Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2887/GV, 23 december 2004, beroep
Uitspraakdatum:23-12-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/2887/GV

betreft: [klager] datum: 23 december 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 10 november 2004 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister), waarvan niet bekend is op welke datum deze aan klager is uitgereikt,

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft aangevoerd dat zijn verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting ten onrechte is afgewezen. Dit heeft hij als volgt toegelicht. Klager is het niet eens met de uitslag van zijn urinecontrole. Hij heeft viereerdere urinecontroles ondergaan en daarvan was de uitslag negatief en klager gebruikt geen drugs. Klager heeft verzocht om een contra-expertise maar dat verzoek is niet toegewezen.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
In de inrichting, waar klager verblijft, wordt het drugsontmoedigingsbeleid gehanteerd. Uit een afgenomen urinecontrole op 5 november 2004 blijkt dat klager positief scoorde op harddrugs. Dit betekent dat hij de komende zes maandenniet voor het verlenen van vrijheden in aanmerking komt. Een contra-expertise op 8 november 2004 laat wederom een positieve uitslag zien met betrekking tot het gebruik van amfetamine. De verlofaanvraag is ingediend in de vorigeinrichting, waar klager verbleef. Daar twijfelde men of klager een geschikte kandidaat was voor algemeen verlof, gezien zijn gedrag in de inrichting. Klager kan zich slecht aan afspraken houden en heeft een rapport gekregen vooragressie tegen het personeel. Negatief is geadviseerd als gevolg van de positieve urinecontrole.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de locatie Nieuwegein heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
De politie Zaanstreek-Waterlanden heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen verlofverlening.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van drie jaar met aftrek, wegens valsheid in geschrift, heling, oplichting en opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. Aansluitend dient hij gevangenisstraffen van respectievelijk viermaanden, een week, vijf maanden en vier maanden, met aftrek te ondergaan. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 6 juni 2005.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

Uit de door vorige inrichting van verblijf verstrekte informatie d.d. 27 oktober 2004 blijkt dat klagers gedrag tegenover medegedetineerden en personeel als ‘slecht’ werd gekwalificeerd. Hij hield zich niet aan afspraken, wasdwingend, dominant en brutaal. Voorts is recent bij een urinecontrole amfetamine aangetroffen.
De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheden een toereikende contra-indicatie vormen voor verlofverlening en dat deze een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigen. Derhalve is de beslissing van deMinister niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder c. en d. van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (van 24december 1998, nr. 733726/98/DJI), evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 23 december 2004

secretaris voorzitter

Naar boven