Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2852/GV, 20 december 2004, beroep
Uitspraakdatum:20-12-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/2852/GV

betreft: [klager] datum: 20 december 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 november 2004 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft aangevoerd dat zijn verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting ten onrechte is afgewezen. Dit heeft hij als volgt toegelicht. Klager heeft met betrekking tot de eerste urinecontrole een herhalingsonderzoeklaten uitvoeren. Klager is erop gewezen door het b.s.d. dat, als hij in een half open kamp geplaatst wilde worden, hij niet meer moest blowen, omdat hij over drie weken een urinecontrole zou krijgen en de uitslag onder de 100 moestzijn. Het verlof is heel belangrijk voor klager en bedoeld om zijn relatie met zijn vriendin te herstellen. Klager is verzekerd dat als hij eind september zou stoppen met blowen hij na drie weken zeker onder de 100 zou zijn en metverlof zou kunnen. Klager heeft op 20 oktober een urinecontrole gehad en op 26 oktober 2004 gehoord dat hij 200 had gescoord. Hij kon dit niet geloven, want hij had zeker drie weken niet geblowd. Klager wilde een nieuwurineonderzoek en niet een herhalingsonderzoek met hetzelfde buisje. Hij kreeg niet de kans om te bewijzen dat het niet klopte. Op 2 november 2004 kreeg hij wederom een urinecontrole en bij het b.s.d. vertelden ze klager dat hetherhalingsbuisje zoek was geraakt en dat ze hem daarom een nieuwe urinecontrole gaven. Klager vond dat prima omdat hij zo kon laten zien dat hij al weken gestopt was. Op 4 november 2004 kwam de uitslag, namelijk THC: 59. Deb.s.d.-medewerkster en klager kwamen tot de conclusie dat klager gescoord moet hebben, omdat hij met iemand op cel zit, die best veel blowt. Klager heeft er gemengde gevoelens over dat het herhalingsbuisje van zijn eersteurinecontrole plotseling is gevonden en dat daar 180 uit is gekomen. Volgens de b.s.d.-medewerkster zakt in theorie je THC-gehalte met 10 punten per dag. Klager heeft de groepsleiders en de directeur ervan kunnen overtuigen dat hetniet mogelijk is dat het THC-gehalte in dertien dagen met 141 punten daalt zoals in klagers geval van 200 naar 59.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op klagers verlofaanvraag is negatief beslist, omdat hij, zo blijkt uit de rapportage, te hoog scoorde op THC-gebruik. Contact is opgenomen met de inrichting. De inrichting heeft de selectiefunctionaris medegedeeld dat de score van200 in oktober 2004 inderdaad juist is. Ook klopt het dat hij twee weken later lager scoorde, maar de inrichting geeft aan dat er wel sprake is van een vrij lange tijd tussen de twee scores. Voor wat betreft het zogenaamde meeblowengeeft de inrichting aan dat dit weliswaar in geringe mate mogelijk kan zijn, maar dan moet er wel een zeer zware gebruiker op dezelfde cel zitten. De score zal dan zeer gering kunnen zijn, maar nooit de hoogte van 200 halen. Er moetdus wel degelijke sprake zijn van druggebruik.

Op 17 december 2004 heeft het b.s.d. schriftelijk toegelicht dat het er aanvankelijk op leek dat het in verband met het door klager aangevraagde herhalingsonderzoek aan het Deltalab verstuurde tweede buisje zoek was, maar datdesondanks op 2 november 2004 alsnog de uitslag van het herhalingsonderzoek is ontvangen, THC: 184. Op 3 november 2004 kwam de uitslag binnen van de tweede urinecontrole, THC: 59.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van locatie Scheveningen Zuid heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Den Haag heeft aangegeven akkoord te gaan met verlofverlening.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van dertig maanden met aftrek, wegens (gekwalificeerde) diefstal. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 5 augustus 2005.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal vijf verlofaanvragen indienen.

Klagers verlofaanvraag is aanvankelijk afgewezen in verband met het advies van het openbaar ministerie en klagers recente drugsgebruik in de inrichting. Vast is komen staan dat het openbaar ministerie niet negatief geadviseerd heeften akkoord gaat met verlofverlening. Voorts is gebleken dat de uitslag van klagers urinecontrole niet zonder meer vaststaat, nu er aanwijzingen zijn dat het urineonderzoek c.q. het door klager gevraagde herhalingsonderzoek niet opde juiste wijze is verlopen. Mede gelet op de positieve adviezen van de directeur van de inrichting en van de officier van justitie, is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de Minister niet op goede gronden rust. Deberoepscommissie zal de bestreden beslissing vernietigen en de Minister opdragen om binnen twee weken een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak. Zij acht geen termen aanwezig voor het toekennen van eentegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Minister op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 20 december 2004

secretaris voorzitter

Naar boven