Nummer: 05/152/GB
Betreft: [klager] datum: 1 april 2005
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. H.A. van Wijk, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 13 januari 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een huis van bewaring (h.v.b.) te Den Haag afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 23 maart 2004 gedetineerd. Hij verblijft als preventief gehechte in het h.v.b. Haarlem.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek als volgt toegelicht.
Door de rechtbank Haarlem is in december 2004 vonnis gewezen, waartegen klager appèl heeft ingesteld. Klager is eigenaar van een restaurant te Den Haag dat dagelijks, met uitzondering van de maandag, open gaat om 16.00 uur. Inafwezigheid van klager moet het restaurant gerund worden door klagers echtgenote. Klager was gewoonlijk degene die zorgde voor de inkopen voor het restaurant en de dagelijkse gang van zaken. Deze taken komen nu neer op de schoudersvan klagers echtgenote, hetgeen haar naast de zorg voor hun tweejarig zoontje zwaar valt. Zij is niet in het bezit van een rijbewijs en om die reden bij de inkopen voor het restaurant geheel afhankelijk van derden. Het bezoek inHaarlem is op zondag om 13.00 uur. Klagers echtgenote dient met openbaar vervoer te reizen en redt het niet om op tijd in Den Haag terug te zijn voor de opening van het restaurant om 16.00 uur. Donderdag tot en met zondag zijn dedrukste dagen in het restaurant. Gezien het feit dat het restaurant al minder goed loopt sinds klager gedetineerd is, is het voor klagers echtgenote steeds moeilijker om klager te bezoeken. Met klem wordt verzocht om klager over teplaatsen naar (de omgeving van) Den Haag opdat zijn echtgenote hem kan (blijven) bezoeken naast de zorg voor restaurant en kind.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
De reden die de raadsman noemt voor het verzoek tot overplaatsing is, gelet op de reisafstand en de tijd die daarmee gemoeid gaat, volstrekt onvoldoende. Klager is thans preventief gehecht ten behoeve van het gerechtshof Amsterdamen dient nog steeds geplaatst te worden in, of in de directe omgeving van het ressort waarvoor hij gedetineerd is. De reistijd van Den Haag naar Haarlem is volgens de reisplanner slechts 40 minuten. Dit is geen onoverkomelijkereistijd. Argumenten zoals extra kosten en het feit dat de partner van klager thans de zaak in haar eentje moet runnen, worden niet wezenlijk anders als klager in Den Haag en omgeving gedetineerd zou zijn. In het h.v.b. Haarlemkunnen in overleg met de directie mogelijkheden gecreëerd worden om op een andere tijd op zondag bezoek te kunnen ontvangen. Bezoektijden lopen namelijk verdeeld in blokken van 8.30 uur tot ongeveer 16.30 uur.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. Nu klager preventief gehecht is ten behoeve van het ressortsparket Amsterdam mocht de selectiefunctionaris, gelet op klagers huidige plaats van detentie, in dit geval het belang van de rechtsgang laten prevaleren boven debezoekbelangen van klager. Temeer nu de reisafstand Den Haag-Haarlem acceptabel is en het, na overleg met de directie van het h.v.b. Haarlem mogelijk kan zijn, om op een ander tijdstip op zondag bezoek te ontvangen. Gelet op hetvermelde is de beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin alsonredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 1 april 2005.
secretaris voorzitter