Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0335/GV, 8 maart 2005, beroep
Uitspraakdatum:08-03-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/335/GV

betreft: [klager] datum: 8 maart 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 4 februari 2005 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft aangevoerd dat zijn verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting ten onrechte is afgewezen. Dit heeft hij als volgt toegelicht. Gesteld wordt dat klager niet genoeg heeft gedaan met hulpverlening, maar klagerheeft verplicht reclasseringscontact. In de gevangenis kan er weinig gedaan worden aan klagers problematiek, maar er zal wel wat aan worden gedaan. Een verlof zou daarbij alleen maar helpen. Klager wil tijdens het verlof ook gaanzoeken naar werk.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Abusievelijk is de beslissing waarvan beroep gedagtekend 4 januari 2005. Dit is enige dagen later verbeterd in 4 februari 2005. De politie Wassenaar heeft negatief geadviseerd. De door klager gepleegde brandstichtingen kenden eenzeer grote mediagevoeligheid, waardoor grote maatschappelijke onrust in de omgeving en de maatschappij is ontstaan en de gevoelens van veiligheid in de samenleving in ernstige mate zijn aangetast. Niet is gebleken dat klager zelfactie heeft ondernomen om iets aan zijn problematiek en/of het verkrijgen van hulpverlening te doen. Ook in de inrichting kan beroep gedaan worden op diverse hulpverleners, waaronder de reclassering, en uit niets blijkt dat klagerdaarin actie heeft ondernomen. Er is bereidheid tot heroverweging van verloftoekenning in het laatste stadium van klagers detentie teneinde hem in staat te stellen om de nodige zaken voorafgaande aan zijn invrijheidstelling teregelen. Het advies is gegeven om een verlofadres te vinden ver weg van de regio Haaglanden, waar de delicten hebben plaatsgevonden, teneinde tot een positieve advisering van de politie te kunnen komen en de selectiefunctionaris instaat te stellen tot het opleggen van voorwaarden, waarin gesteld kan worden dat klager zich niet in de regio Haaglanden mag bevinden tijdens een verlof.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de locatie De Schie heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag en daarbij aangegeven dat, gezien de geestelijke achterstand van klager en het feit dat medegedetineerden het klager erg moeilijkmaken, een verlof doorgebracht bij zijn moeder klager goed zou doen. Klager heeft zich, ondanks zijn zwakbegaafdheid, tot op heden goed staande gehouden in de inrichting. Volgens de politie heeft klager zijn verzoek onvoldoendegemotiveerd. Dit kan geweten worden aan klagers geestelijke achterstand.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Den Haag is akkoord gegaan met verlofverlening.
De politie Wassenaar heeft aangegeven bezwaar te hebben tegen verlofverlening in verband met recidive of vlucht en omdat klagers aanvraag onvoldoende gemotiveerd is.

3. De beoordeling
Klager ondergaat gevangenisstraffen van respectievelijk 24 maanden en twee weken met aftrek, wegens brandstichting. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 17 oktober 2005.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal vier verlofaanvragen indienen.

Uit de inrichtingsrapportage blijkt dat klager positief gedrag vertoont in de inrichting. Zowel de inrichting als de officier van justitie hebben positief geadviseerd terzake van verlofverlening. De politie Wassenaar heeft eennegatief advies uitgebracht. Niet voor wat betreft het door klager opgegeven verlofadres, klager wenst het verlof bij zijn moeder door te brengen, maar in verband met de vrees voor recidive en omdat de verlofaanvraag door klageronvoldoende gemotiveerd is. Het laatste kan volgens de inrichting geweten worden aan het feit dat klager zwakbegaafd is.
Nu de afwijzing van de verlofaanvraag met name berust op het negatieve advies van de politie, dat summier schriftelijk is verwoord met ‘gevaar voor recidive of vlucht’ en ‘onvoldoende gemotiveerd’, zonder dat dit advies nader doorde politie schriftelijk is onderbouwd, is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris op onvoldoende gronden rust. Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. Deselectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Minister op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken (na ontvangst).
Zij kent aan klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. J.R. Meijeringh en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 8 maart 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven