Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2944/GB, 17 januari 2005, beroep
Uitspraakdatum:17-01-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/2944/GB

Betreft: [klager] datum: 17 januari 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. O.E. de Jong, namens

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een op 1 december 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klaagster gericht tegen de beslissing haar over te plaatsen naar de penitentiaire inrichting voor vrouwen Breda (huis van bewaring: h.v.b.) ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klaagster is sedert 25 januari 2003 gedetineerd. Zij verbleef als passant in afwachting van plaatsing in een tbs-inrichting in het h.v.b. voor vrouwen Ter Peel te Sevenum. Op 16 december 2004 is zij overgeplaatst naar depenitentiaire inrichting voor vrouwen Breda (h.v.b.).

3. De standpunten
3.1. Namens klaagster is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht. Op klaagster is de zogenaamde carrouselregeling van toepassing in verband met beheersproblemen, die klaagster zougeven. Om de drie maanden wordt zij overgeplaatst naar een andere penitentiaire inrichting. Voor klaagster is dit onaanvaardbaar. Zij lijdt ernstig onder de verplaatsingen, die tevens veel ongemak met zich meebrengen. Na iedereoverplaatsing moet zij dikwijls een maand op de inkomstenafdeling doorbrengen.Voorts brengt het overplaatsen administratief ongemak voor haar mee. Ook voor haar bezoek is het zeer lastig. Haar dochter en moeder weten langzamerhandniet meer waar en wanneer ze haar kunnen bezoeken. De onrust, veroorzaakt door al die verplaatsingen, doet klaagster geen goed en heeft invloed op haar gedrag.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klaagster vertoont in toenemende mate ernstig problematisch gedrag, waarmee zij de orde, rust en veiligheid in de inrichting danig verstoort zodatvoortzetting van de detentie in een andere penitentiaire inrichting noodzakelijk was. Uit de door de inrichting overgelegde stukken blijkt de noodzaak van de overplaatsing.

4. De beoordeling
4.1. Klaagster behoort, gelet op haar status als passant in afwachting van haar plaatsing in een tbs-inrichting, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Uit de door de inrichting overgelegde stukken blijkt dat klaagster vanaf haar eerste dag van verblijf in Sevenum voor onrust en overlast heeft gezorgd. Ze vertoonde voortdurend dreigend, dwingend, uitdagend en grensverleggendgedrag en heeft aangekondigd daarmee door te zullen gaan totdat ze overgeplaatst zou worden. De inrichting heeft getracht om haar, in overleg met de psycholoog, op de juiste manier te bejegenen, maar haar gedrag was dermatedestructief en storend voor personeel en medegedetineerden dat haar overplaatsing noodzakelijk werd geacht. Derhalve is de beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van deselectiefunctionaris niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Hetgeen klaagster heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden isonvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 17 januari 2005

secretaris voorzitter

Naar boven