Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0015/GA, 7 april 2005, beroep
Uitspraakdatum:07-04-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/15/GA

betreft: [klager] datum: 7 april 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.T. Wernsen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 29 november 2004 van de beklagcommissie bij de locatie Zuid unit 4 te ‘s-Gravenhage,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 maart 2005, gehouden in de penitentiaire inrichting Amsterdam, is klager gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. M.A. Westendorp.
De directeur van genoemde locatie heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet mogen volgen van onderwijs.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Hij werd al lange tijd niet in de gelegenheid gesteld onderwijs te volgen. Hij wil graag leren lezen en schrijven. Sindsoktober 2004 is er een nieuwe onderwijzer. Deze is kennelijk negatief beïnvloed door zijn voorgangster. Desgevraagd zei hij tegen klager dat hij hem zelfs geen vijf minuten onderwijs per week kon garanderen.
Ingevolge artikel 48 Pbw heeft klager recht op onderwijs. De omvang daarvan is afhankelijk van de feitelijke situatie. De door de directeur aangevoerde redenen waarom klager niet aan het onderwijs mocht deelnemen zijn niet alleen tesummier aangeduid maar worden door klager ook feitelijk betwist. Hoewel de onderwijzer beschikbaar is voor alle 48 gedetineerden in de BIBA, blijkt in de praktijk slechts een enkele gedetineerde daadwerkelijk onderwijs te volgen. Ermoet derhalve ruimte zijn om ook klager onderwijs te geven.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft eerder wel onderwijs gevolgd, doch heeft zich daarbij met zijn gedrag bij de – zeer ervaren – onderwijzeresonmogelijk gemaakt; hij versliep zich regelmatig of verscheen onverzorgd in de les. Ook de nieuwe onderwijzer moet zijn aandacht verdelen over de verschillende gedetineerden.

3. De beoordeling
Aannemelijk is geworden dat klager bij herhaling heeft verzocht, laatstelijk in oktober 2004 toen een nieuwe onderwijzer was aangetreden, om onderwijs te mogen volgen. Een recht op het volgen van onderwijs is neergelegd in artikel48 Pbw. De inrichting heeft in dit opzicht een zorgplicht en dient zich enige inspanning te getroosten om een onderwijswens van een gedetineerde te realiseren. Deze inspanningsplicht geldt in het bijzonder als het om zeer basalevormen van onderwijs gaat, zoals het leren lezen en schrijven.
De afwijzing van klagers verzoek om onderwijs te volgen, zoals gedaan na de komst van de nieuwe onderwijzer, moet naar het oordeel van de beroepscommissie, gelet op het vooroverwogene en bij afweging van alle in aanmerking komendebelangen, als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard. Aan klager zal geen tegemoetkoming worden toegekend, nu de beroepscommissie ervan uitgaat dat het onderwijs aan klager opzeer korte termijn zal worden gerealiseerd.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, L. Diepenhorst en prof. mr. C. Kelk, leden, in tegenwoordigheid van mr. F.H.L. Cusell-te Gussinklo, secretaris, op 7 april 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven