Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2961/TA, 11 april 2005, beroep
Uitspraakdatum:11-04-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/2961/TA

betreft: [klager] datum: 11 april 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

het hoofd van de TBS-Kliniek De Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen een uitspraak van 8 december 2004 van de beklagcommissie bij genoemde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 februari 2005, gehouden in bovengemelde tbs-inrichting, zijn gehoord klager en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], hoofd behandeling, en [...], waarnemend hoofdbehandelingsrapportage. Hiervan is het aangehechte verslag opgemaakt.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de beperking van de bewegingsvrijheid tot de afdeling, ingaande 30 augustus 2004, wegens weigering tot medewerking aan de urinecontrole.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Het hoofd van de inrichting heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Met klager bestaat geen overeenstemming over zijn seksuele en persoonlijkheidspro-blematiek. Deze problematiek maakt hem bij tijden tot een ongrijpbare, zeer moeilijk in te schatten man. Hij heeft lak aan de behandelstaf en er isgeen sprake van samenwerking. Evenmin is er overeenstemming over zijn wijze van tegemoet treden van vrouwen. Vrouwelijke stafleden voelen zich ongemakkelijk bij de manier waarop hij hen bejegent en in de groep aanwezig is. Ditgevoel wordt versterkt door klagers reactie -lachen en niets zeggen- wanneer zijn gedrag wordt besproken. Klagers problematiek en de uitwerking ervan op de stafleden in combinatie met het verschijnen in badjas bij de urinecontrolemaken dat de orde en veiligheid in de inrichting in het geding is. Klagers verschijnen in badjas is symptomatisch voor zijn problematiek. 'Ik weiger mee te doen aan de urinecontroles om jou dwars te zitten, afdelingsarrestinteresseert mij niet.' heeft klager aan het hoofd behandeling te kennen gegeven. Anders dan de beklagcommissie opmerkt is het geen enkele verpleegde van klagers verblijfsafdeling toegestaan in badjas aan de urinecontrole deel tenemen.

Namens het hoofd van de inrichting is ter zitting nog het volgende aangevoerd.
Het was klagers gewoonte om in badjas deel te nemen aan de urinecontrole. Een badjas dragen op de afdeling echter is onvoldoende en ongepast. De komst van een nieuw afdelingshoofd in augustus 2004 heeft veel veranderingenmeegebracht, onder meer aanscherping van de kledingvoorschriften en het urinecontrolebeleid. Klagers omgaan met urinecontroles en met vrouwen is bij voortduring onderwerp van gesprek met klager. Bij herhaling is hem gevraagd zich tehouden aan de voor iedere verpleegde geldende regel niet in badjas naar de urinecontrole te gaan. Het dragen van een badjas bij de urinecontrole ervaren vrouwelijke sociotherapeuten, klagers seksuele en persoonlijkheidsproblematiekin aanmerking genomen, als hinderlijk. De inrichting slaagt vaak niet in haar pogingen om bij urinecontroles mannelijke personeelsleden in te zetten. Het kledingvoorschrift is niet de enige reden voor klager om niet deel te nemenaan urinecontroles. Hij heeft eerder, maar ook nadat het hem wegens de gegrondverklaring van het beklag weer is toegestaan om in een badjas naar de urinecontrole te gaan, zijn medewerking aan urinecontroles geweigerd. Hij gebruiktenamelijk langere tijd. Bij herhaling heeft de inrichting om samenwerking met klager gevraagd. Klager wist dat als hij wegens het verbod van het dragen van een badjas niet aan de urinecontrole deelnam, dit als een weigering zouworden aangemerkt, waarop een afdelingsarrest kan volgen.

Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Zijn persoonlijkheidsproblematiek heeft niets te maken met de opgelegde maatregel. Hij ontbeert iedere vorm van behandeling. Van het personeel is 90 % vrouw.
Ten tijde van het uitvaardigen van het verbod op het dragen van een badjas op de afdeling verbleef klager anderhalf jaar in de inrichting en al die tijd droeg hij een badjas bij de urinecontroles. Klager draagt juist voor hetfatsoen een badjas en begrijpt het probleem dan ook niet. Hij betwist dat zijn medewerking is gevraagd. Na afloop van een urinecontrole is hem vriendelijk gevraagd voortaan in een trainingsbroek of iets dergelijks te willen komen.Hem is niets opgedragen, slechts zijn bewilliging is gevraagd. Nadien heeft klager nog verscheidene malen in badjas aan de urinecontrole deelgenomen. Daarna is het hem niet meer gevraagd maar opgedragen. Zodra klager niet doet wathem wordt gezegd is men van oordeel dat hij zijn boekje te buiten gaat. Voorts betwist klager dat hem is gezegd dat het wegens het verbod op het dragen van de badjas niet aan de urinecontrole deelnemen zou worden gelijkgesteld meteen weigering, zij het dat hij het wel als zodanig heeft begrepen. Thans wordt de urinecontrole in het medisch centrum afgenomen, waar iedereen gewoon gekleed naar toe gaat.

3. De beoordeling
Ingevolge artikel 42, tweede lid, Bvt heeft de verpleegde het recht eigen kleding en schoeisel te dragen, tenzij die een gevaar kunnen opleveren voor de orde of de veiligheid in de inrichting.
Paragraaf 7.4.1 en 7.4.5 van de inrichtingsregels bepaalt dat verpleegden binnen de inrichting op gepaste wijze gekleed dienen te zijn, alsmede dat kleding buiten werktijd naar de vrije keus van de bewoner is. Verpleegden kunnenworden aangesproken als hun kleding onder meer niet past bij het tijdstip en de fatsoensnormen, aldus de inrichtingsregels.
Gebleken is dat klager tweemaal per week wordt verplicht om aan de urinecontrole deel te nemen. Ten tijde van de bestreden beslissing had genoemde controle plaats buiten de persoonlijke verblijfsruimte, elders op deverblijfsafdeling. Aannemelijk geworden is dat in augustus 2004 is besloten nauwlettender toe te zien op de naleving van het in paragraaf 7.4 van de inrichtingsregels bepaalde, hetgeen ertoe heeft geleid dat het de op klagersafdeling verblijvende verpleegden niet (meer) is toegestaan zich in badjas over de afdeling te begeven om zo aan de urinecontrole deel te nemen. Klager heeft vervolgens geweigerd zijn gewoonte sedert zijn opname anderhalf jaargeleden om in badjas aan de urinecontrole deel te nemen, op te geven, waarop is beslist dat hij in dat geval niet aan de urinecontrole kon en mocht deelnemen.
In concreto betreft het een weigering aan klager om de door hem gewenste, doch naar het oordeel van de inrichting onder die omstandigheden onwenselijk en onbetamelijk geachte, eigen kleding te dragen. De stelling van het hoofd vande inrichting dat het dragen van een badjas de orde of veiligheid in de inrichting in gevaar kan brengen, komt de beroepscommissie, mede gelet op klagers namens het hoofd van de inrichting gestelde problematiek en het bijvrouwelijke stafleden door klagers optreden gewekte onbehagen, niet onaannemelijk voor. De beroepscommissie acht onder genoemde omstandigheden de beslissing om klager niet aan de urinecontrole in de door hem gewenste kledij te doendeelnemen, noch de beslissing klagers weigering om niet anders dan gekleed in badjas urine ter controle af te staan aan te merken als weigering tot medewerking aan de urinecontrole onredelijk of onbillijk. Daaraan doet niet af datklager gedurende lange tijd tot augustus 2004 in badjas gekleed aan de urinecontrole heeft mogen deelnemen.
Voorts merkt de beroepscommissie op dat de aanwezigheid van drugs in de inrichting een gevaar voor de orde of veiligheid in de inrichting betekent. Klagers weigering aan urinecontrole mee te werken acht de beroepscommissie dan ookvoldoende redengevend voor de beslissing om in het belang van de orde of veiligheid in de inrichting klagers bewegingsvrijheid tot de afdeling te beperken. De bestreden beslissing is niet in strijd met de wet en evenmin bij afwegingvan alle in aanmerking komende belangen onredelijk of onbillijk te achten. Het beroep zal gegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr.drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, drs. B. van Dekken en mr.dr. E.J. Hofstee, leden, in tegenwoordigheid van mr. E. van der Waal-van der Linden, secretaris, op 11 april2005.

secretaris voorzitter

nummer: 04/2961/TA

betreft: [...], verder klager te noemen.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van 21 februari 2005, gehouden in de TBS-Kliniek De Kijvelanden te Poortugaal.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr.drs. F.A.M. Bakker
leden: drs. B. van Dekken en mr.dr. E.J. Hofstee.
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. E. van der Waal-van der Linden.

Gehoord zijn klager en namens het hoofd van de TBS-Kliniek De Kijvelanden [...], hoofd behandeling, en [...], waarnemend hoofd behandelingsrapportage.

Namens het hoofd van genoemde inrichting is - zakelijk weergegeven - het volgende naar voren gebracht.
Het was klagers gewoonte om in badjas deel te nemen aan de urinecontrole. Een badjas dragen op de afdeling echter is onvoldoende en ongepast. De komst van een nieuw afdelingshoofd in augustus 2004 heeft veel veranderingenmeegebracht, onder meer aanscherping van de kledingvoorschriften en het urinecontrolebeleid. Klagers omgaan met urinecontroles en met vrouwen is bij voortduring onderwerp van gesprek met klager. Bij herhaling is hem gevraagd zich tehouden aan de voor iedere verpleegde geldende regel niet in badjas naar de urinecontrole te gaan. Het dragen van een badjas bij de urinecontrole ervaren vrouwelijke sociotherapeuten, klagers seksuele en persoonlijkheidsproblematiekin aanmerking genomen, als hinderlijk. De inrichting slaagt vaak niet in haar pogingen om bij urinecontroles mannelijke personeelsleden in te zetten. Het kledingvoorschrift is niet de enige reden voor klager om niet deel te nemenaan urinecontroles. Hij heeft eerder, maar ook nadat het hem wegens de gegrondverklaring van het beklag weer is toegestaan om in een badjas naar de urinecontrole te gaan, zijn medewerking aan urinecontroles geweigerd. Hij gebruiktenamelijk langere tijd. Bij herhaling heeft de inrichting om samenwerking met klager gevraagd. Klager wist dat als hij wegens het verbod van het dragen van een badjas niet aan de urinecontrole deelnam, dit als een weigering om aan deurinecontrole mee te werken zou worden aangemerkt, waarop een afdelingsarrest kan volgen.

Door klager is - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd. Ten tijde van het uitvaardigen van het verbod op het dragen van een badjas op de afdeling verbleef klager anderhalf jaar in de inrichting en al die tijd droeg hij eenbadjas bij de urinecontroles. Klager draagt juist voor het fatsoen een badjas en begrijpt het probleem dan ook niet. Hij betwist dat zijn medewerking is gevraagd. Na afloop van een urinecontrole is hem vriendelijk gevraagd voortaanin een trainingsbroek of iets dergelijks te willen komen. Hem is niets opgedragen, slechts zijn bewilliging is gevraagd. Nadien heeft klager nog verscheidene malen in badjas aan de urinecontrole deelgenomen. Daarna is het hem nietmeer gevraagd maar opgedragen. Zodra klager niet doet wat hem wordt gezegd is men van oordeel dat hij zijn boekje te buiten gaat. Voorts betwist klager dat hem is gezegd dat het wegens het verbod op het dragen van de badjas niet aande urinecontrole deelnemen zou worden gelijkgesteld met een weigering, zij het dat hij het wel als zodanig heeft begrepen. Thans wordt de urinecontrole in het medisch centrum afgenomen, waar iedereen gewoon gekleed naar toe gaat.

secretaris voorzitter

Naar boven