Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2577/GB, 23 december 2004, beroep
Uitspraakdatum:23-12-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/2577/GB

Betreft: [klager] datum: 23 december 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 15 oktober 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) De Corridor te Zeeland afgewezen.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 11 februari 2004 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis voor psychologisch onvolwassenen te Vught.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing als volgt toegelicht.
Hij heeft enkele tatoeages op zijn borst aangebracht, waarna hij onder cameratoezicht is geplaatst. Zo veel gedetineerden brengen tatoeages aan. Klager begrijpt niet wat voor rare uitspraken hij zou hebben gedaan. Dat hij nietaltijd vrolijk is heeft niets te maken met een onstabiele houding, maar is te wijten aan het feit dat hij gedetineerd is en zijn dierbaren moet missen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager vertoont automutilatief gedrag. Verder doet hij rare uitspraken, is hij onder cameratoezicht geplaatst en vertoont hij een onstabiele houding en dito gedrag. Op basis van dat alles is hij niet geschikt voor plaatsing in eenb.b.i..

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (15 augustus 2000, nummer 5042803/00/DJI), die op 1 oktober 2000 in werking is getreden, komen naast zelfmelders voor plaatsing ineen beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. In de Memorie van Toelichting op dit artikel staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een belangrijke rolspeelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van depreventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen deaard, zwaarte en achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk wordenaangemerkt. Hierbij is het gedrag van klager, zoals in de bestreden beslissing weergegeven en nader is toegelicht door de inrichtingspsycholoog, uit welke toelichting blijkt dat klager een emotioneel zeer jonge man is met eengrillige persoonlijkheidsstructuur en stemmingswisselingen, bepalend geweest.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 23 december 2004

secretaris voorzitter

Naar boven