Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2614/GB, 4 januari 2005, beroep
Uitspraakdatum:04-01-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/2614/GB

Betreft: [klager] datum: 4 januari 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. B.H.M. Nijsten, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 22 oktober 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de penitentiaire inrichtingen Limburg-Zuid, gevangenis De Geerhorst te Sittard ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 21 augustus 2003 gedetineerd. Hij verblijft in het huis van bewaring te Maastricht. Vanuit deze inrichting is hij geselecteerd voor de gevangenis De Geerhorst, waar een regime van algehele gemeenschap geldt. Dezeplaatsing was ten tijde van het instellen van het beroep nog niet gerealiseerd.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Ten tijde van de bestreden beslissing had klager zijn hoger beroep ingetrokken, zodat van een openstaande zaak niet meer gesproken kon worden. Dat klager zijn ex-partner zou bedreigen wordt op geen enkele wijze onderbouwd. Voorzover het openbaar ministerie zich baseert op uitlatingen van de ex-partner, wordt opgemerkt dat deze verklaringen ongeloofwaardig zijn. Klager meent dan ook dat er aan een plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.)niets in de weg staat.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op het moment van beslissen had klager nog een openstaande zaak, zodat de einddatum van zijn detentie niet bekend was. Daarnaast is er informatie dat klager zijn ex-partner bedreigt. Deze omstandigheden vormen contra-indicaties voorplaatsing in een inrichting met een beperkt of zeer beperkt beveiligingsniveau.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis De Geerhorst is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van allein aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in overweging genomen dat de selectiefunctionaris reeds op basis van de door de advocaat generaal bij het ressortparket te’s-Gravenhage verstrekte informatie met betrekking tot de door klager geuite bedreigingen jegens zijn ex-partner op goede gronden heeft kunnen concluderen dat klager niet voor plaatsing in een inrichting met een beperktbeveiligingsniveau in aanmerking komt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 4 januari 2005

secretaris voorzitter

Naar boven