Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2126/GA, 21 december 2004, beroep
Uitspraakdatum:21-12-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Vermissing  v

Uitspraak

nummer: 04/2126/GA

betreft: [klager] datum: 21 december 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. W. Boonstra, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 9 juli 2004 van de beklagcommissie bij de locatie De Marwei te Leeuwarden,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 december 2004, gehouden in de locatie Zutphen, is gehoord [...], unit-directeur bij de locatie De Marwei.

Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, en zijn raadsman mr. W. Boonstra op behoorlijke wijze waren opgeroepen, zijn zij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de diefstal van een spelcomputer en een computerspelletje.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft zijn cel verlaten om naar de arbeid te gaan en een bewaker gevraagd om zijn cel af te sluiten. Dit zou de bewakerdoen als de cellen van de andere gedetineerden waren afgesloten. Toen klager terugkwam van de arbeid zag hij dat zijn celdeur openstond en bleek dat zijn spelcomputer en acht spelletjes van cel waren verdwenen. Klager heeft ditdirect gemeld bij het personeel zonder dat er verder actie werd ondernomen. Klager heeft aangifte gedaan bij de politie. Het is de verantwoordelijkheid van de directeur dat klagers celdeur tijdig wordt afgesloten bij het verlatenvan de cel.
Klager is voor een dergelijke handeling ook volkomen afhankelijk van het personeel.

De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. In theorie is het mogelijk dat nadat klager uitgesloten is de deur niet onmiddellijk is gesloten. Niet aangetoond kanworden dat klagers deur wel of niet afgesloten was, maar het is niet aannemelijk dat de deur niet afgesloten was. Er is echter geen reden om te twijfelen aan klagers stelling dat hij gezien heeft dat de celdeur openstond. Dat klagerde diefstal direct heeft gemeld, is niet teruggevonden in een rapportage of aantekening. Er was in die tijd veel onrust op de afdeling. Toen klager op een gegeven moment met een blauw oog liep, zei hij dat hij tegen de verwarmingwas aangelopen. Vaststaat dat klager wel in het bezit is geweest van een spelcomputer. Eventuele nalatigheid van personeel is niet vastgesteld. De directie heeft niet met de bewaker, die de deur van klagers cel zou afsluiten,gesproken.

3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt dat uit artikel 9.2 van de Huisregels van de locatie De Marwei volgt dat iedere gedetineerde als regel verantwoordelijk is voor hetgeen zich op zijn cel bevindt. Nu echter niet vast is komen staan datklagers celdeur afgesloten is en klager bij terugkomst van de arbeid zijn celdeur open heeft zien staan, terwijl door de betreffende bewaarder en de directeur niet is ontkend dat dit het geval was, dient het ervoor gehouden teworden dat klagers celdeur inderdaad heeft opengestaan en dat de bewaker deze niet heeft afgesloten. Aangezien niet is betwist dat de spelcomputer en een computerspel in de cel aanwezig waren toen klager zijn cel verliet en warenverdwenen toen klager terugkwam, is het aannemelijk dat de spelcomputer en het computerspel zijn gestolen. De verantwoordelijkheid voor de vermissing van klagers spelcomputer en een computerspel dient onder die omstandigheden voorrekening en risico te komen van de directeur. Dit maakt dat de beroepscommissie het beroep gegrond zal verklaren, de beslissing van de beklagcommissie zal vernietigen en het beklag alsnog gegrond zal verklaren.
Voor het verkrijgen van een schadevergoeding staan andere wegen open. Zo kan klager ingevolge de circulaire van 13 augustus 1993, kenmerk 383893/93/DJ, een verzoek om schadevergoeding richten aan de directeur van de desbetreffendeinrichting, terwijl hij zich ook kan wenden tot de civiele rechter.
De beroepscommissie ziet geen reden om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en A.J. Dost, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 21 december 2004

secretaris voorzitter

Naar boven