Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2955/GA, 26 januari 2005, schorsing
Uitspraakdatum:26-01-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/2955/GA

betreft: [klager] datum: 26 januari 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 30 november 2004 van de beklagcommissie bij de locatie Lunette te Zutphen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de afwijzing van klagers verzoek tot algemeen verlof van 5 tot 7 november 2004.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager erkent contact te hebben gehad met mevrouw [A] in verband met de spullen die klager nog van haar heeft, doch betwist enige bedreiging zijnerzijds jegens haar. Zij zal dat desgevraagd vermoedelijk beamen. Ook hetinrichtingspersoneel begrijpt niet dat klagers aanvraag tot verlof is afgewezen. Klager heeft al vier maanden zijn twee kinderen niet gezien, terwijl hij zo heeft moeten vechten voor een omgangsregeling. Hij is bang zo zijn kinderenkwijt te raken.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Krachtens artikel 3, eerste lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting van 24 december 1998, nr. 733726/98, wint de directeur na het ontvangst van het verlofverzoek alle benodigde inlichtingen en adviezen in.
Gebleken is dat de directeur het nodig heeft geoordeeld alvorens tot een beslissing terzake van klagers verlof te komen om naast het advies van het gedetineerdenberaad ook advies in te winnen bij de officier van justitie wegens doordrie vrouwen gemelde en als ongewenst, hinderlijk en/of bedreigend ervaren telefonische contacten door klager met hen.
De officier van justitie heeft op 25 oktober 2004 negatief geadviseerd wegens het feit dat een van deze drie vrouwen het slachtoffer is in de zaak, waarin klager is veroordeeld voor poging tot zware mishandeling en tot doodslag,wegens het zich niet houden aan de in het vonnis opgelegde bijzondere voorwaarde de aanwijzingen van de reclassering op te volgen en het staken van de behandeling (cursus Veilig Huis) bij De Waag. Aan de afwijzende beslissing van 26oktober 2004 op klagers verzoek tot verlof heeft de directeur het negatieve advies van de officier van justitie en het niet nakomen door klager van de afspraak terzake van zijn behandeling bij De Waag, derhalve weigeringsgronden exartikel 4, onder a en d, van genoemde Regeling ten grondslag gelegd. Op grond van het vorenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de bestreden beslissing niet in strijd is met de wet, noch bij afweging van alle in aanmerkingkomende belangen onredelijk of onbillijk moet worden geacht. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. E. van der Waal-van der Linden, secretaris, op 26 januari2005

secretaris voorzitter

Naar boven