Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0223/SGA, 8 februari 2005, schorsing
Uitspraakdatum:08-02-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Dagprogramma  v

Uitspraak

Nummer: 05/223/SGA
betreft: 17 gedetineerden datum: 8 februari 2005

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

de directeur van het huis van bewaring (h.v.b.) Zuyder Bos te Heerhugowaard, verder verzoeker te noemen.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 70, tweede lid, Pbw, van de tenuitvoerlegging van een uitspraak d.d. 28 januari 2005 van de beklagcommissie bij voormelde inrichting, gegeven op klachten van [...], verder tenoemen klagers.

Het beklag betreft het aantal uren aangeboden activiteiten ingevolge het dagprogramma zoals dat per 26 september 2004 in werking is getreden.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard, de beslissing van de directeur vernietigd en de directeur opgedragen om binnen drie weken na de verzending van de uitspraak een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming vande uitspraak van de beklagcommissie.

De voorzitter heeft kennis genomen van bedoelde uitspraak van de beklagcommissie en de onderliggende stukken en het beroepschrift van de directeur. Namens klagers [...] heeft mr. G.V. van der Bom op 7 februari 2005 gereageerd. Deoverige klagers zijn in de gelegenheid gesteld op het schorsingsverzoek te reageren. Zij hebben van die gelegenheid geen gebruik gemaakt.

1. De standpunten van verzoeker en van klagers
Uit de inlichtingen van verzoeker komt naar voren dat de beklagcommissie, bij haar beoordeling van de vraag of het dagprogramma voor het h.v.b. 43 uren aan activiteiten en bezoek omvat, zich gebogen heeft over een drietalprincipiële vragen. Een van de vragen is of geestelijke verzorging en / of kerkbezoek te beschouwen zijn als activiteit. Klager is, anders dan de beklagcommissie, van mening dat zulks het geval is. Klager stelt zich op het standpuntdat al hetgeen in artikel 41 van de Pbw is opgenomen, valt onder de noemer activiteit. Overigens heeft de beroepscommissie in haar uitspraak van 12 mei 2003, kenmerk 03/578/GA geoordeeld dat een groepsgesprek moet worden gezien alseen activiteit. Omdat de beklagcommissie aan de directeur heeft opgedragen binnen drie weken een nieuw dagprogramma te realiseren, terwijl er onduidelijkheid bestaat of geestelijke verzorging wel of niet een activiteit is, heeftklager een belang dat de uitspraak van de beklagcommissie op dit punt geschorst wordt.

Door mr. G.V. van der Bom is nog naar voren gebracht dat klagers van mening zijn dat het schorsingsverzoek niet voor toewijzing in aanmerking komt, omdat de directeur het verzoek niet heeft onderbouwd. Voorts zijn klagers van meningdat de aard van het onderwerp van het beklag van dien aard is dat het zich niet voor schorsing leent.

2. De beoordeling
Ten aanzien van het verzoek overweegt de voorzitter dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de beklagcommissie slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat dezaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beroep is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dater een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat hier het geval. Indien de directeur verplicht zou zijn om hetdagprogramma aan te passen zoals door de beklagcommissie is overwogen, bestaat de niet als ondenkbeeldig te verwaarlozen kans, dat het dagprogramma na de uitspraak op het beroep andermaal zou moeten worden gewijzigd. Nu het devoorzitter ambtshalve bekend is dat wijzigingen in de organisatie van het dagprogramma door de gedetineerden als zodanig ingrijpend worden ervaren dat daardoor de orde en rust in de inrichting en daarmee de ongestoordetenuitvoerlegging van de detentie in het geding kan komen en omdat te verwachten valt dat de beroepscommissie binnen afzienbare tijd op het beroep van de directeur zal beslissen, acht de voorzitter in dit geval termen aanwezig detenuitvoerlegging van de uitspraak van de beklagcommissie te schorsen tot het moment dat op het beroep zal zijn beslist.

De voorzitter overweegt daarbij nog dat het in artikel 3 van de Penitentiaire maatregel bepaalde omtrent het dagprogramma en het aanbod van activiteiten op zich geen verplichting met zich brengt voor de directeur om in eeninrichting met een regime van beperkte gemeenschap een dagprogramma met tenminste 43 uren activiteiten per week aan te bieden. Genoemd artikel luidt – voor zover hier van belang – sedert 13 september 2004 immers:
”(...)
3. In het regime van beperkte gemeenschap, bedoeld in artikel 21 van de wet worden tussen 18 uren en 63 uren per week aan activiteiten en bezoek geboden.(...)”

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de uitspraak van de beklagcommissie, voorzover betrekking hebbend op de aan de directeur opgelegde verplichting om binnen drie weken vanaf verzending van de uitspraak een nieuwdagprogramma te realiseren waarin netto minimaal 43 uur aan activiteiten en bezoek wordt opgenomen.

Aldus gedaan door mr. Y.A.J.M. van Kuijck, voorzitter in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 8 februari 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven