Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2794/GA, 28 januari 2005, beroep
Uitspraakdatum:28-01-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/2794/GA

betreft: [klager] datum: 28 januari 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de vaststelling van een tegemoetkoming inhoudende vier uur extra weekendverlof van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Noord-Brabant Noord, locatie De Corridor te Zeeland,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft een tegemoetkoming inhoudende vier uur extra weekendverlof vastgesteld vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de oplegging van een disciplinaire straf van vier, feitelijk vijf, dagenstrafcel, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming staat in geen verhouding tot de opgelegde disciplinaire straf. Klagers voorkeur gaat uit naar een financiële tegemoetkoming en hij verwijst daarbij naar een lijstje metstandaardbedragen van tegemoetkomingen van de RSJ.

De directeur heeft zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Alsmaatstaf daarvoor kunnen dienen het eventueel gederfde loon en de gemiste faciliteiten. Genoemd ongemak bestond voor klager uit het feit dat hij feitelijk vijf dagen in de strafcel heeft verbleven terzake waarvan zijn beklagformeeel gegrond is bevonden.
De tegemoetkoming is niet bedoeld als schadevergoeding, voor het verkrijgen waarvan andere wegen openstaan. Zo kan klager ingevolge de circulaire van 13 augustus 1993, kenmerk 383893/93/DJ, een verzoek om schadevergoeding richtenaan de directeur van de desbetreffende inrichting, terwijl hij zich ook kan wenden tot de civiele rechter.
In artikel 68, zevende lid, Pbw is bepaald dat de tegemoetkoming geldelijk van aard kan zijn. In dier voege zal de tegemoetkoming, gelet op de omstandigheden van het geval, worden vastgesteld op € 20,=. Dat brengt mee, dat als na temelden op het beroep moet worden beslist.

3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en kent aan klager een tegemoetkoming toe van € 20,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 28 januari 2005

secretaris voorzitter

Naar boven