Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2831/GM, 7 maart 2005, beroep
Uitspraakdatum:07-03-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/2831/GM

betreft: [klager] datum: 7 maart 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

alsmede het door zijn raadsman, mr. J. Biemold, namens klager ingediende beroepschrift,

gericht tegen medisch handelen door of namens de tandarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Flevoland, locatie Almere,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 16 november 2004 van de bemiddeling door de tandheelkundig adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 28 januari 2005, gehouden in de p.i. Amsterdam, is klager gehoord. Klagers raadsman, mr. R. Grijpstra, heeft telefonisch bericht verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.
De tandarts verbonden aan de locatie Almere is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het ongedateerde verzoek om bemiddeling aan de tandheelkundig adviseur, door tussenkomst van het secretariaat van de Raad op 27 mei 2004 toegezonden, betreft het niet adequaat behandelen van een kieswaar een stuk vanaf gebroken was.

2. De standpunten van klager en de tandarts
Klager heeft het volgende aangevoerd. Hij kwam ongeveer in september 2003, de exacte datum weet hij niet meer, bij de tandarts omdat er een stukje van zijn kies was afgebroken. De tandarts zou hem de week erna oproepen om de kies tebehandelen. Een oproep bleef echter uit. Toen klager na enige weken bij de tandarts kwam kreeg hij een wortelkanaalbehandeling, maar bleef de pijn. Na een verblijf in het PBC kwam klager bij de -nieuwe- tandarts en bleek de kiesniet meer te redden. Klager heeft gedurende lange periode veel pijn gehad en daarbij is hij door onzorgvuldig handelen van de tandarts zijn kies kwijtgeraakt.

De tandarts heeft het volgende standpunt ingenomen.
Klager verblijft niet meer in de locatie Almere. Omdat de toenmalige tandarts en assistente er niet meer werkzaam zijn is de feitelijke gang van zaken niet meer na te gaan.

3. De beoordeling
Aan de beroepscommissie is een kopie van klagers patiëntenkaart overgelegd. De wijze van registratie van de verrichtingen geeft geen uitsluitsel over de bij de diverse onderzoeken daadwerkelijk verrichte tandheelkundige handelingen.Voorts blijkt niet van een behandelplan noch van de uitvoering daarvan. De bij de stukken gevoegde foto’s zijn niet gedateerd, noch van een naam van klager voorzien. De beroepscommissie stelt vast dat de tandarts is tekortgeschotenin zijn registratieplicht.
Inhoudelijk gezien overweegt de beroepscommissie het volgende. Het afbrokkelingproces van klagers kies heeft zich in de periode tussen maart 2003 en najaar 2003 geleidelijk aan voorgedaan. Klager is naar aanleiding van de wegenspijn ingediende verzoekbriefjes niet adequaat opgeroepen. Vervolgens is een wortelkanaalbehandeling ingezet, doch niet op zorgvuldige wijze afgemaakt. Klager heeft daarna pijnklachten gehouden. In klagers geval is geen sprakegeweest van tijdige actieve behandeling door de tandarts. Dit alles heeft er toe geleid dat klagers kies uiteindelijk niet meer te redden was. Deze handelwijze acht de beroepscommissie verwijtbaar en onjuist.
De beroepscommissie is, het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien, van oordeel dat sprake is van een onvoldoende zorgvuldige registratie van medisch handelen en onjuist tandheelkundig handelen door de aan de inrichtingverbonden tandarts. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard. Aan klager komt, zijn langdurige pijn en het verlies van zijn kies in aanmerking genomen, de na te noemen tegemoetkoming toe.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond.

Zij bepaalt de aan klager ten laste van de locatie Almere toekomende tegemoetkoming op € 100,-.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, M.F. van Brederode-Zwart en P. Hanedoes, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 7 maart 2005

secretaris voorzitter

Naar boven