Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2592/GA, 10 februari 2005, beroep
Uitspraakdatum:10-02-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/2592/GA
betreft: [klager] datum: 10 februari 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 12 oktober 2004 van de beklagcommissie bij de locatie Roermond,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 14 januari 2005, gehouden in de p.i. Vught, is klager gehoord.
De directeur van de locatie Roermond heeft telefonisch laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet langer mogen volgen van een (computer)cursus Excel.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is het niet eens met de zienswijze van de directeur en dus ook niet met de uitspraak van de beklagcommissie. In die uitspraak staan overigens onjuistheden, met name is daarin klagers standpunt onjuist weergegeven.
Tijdens klagers verblijf in de locatie Roermond is de onderwijsregeling gewijzigd. Vóór die wijziging mocht klager twee maal per week op een onderwijscomputer werken aan een cursus Excel. Opeens werd er op het mededelingenbordmededeling gedaan dat met ingang van 31 augustus 2004 / 1 september 2004 het onderwijsaanbod kwam te vervallen. Klager heeft toen nog bij de medewerker van de afdeling onderwijs aangegeven dat hij door wilde gaan met de cursus waarhij inmiddels al een week mee bezig was. Klager is aan die cursus begonnen terwijl hij in de locatie Overmaze verbleef. Vervolgens is hij tegen zijn zin overgeplaatst naar Roermond. Klager heeft in Roermond die cursus kunnenblijven volgen. Klager is dan ook van mening dat de directeur hem (persoonlijk) had moeten mededelen dat hij niet langer aan die cursus mocht deelnemen. Klager heeft in Roermond gedurende twee maanden die cursus kunnen volgen. Omdateen schriftelijke cursus Excel (een computerprogramma) niet zinvol is, is de opmerking van de directeur daarover weinig zinvol. Aan klager is geen enkele andere mogelijkheid geboden om alsnog onderwijs te kunnen volgen. De wijzigingvan het dagprogramma is door de directeur wel met de gedetineerdencommissie (Gedeco) besproken en die hebben daar mee ingestemd; dat komt echter omdat de Gedeco bij voorbaat wist dat hier voor hen niets te halen viel en omdat zijdaarom andere prioriteiten hebben gesteld. Daar heeft klager echter niets aan.

Ter zitting van de beroepscommissie d.d. 17 december 2004, gehouden in de p.i. Vught, is de directeur van de locatie Roermond gehoord in het onderhavige beroep. Klager kon op die datum door omstandigheden buiten zijn schuld niet terzitting aanwezig zijn. De behandeling van het beroep is vervolgens aangehouden teneinde klager in staat te stellen zijn standpunt tegenover de beroepscommissie naar voren te brengen. Van hetgeen op 17 december 2004 is voorgevallen,is verslag gemaakt. Een kopie van dat verslag is aan deze uitspraak aangehecht. Blijkens dat verslag heeft de directeur in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De directeur heeft verklaard dat de mogelijkheid om onderwijs te volgen in het huis van bewaring vóór 1 september 2004 al zeer beperkt was. Er was taalonderwijs en computerles. Besloten is om te stoppen met het “klassikale”onderwijs onder leiding van een onderwijzer. Thans bestaat alleen nog de mogelijkheid tot het volgen van schriftelijke cursussen.

3. De beoordeling
Door klager is aangevoerd dat het onderzoek van de beklagcommissie onvoldoende en/of onvolledig is geweest. Daargelaten de juistheid van klagers stelling, kan daaraan voorbij worden gegaan nu het beklag in beroep opnieuw ten grondewordt beoordeeld.

De beroepscommissie acht voldoende aannemelijk geworden dat klager, terwijl hij in de locatie Roermond verbleef, onderwijs genoot, te weten een cursus Excel. Onweersproken is dat klager die cursus heeft aangevangen in de locatieOvermaze en deze vervolgens – kennelijk met toestemming van de directeur – heeft voortgezet in de locatie Roermond. Het vervolgens klager niet langer in de gelegenheid stellen om die cursus te volgen is een beslissing als bedoeld inartikel 60, eerste lid, van de Pbw, waartegen beklag open staat. De omstandigheid dat er – bij wijziging van het dagprogramma – in het geheel geen onderwijs, afgezien van schriftelijke cursussen, meer wordt geboden in de locatieRoermond, doet daaraan niet af, nu het beklag is gericht tegen een hem betreffende toepassing van die (wijziging) van het dagprogramma. Gelet hierop kan de uitspraak van de beklagcommissie niet in stand blijven en dient klageralsnog ontvankelijk te worden verklaard in zijn beklag.
Nu de stopzetting van de betreffende cursus Excel niet aan klager persoonlijk is medegedeeld en er daarnaast bij die stopzetting geen redelijke termijn in acht is genomen, de stopzetting is welhaast met onmiddellijke ingangdoorgevoerd, moet de onderhavige beslissing van de directeur – daargelaten de vraag naar een eventuele strijd met de in de inrichting geldende voorschriften – in ieder geval onzorgvuldig en mitsdien onredelijk worden geacht. Hetbeklag zal daarom alsnog gegrond worden verklaard.

Nu de gevolgen van de bestreden beslissing van de directeur niet meer ongedaan gemaakt kunnen worden, ziet de beroepscommissie aanleiding voor de vaststelling van een financiële tegemoetkoming. De directeur is in de gelegenheidgesteld zijn standpunt omtrent de hoogte van een eventuele tegemoetkoming kenbaar te maken. De beroepscommissie acht in dit geval een tegemoetkoming van € 100,= op zijn plaats.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 100,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. D.J. Dee, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 10 februari 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven