Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2743/TA, 11 april 2005, beroep
Uitspraakdatum:11-04-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/2743/TA

betreft: [klager] datum: 11 april 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.C. de Goeij,namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 10 november 2004 van de alleensprekende beklagrechter bij de TBS-Kliniek De Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 februari 2004, gehouden in voornoemde inrichting, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman voornoemd, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], hoofd behandeling en[...], waarnemend hoofd behandelingsrapportage. Hiervan is het aangehechte verslag opgemaakt.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de schending van het recht op de door klager te verdienen beloning voor hem passende werkzaamheden.

De beklagrechter heeft het beklag niet-ontvankelijk verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Namens klager is verklaard dat de beklagrechter het beklag ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. Klager heeft recht op arbeid en op een geldelijke vergoeding daarvoor die past bij zijn specifieke (fysieke) mogelijkheden.De onjuiste, voor klager te zware draagkrachtmeting heeft een beperking van zijn recht op beloning tot gevolg ingeval hij aangeboden blokken arbeid niet volgt. Derhalve had klager moeten worden ontvangen in zijn beklag. Volgensklager doet niet het multidisciplinaire team maar het hoofd behandeling, niet zijnde een arts, de draagkracht/-lastmeting.

Klager heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het GAK heeft hem destijds voor 80 tot 100 % afgekeurd wegens zijn psychische kwetsbaarheid. Na zijn opname in de inrichting in 1999 nam klager aan 15 blokken deel, thans aan zeven à acht blokken van anderhalf uur. Doordat hij aanschizofrenie en ADHD lijdt, maakt hij blokken wel eens niet af. Hij brengt de verplichte deelname aan de non-verbale en sportblokken, alsmede aan de drie blokken onderwijs en textiel niet op. Klager verricht twee in plaats van vijfblokken zware tuinwerkzaamheden zoals het leggen van tegels. Meer kan hij niet aan. De inrichting is niet bereid gevolgen aan zijn afkeuring van destijds te verbinden, ook niet na zijn melding dat hij te zwaar wordt belast. Klagerbetwist de betrokkenheid van de psychiater bij de bepaling van zijn draagkracht en -last, alsmede de deskundigheid van het multidisciplinair team in dezen. Er is sprake van een korting van € 10,= tot € 20,= per maand op zijnbeloning.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager weigert per week enkele van het door het multidisciplinaire team vastgestelde aantal blokken te volgen, als gevolg waarvan hij wordt gekort op zijn uitkering. Klager zou € 251,= per maand ontvangen indien hij aan alle voorhem vastgestelde blokken zou deelnemen.
Ter zitting is het volgende hieraan toegevoegd.
Uitgangspunt van het beloningsysteem verpleegden is dat verpleegden 20 uur per week werken om voor het volledige bedrag aan zak- en kleedgeld in aanmerking te komen. De bepaling wie wat aankan is niet eenvoudig. Hetmultidiscipliniair team, niet het hoofd behandeling dat wel verantwoordelijk is voor klagers behandelplan, stelt vast hoeveel uren een verpleegde aan arbeid kan deelnemen. Daarbij wordt onder meer de psychische conditie van deverpleegde betrokken. Van dat team maakt de psychiater, die klager heel goed kent, deel uit. Voor klager is bepaald dat hij in het kader van dagbesteding aan acht blokken activiteiten per week kan deelnemen: een blok arbeid vananderhalf uur per dag, een blok groepstherapie en twee blokken non-verbaal. Bij deelname aan die blokken ontvangt klager 100 % beloning. Door zijn huidige kamerprogramma hoeft klager enkele blokken niet te volgen, maar hij krijgtdeze toch uitbetaald alsof hij ziek is. Als zijn draagkracht het laat afweten mag hij een blok in tweeën doen of hoeft hij maar drie kwartier te werken, mits zijn concentratie goed is. In dat geval krijgt hij volledig betaald.Klager is bekend met langdurige opnames in de psychiatrie. Hij heeft geen goed dag- en nachtritme. Indien hij onvoldoende structuur krijgt nemen zijn psychische klachten toe en raakt hij ontregeld. De blokken zijn bedoeld omstructuur te brengen en dienen derhalve slechts klagers belang.

3. De beoordeling
Het beklag richt zich tegen schending van het recht, ex artikel 46, tweede lid, Bvt, op een door de Minister vast te stellen vergoeding voor het verrichten van werkzaamheden. De beroepscommissie zal het beklag alsnog ontvankelijkverklaren.

Ten aanzien van de beloning van verpleegden voor hun deelname aan opdrachten/werkzaamheden in de inrichting in het kader van hun behandeling geldt de Regeling beloningssysteem verpleegden d.d.18 oktober 2000, nr. 5054167/00/DJI, methet wijzigingsbesluit d.d. 30 december 2003, nr. 5249494/03/DJI. Op grond van de Regeling dient het hoofd van de inrichting ten aanzien van iedere verpleegde vast te stellen in hoeverre hij in staat is opdrachten/werkzaamheden inhet kader van zijn behandeling te verrichten. Indien het hoofd van de inrichting in dit verband een verpleegde als ongeschikt daarvoor aanmerkt, is het uitgangspunt dat de verpleegde die op zichzelf bereid is tot het verrichten vanopdrachten/werkzaamheden, ongeacht de arbeidsinspanning ten aanzien van (eventueel) aangepaste opdrachten/werkzaamheden, een uitkering krijgt van ten minste 70 % van hetgeen hij had kunnen verdienen in geval van gehele geschiktheid.

