Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0245/GB, 21 maart 2005, beroep
Uitspraakdatum:21-03-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/245/GB

Betreft: [klager] datum: 21 maart 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 januari 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis Zuyder Bos te Heerhugowaard afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 29 mei 2001 gedetineerd. Hij verbleef in de huis van bewaring-unit van de locatie De IJssel te Krimpen aan den IJssel. Op 18 februari 2004 is klager geplaatst in de gevangenis-unit van de locatie De IJssel. Klagerseerst mogelijke v.i.-datum valt op 21 oktober 2010.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis Zuyder Bos als volgt toegelicht.
Klager zou graag overgeplaatst willen worden naar Heerhugowaard, omdat zijn vrouw in Alkmaar woont. Voor hun relatie zou dit het beste zijn. Klager is nu al vier jaar gedetineerd en heeft zich netjes gedragen. Verzocht wordt om zijnverzoek nogmaals te bezien.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Bij de selectiebeslissing voor de gevangenis-unit van de locatie De IJssel is rekening gehouden met de door klager aangegeven voorkeur. Volgens de bezoeklijsten blijft klager niet verstoken van het bezoek van zijn echtgenote in DeIJssel. Ook ontvangt hij daar andere bezoekers. Gezien de lengte van de opgelegde straf en het strafrestant van klager is het alleszins redelijk om op enig moment gehoor te geven aan een verzoek tot overplaatsing. De praktijk heeftgeleerd dat veelal na achttien maanden verblijf in dezelfde inrichting het verblijf als sleur wordt ervaren en de behoefte gaat ontstaan om eens van omgeving te veranderen. Uit de inrichtingsrapportage blijkt dan veelal hoe de sleurzich manifesteert. Een overplaatsing eerder dan na een verblijf van achttien maanden wordt gehonoreerd als daar bijzondere omstandigheden voor zijn aan te wijzen, zoals het absoluut verstoken blijven van bezoek. Dit is echter nietaan de orde. Uit de rapportage blijkt niet dat klager uitgekeken zou zijn op de inrichting. Evenmin is het voor klager onmogelijk om bezoek te krijgen. Niet in te zien valt waarom klager nu reeds overgeplaatst zou moeten worden.Klager kan na een verblijf van achttien maanden in de inrichting een nieuw verzoek tot overplaatsing indienen, waarbij geen zware eisen aan de motivering zullen worden gesteld.

4. De beoordeling
Klager verblijft sinds 18 februari 2004 in de gevangenis-unit van de locatie De IJssel. In de omtrent klager uitgebrachte rapportage wordt klagers gedrag in de inrichting als positief beschreven. Uit de overgelegde bezoekstaat volgtdat klager regelmatig bezoek ontvangt van familie en ook van zijn echtgenote. De selectiefunctionaris heeft om deze redenen geen noodzaak gezien om klager over te plaatsen en om die reden zijn verzoek afgewezen. Daarbij is toegezegddat klager na een verblijf van achttien maanden in de inrichting een nieuw verzoek tot overplaatsing kan indienen en dat daaraan geen zware motiveringseisen zullen worden gesteld.
De beroepscommissie is gelet op het vorenstaande van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris niet in is strijd met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komendebelangen, evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 21 maart 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven