Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2769/GB, 27 januari 2005, beroep
Uitspraakdatum:27-01-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/2769/GB

Betreft: [klager] datum: 27 januari 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. W.J. Ausma, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 16 november 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een huis van bewaring (h.v.b.) te Amsterdam afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 2 februari 2004 gedetineerd. Hij verblijft als preventief gehechte in het h.v.b. De Marwei te Leeuwarden.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De afwijzende beslissing is met name gebaseerd op het oordeel van de officier van justitie. Dit oordeel is niet alleen onduidelijk gemotiveerd, maar ook onbegrijpelijk, geletop het feit dat de medeverdachten reeds bijna allemaal zijn afgestraft en klager zijn verklaring inmiddels heeft afgelegd. Klager verblijft nu reeds geruime tijd in voorarrest. Hij voelt zich geïsoleerd, omdat hij geen bezoekkrijgt. Leeuwarden is een heel eind van Schiphol. Wanneer er familie in Nederland is, is Leeuwarden bijna niet te bereizen.

Klager heeft hier zelf nog aan toegevoegd dat de infrastructuur in Nederland geen probleem voor zijn bezoek oplevert, maar dat dit de afstand tussen Schiphol en Leeuwarden is. Klager heeft voorts aangevoerd dat er in zijn strafzaakgeen medeverdachten zijn. Zouden die er wel zijn, dan wijst klager nog op het feit dat er in Amsterdam meerdere huizen van bewaring zijn.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
De officier van justitie te Alkmaar heeft bericht dat een overplaatsing van klager naar een h.v.b. in Amsterdam indruist tegen de belangen van de strafvordering. Gelet hierop heeft de selectiefunctionaris klagers verzoek totoverplaatsing naar een h.v.b. in Amsterdam afgewezen, waarbij nog is aangetekend dat het voor bezoekers van klager uit het buitenland, ook gelet op de bestaande infrastructuur, zeer wel mogelijk is klager in Leeuwarden te bezoeken.

Desgevraagd heeft de selectiefunctionaris op 18 januari 2005 bericht dat de officier van justitie die aanvankelijk bezwaar had tegen inwilliging van klagers verzoek tot overplaatsing, thans geen bezwaar meer heeft.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De selectiefunctionaris heeft zijn afwijzende beslissing in hoofdzaak gebaseerd op het negatieve advies van de officier van justitie te Alkmaar. In dat advies wordt het volgende overwogen: “In de penitentiaire inrichtingenin en rond Amsterdam zijn wel mededaders van verdachte gedetineerd, waaronder iemand die nog als getuige gehoord moet worden. Gelet op het bovenstaande is het O.M. van mening dat overplaatsing van verdachte op dit moment indruisttegen de belangen van de strafvordering.”. Desgevraagd heeft de selectiefunctionaris op 18 januari 2005 bericht dat de officier van justitie thans geen bezwaar meer heeft tegen inwilliging van klagers verzoek tot overplaatsing.

4.3. Op het moment dat de selectiefunctionaris diende te beslissen op klagers verzoek tot overplaatsing, kon de selectiefunctionaris in redelijkheid tot afwijzing van klagers verzoek tot overplaatsing beslissen. Gelet echter opde in het kader van de behandeling van het onderhavige beroepschrift naar voren gekomen omstandigheden, waaronder in het bijzonder de omstandigheid dat de officier van justitie te Alkmaar thans geen bezwaar meer heeft tegeninwilliging van klagers verzoek, dient klagers beroep gegrond te worden verklaard. De bestreden beslissing zal worden vernietigd en de selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming vandeze uitspraak. Aan klager zal geen tegemoetkoming worden toegekend.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 27 januari 2005

secretaris voorzitter

Naar boven