In de door de inrichting vastgestelde regeling Beloningssysteem verpleegden is bepaald dat het maximum aantal werkuren 20 uur per week bedraagt, alsmede is bepaald dat in geval een bereid tot het verrichten vanopdrachten/werkzaamheden doch daartoe ongeschikt bevonden verpleegde 100 % krijgt van hetgeen hij had kunnen verdienen bij gehele geschiktheid, terwijl bij ziekte 70 % zal worden uitbetaald.

Aannemelijk geworden is dat namens het hoofd van de inrichting het multidisciplinair team heeft vastgesteld in hoeverre klager in staat is opdrachten/werkzaamheden in het kader van zijn behandeling te verrichten. Voornoemd team,waartoe onder meer een met klager goed bekende psychiater behoort, heeft geoordeeld dat klager in staat moet worden geacht aan acht blokken van anderhalf uur therapeutische activiteiten per week deel te nemen. Aannemelijk isgeworden dat het multidisciplinair team bij de vaststelling van klagers draagkracht rekening heeft gehouden met klagers specifieke omstandigheden, zodat de beslissing klager aan acht blokken te doen deelnemen niet als onzorgvuldigkan worden aangemerkt.
Klager erkent wekelijks aan minder blokken deel te nemen dan het voor hem vastgestelde aantal. Gebleken is dat de inrichting jegens klager niet streng is in de toepassing van het beloningssysteem, onder meer door hem een beloningvan 100 % te geven ingeval hij het niet volhoudt om aan het volledige blok deel te nemen. De beslissing om klager geen beloning te verstrekken voor de blokken waaraan hij om hem moverende redenen niet wenst deel te nemen is niet instrijd met de wet en wordt bij afweging van alle in aanmerking komende belangen evenmin onredelijk of onbillijk geacht. Het beklag zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr.drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, drs. B. van Dekken en mr.dr. E.J. Hofstee, leden, in tegenwoordigheid van mr. E. van der Waal-van der Linden, secretaris, op 11 april2005.

secretaris voorzitter

nummer: 04/2743/TA

betreft : [...], verder klager te noemen.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van 21 februari 2004, gehouden in de TBS-Kliniek De Kijvelanden te Poortugaal.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr.drs. F.A.M. Bakker,
leden: drs. B. van Dekken en mr.dr. E.J. Hofstee.
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. E. van der Waal-van der Linden.

Gehoord zijn klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.C. de Goeij, en namens het hoofd van de TBS-Kliniek De Kijvelanden [...], hoofd behandeling en [...], waarnemend hoofd behandelingsrapportage.

Door klager is - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Het GAK heeft klager destijds voor 80 tot 100 % afgekeurd wegens zijn psychische kwetsbaarheid. Vanaf zijn opname in 1999 nam klager aan 15 blokken deel, thans aan zeven à acht blokken van anderhalf uur, terwijl hij formeel 12blokken heeft. Doordat hij aan schizofrenie en ADHD lijdt, wil hij wel eens uit de blokken weggaan als het hem te veel wordt. Hij brengt de verplichte deelname aan de non-verbale en sportblokken, alsmede aan de drie blokkenonderwijs en textiel niet op. Klager verricht twee in plaats van vijf blokken zware tuinwerkzaamheden zoals het leggen van tegels. Meer kan hij niet aan. De inrichting is niet bereid gevolgen aan klagers afkeuring van destijds teverbinden, ook niet na klagers melding dat hij te zwaar wordt belast. Klager betwist de betrokkenheid van de psychiater bij de bepaling van klagers draagkracht en –last, alsmede de deskundigheid van het multidisciplinair team. Er issprake van een korting van € 10,= tot € 20,= per maand op zijn beloning.

Namens het hoofd van genoemde inrichting is - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard.
Uitgangspunt van de Regeling beloningsysteem verpleegden is dat verpleegden 20 uur per week werken om voor een volledig zak- en kleedgeld in aanmerking te komen. De bepaling wie wat aankan is niet eenvoudig. Het multidiscipliniairteam, niet het hoofd behandeling dat wel verantwoordelijk is voor klagers behandelplan, stelt vast hoeveel uren de verpleegde aan de arbeid kan deelnemen. Daarbij wordt onder meer de psychische conditie van de verpleegde betrokken.Van dat team maakt de psychiater, die klager heel goed kent, deel uit. Voor klager is bepaald dat hij in het kader van dagbesteding aan acht blokken per week kan deelnemen: een blok arbeid van anderhalf uur per dag, een blokgroepstherapie en twee blokken non-verbaal. Bij deelname aan die blokken ontvangt klager 100 % beloning. Door zijn huidige kamerprogramma hoeft klager enkele blokken niet te volgen, maar hij krijgt deze toch uitbetaald alsof hijziek is. Als zijn draagkracht het laat afweten mag hij een blok in tweeën doen of hoeft hij maar drie kwartier te werken, mits zijn concentratie goed is. In dat geval krijgt hij volledig betaald. Klager is bekend met langdurigeopnames in de psychiatrie. Hij heeft geen goed dag- en nachtritme. Indien hij onvoldoende structuur krijgt nemen zijn psychische klachten toe en raakt hij ontregeld. De blokken zijn bedoeld om structuur te brengen en dienen derhalveslechts klagers belang.

secretaris voorzitter

Naar boven