Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2456/GBC, 11 januari 2005, beroep
Uitspraakdatum:11-01-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/2456/GBC (tegemoetkoming)

Betreft: [klager] datum: 11 januari 2005

UITSPRAAK

van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw).

[...], verder klager te noemen, heeft beroep ingesteld tegen een op 30 september 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris tot het ongegrond verklaren van het bezwaarschrift van klager gericht tegen beslissing hem teplaatsen in de gevangenis Dordtse Poorten te Dordrecht.

Bij uitspraak van 25 november 2004 heeft de beroepscommissie het beroep gegrond verklaard. Zij heeft daarbij tevens bepaald dat zij in een afzonderlijke beslissing, na de selectiefunctionaris te hebben gehoord, zal bepalen of enigetegemoetkoming als bedoeld in artikel 73, vierde lid, juncto artikel 68, zevende lid, Pbw aan klager geboden is.

De selectiefunctionaris is in de gelegenheid gesteld zijn standpunt kenbaar te maken omtrent een aan klager toe te kennen tegemoetkoming. Hij heeft medegedeeld dat hij naar aanleiding van de uitspraak van de beroepscommissie op 29november 2004 heeft beslist dat klager zal worden geplaatst in de beperkt beveiligde inrichting Maashegge te Overloon. De selectiefunctionaris heeft telefonisch laten weten dat hij van mening is dat de toekenning van eentegemoetkoming naar zijn mening niet aan de orde is, nu zijn eerdere – thans vernietigde – beslissing niet was genomen in strijd met de wet.

Beoordeling
De beroepscommissie stelt vast dat klager op 7 september 2004 is overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie De Dordtse Poorten te Dordrecht, alwaar hij tot 10 december 2004 heeft verbleven. Klager heeft mitsdien van 30 augustus2004 tot 10 december 2004 ten onrechte verbleven in een gevangenis met een standaard beveiligingsniveau, terwijl hij in een gevangenis met een (zeer) beperkt beveiligingsniveau had moeten verblijven. Nu de rechtsgevolgen hiervanniet meer ongedaan zijn te maken, zal de beroepscommissie klager na te noemen geldelijke tegemoetkoming toekennen.

Beslissing
De beroepscommissie bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 225,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 11 januari 2005

secretaris voorzitter

Naar boven