Nummer: 04/3060/GB
Betreft: [klager] datum: 28 januari 2005
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 13 december 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de afdeling voor psychologisch onvolwassenen (huis van bewaring, hierna jovo-h.v.b.) Zwaag ongegrond verklaard.
2. De feiten
2.1. Klager is sedert 5 februari 2004 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in de h.v.b.-unit van de locatie De IJssel te Krimpen aan den IJssel. Op 16 december 2004 is hij overgeplaatst naar het jovo-h.v.b. Zwaag.
3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht. Klagers moeder heeft een baan en kan alleen maar op bepaalde dagen vrij krijgen en is afhankelijk van het openbaarvervoer. Klager vindt het asociaal dat iemand met een goede inrichtingsrapportage afgezonderd wordt van de mensen van wie hij veel steun krijgt en die hij nodig heeft om normaal te kunnen functioneren. Bezoek ontvangen is nuonmogelijk. Klager begrijpt niet waarom hij niet in een jovo in de buurt van Rotterdam kon worden geplaatst. Het komt klager niet ten goede dat hij in een jovo is geplaatst. Hij kan veel beter opschieten met volwassenen. De jovolijkt wel een kleuterschool. Hij maakt in de jovo de gehele dag getreiter, gejen, bedreigingen, uitlokkingen en zeer kinderachtig gedrag mee. In de h.v.b.-unit van De IJssel heeft hij dat nog nooit meegemaakt. Klager bouwt in dejovo onnodig veel stress en frustratie op. Door zijn lange voorarrest ondervindt hij al genoeg problemen. Klager prefereert plaatsing in een normale inrichting en om dan gewoon weer zijn familie te kunnen zien.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft een jovo-indicatie en medische en/of financiële bewijsstukken, waaruit blijkt dat zijn bezoek niet tot reizen in staat is ontbreken. Bezoektijden zijn in iedere inrichting onderhevig aan beschikbare dagen en/oftijdstippen en bezoekperikelen zijn in zijn algemeenheid inherent aan detentie. Klager schrijft dat zijn moeder en zus geen vaste diensttijden bij hun werkgever hebben zodat zij derhalve in staat zouden ometen zijn tot het afleggenvan bezoek na overleg en rekening houdend met de inrichtingsmogelijkheden en bezoektijden. De afstand Rijswijk-Zwaag wordt niet onoverkomelijk geacht. Zwaag is per auto goed te bereiken in tegenstelling tot de locatie De IJssel diematig bereikbaar is per auto en per openbaar vervoer en ook geen jovo-status heeft.
4. De beoordeling
4.1. Volgens artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van
gedetineerden worden in inrichtingen of afdelingen voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassenen onder meer gedetineerden geplaatst die ouder zijn dan 17 jaar en die zich door hun gedrag kenmerken als psychologischonvolwassen. Uit het handboek voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassen mannen binnen het gevangeniswezen (Ministerie van Justitie, Dienst Justitiële Inrichtingen, augustus 2001) kan worden afgeleid dat psychologischeonvolwassenheid zich in algemene zin kenmerkt door een gebrek aan vaardigheden die noodzakelijk zijn voor een goede persoonlijke ontwikkeling. Daarbij komt dat gedetineerden in de leeftijd van 16 tot (indicatief) 24 jaar zich in hetalgemeen in een relatief kwetsbare periode van hun ontwikkeling bevinden. Om te bepalen of een gedetineerde is gebaat bij plaatsing in een inrichting voor psychologisch onvolwassenen vindt indicatiestelling plaats.
4.2. Klager valt qua leeftijd onder de categorie gedetineerden die in een jovo-
inrichting kunnen worden geplaatst. De selectiefunctionaris heeft aangeven dat uit klagers indicatiestelling zou blijken dat klager ook aan het tweede criterium van artikel 16 van de Regeling voldoet. De beroepscommissie is vanoordeel dat dit uit klagers indicatiestelling niet zonder meer blijkt, terwijl klager bezwaar heeft tegen de plaatsing in het jovo-circuit en zich in het dossier ook geen andere stukken bevinden, die er op duiden dat klager zichdoor zijn gedrag gekenmerkt heeft als psychologisch onvolwassen.
4.3. Gelet op het bovenstaande is de beslissing van de selectiefunctionaris
onvoldoende met redenen omkleed. Het beroep zal mitsdien gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing worden vernietigd.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming, nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing ongedaan zijn te maken.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 28 januari 2005
secretaris voorzitter