken. Het proces-verbaal van politie zegt erechter niets over. Vanuit de b.b.i. Westlinge is een negatieve rapportage opgesteld over klager. De andere gedetineerden konden klager heus wel aan. In verband met zijn zoon, die in de problemen zat, is klager te laat gearriveerd inWestlinge. De begeleiding door de politie kan klager niet plaatsen. Hij reisde per bus. Hetgeen geschreven is door de dominee van Westlinge komt klager niet bekend voor. Klager heeft de dominee niet ingeschakeld. Klager heeft op hetadres van zijn vrouw het verlof doorgebracht en kan nog melden dat hij samen met zijn vrouw een wandelingetje heeft gemaakt, boodschappen heeft gedaan en dat dit geregistreerd is door omwonenden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft in de b.b.i. Westlinge driemaal regimair verlof genoten. Van zijn laatste verlof kwam hij zes uur en drie kwartier te laat terug in de inrichting en volgens een proces-verbaal van politie heeft hij zijn vrouw ernstigbedreigd. Dit was genoeg reden om klager aan te bieden voor plaatsing in een gesloten inrichting. Klager was extra verlof toegekend om problemen in de thuissituatie op te lossen, maar deze thuissituatie is geëscaleerd. De politieheeft hier melding van gemaakt op 8 januari 2005. Een schriftelijk verslag van de p.i. Noord Holland Noord van 9 januari 2005 maakt melding dat zowel de dominee als klagers zoon contact hebben gehad met de inrichting ten tijde vanhet verlof.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Veenhuizen is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager was geplaatst in een inrichting met een beperkt beveiligingsniveau en regimesgebonden verlof. Hij is zes uur en drie kwartier te laat teruggekeerd van verlof. Tijdens zijn verlof is door de politie tweemaal eenzogenaamde mutatie opgemaakt in verband met incidenten op klagers verlofadres. In de omtrent klager uitgebrachte inrichtingsrapportage wordt klagers houding in de inrichting als negatief beschreven. Gelet op het vorenstaande is deberoepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk ofonbillijk kan worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 8 april 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven