Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2965/GA en 04/2966/GA, 16 februari 2005, beroep
Uitspraakdatum:16-02-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

.

nummer: 04/2965/GA en 04/2966/GA

betreft: [klager] datum: 16 februari 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen uitspraken van 7 december 2004 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Alphen aan den Rijn,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op de beroepen en klager om de beroepen schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de beklagen en de uitspraken van de beklagrechter
De beklagen betreffen
1. wijziging van het dagprogramma (04/2965/GA);
2. het niet tijdig mededelen van wijziging van het dagprogramma (04/2966/GA).

De beklagrechter heeft de beklagen kennelijk ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Terzake van het beklag onder 1.1 zijn geen toelichtingen verstrekt.
Ten aanzien van het beklag onder 1.2 geldt het volgende.
Klager heeft zijn standpunt in beroep als volgt toegelicht.
De beklagrechter acht het aannemelijk dat de gedetineerdencommissie alle gedetineerden heeft geïnformeerd na het overleg met de directie over de invulling en invoering van het nieuwe dagprogramma. Het is echter de taak van dedirecteur en niet van de gedetineerdencommissie om een ingrijpende vermindering van het dagprogramma met twintig uur bekend te maken. In het Reglement Gedetineerdencommissie staat dat het afdelingshoofd dient te zorgen voor een voorde directeur en afdelingshoofden bestemde besluitenlijst. Door middel van een op 15 november 2004 gedateerde uitdraai van het dagprogramma voor de unit Noord zijn de gedetineerden eerst eind november 2004 op de hoogte gebracht.

De directeur heeft zijn standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Vanaf maart 2004 zijn de contacten met de gedetineerdencommissie van klagers unit aanzienlijk geïntensiveerd en gereguleerd en heeft er tweewekelijks overleg plaatsgehad, waarbij telkenmale het terugbrengen van het dagprogramma van74 naar 63 uur als gevolg van bezuinigingsmaatregelen aan de orde is geweest. Begin oktober 2004 is aan de gedetineerdencommissie medegedeeld dat met ingang van 15 november 2004 de beslissingen betreffende het 63-uurs-dagprogramma,de meerpersoonscellen en de vermindering van deelname aan de arbeid van kracht zouden zijn, alsmede is haar een exemplaar van het dagprogramma verstrekt. De gedetineerdencommissie informeert als gesprekspartner van de directeur haarachterban. Daarnaast hebben de afdelingshoofden via de prikborden alle wijzigingen kenbaar gemaakt en door middel van een schema het dagprogramma voor alle gedetineerden inzichtelijk gemaakt. Dat alle gedetineerden tijdig op dehoogte waren, is af te leiden uit het probleemloos verlopen van de gewijzigde bezoeksystematiek, die mogelijk maakt dat elke gedetineerde op afspraak zijn bezoek kan plannen.
Klagers boosheid over het ten onrechte afwijzen van een verzoek tot verlof, welke beslissing de directeur heeft herzien, heeft hem verleid tot allerlei beklag- en beroepszaken.

3. De beoordeling ten aanzien van beide beklagen
Krachtens artikel 5, eerste en tweede lid, Pbw stelt de directeur met inachtneming van de Regeling model huisregels penitentiaire inrichtingen de huisregels voor de inrichting of afdeling vast. In paragraaf 2.3 van deze Regeling isbepaald dat de directeur in de huisregels de dagindeling opneemt, alsmede dat in inrichtingen met een regime van algehele gemeenschap de verblijfstijd in de verblijfsruimte wordt aangegeven.
In paragraaf 2.3 van de inrichtingshuisregels wordt voor het per afdeling vastgestelde dagprogramma verwezen naar het publicatiebord op de afdeling.
De wijziging van het dagprogramma is een wijziging van algemene, voor alle op de afdeling A van unit Noord verblijvende gedetineerden geldende regels. Voorzover die wijziging geen strijd oplevert met hogere wet- of regelgeving endie wijziging tijdig bekend is gemaakt, staat daartegen geen beklag of beroep open.
De beroepscommissie stelt vast dat het gewijzigde dagprogramma van afdeling A van unit Noord, alwaar klager verblijft, ten minste voldoet aan het voor het dagprogramma in artikel 3, tweede lid, van de Penitentiaire maatregel (Pm)genoemde minimumaantal uren per week. Aannemelijk is dat de directeur heeft beslist tot wijziging van het dagprogramma en deze beslissing meer dan een maand voor het ingaan ervan op 15 november 2004 aan de gedetineerdencommissieheeft medegedeeld onder meer onder overlegging van de schriftelijke uitwerking van het dagprogramma. Bovendien hebben de afdelingshoofden de gedetineerden via het prikbord op de afdeling geïnformeerd. Derhalve heeft de directeur degedetineerden tijdig op de hoogte gesteld van de wijziging. Het vorenstaande leidt ertoe dat het beklag voorzover dat betrekking heeft op de wijziging van het dagprogramma (04/2965/GA) alsnog niet-ontvankelijk zal worden verklaarden dat het beroep voorzover dat betrekking heeft op het niet tijdig mededelen van genoemde wijziging (04/2966/GA) ongegrond zal worden verklaard.
Tot slot merkt de beroepscommissie op dat het aangewezen is om overeenkomstig paragraaf 2.3 van de Regeling model huisregels penitentiaire inrichtingen de dagindeling op te nemen in de huis- of afdelingsregels.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter die betrekking heeft op de wijziging van het dagprogramma, verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag (04/2965/GA).
De beroepscommissie verklaart het beroep inzake het niet tijdig mededelen van de wijziging van het dagprogramma (04/2966/GA) ongegrond en bevestigt de desbetreffende uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. E. van der Waal-van der Linden, secretaris, op 16 februari2005

secretaris voorzitter

Naar boven