Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2660/SGA, 19 november 2004, schorsing
Uitspraakdatum:19-11-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/2660/SGA

Betreft: [klager] datum: 19 november 2004

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie De Leuvense Poort te 's-Hertogenbosch.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie d.d. 8 november 2004, inhoudende de oplegging van eendisciplinaire straf van tien dagen opsluiting in een strafcel, wegens het aantreffen van softdrugs in de verblijfsruimte.

De voorzitter heeft voorts kennis genomen van het klaagschrift d.d. 9 november 2004 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 19 november 2004.

1. De beoordeling
Alvorens het schorsingsverzoek te beoordelen merkt de voorzitter het volgende op.
Het verzoek is op 12 november 2004 ontvangen bij het secretariaat van de Raad. Op die datum is aan de secretaris van de beklagcommissie en aan de directeur om inlichtingen gevraagd met betrekking tot het beklag en met betrekking totde bestreden beslissing van de directeur. De secretaris van de beklagcommissie heeft op 12 november 2004 gereageerd.
Op vrijdag 12 november 2004 is namens de directeur telefonisch verzocht om uitstel voor het geven van een reactie tot 15 november 2004. Dat uitstel is aan de directeur verleend. Toen op 16 november 2004 geen reactie van de directeurwas ontvangen, is nogmaals om de reactie van de directeur verzocht. Daarop is door of namens de directeur niet gereageerd. Vervolgens is op 19 november 2004 nogmaals, ditmaal telefonisch, geïnformeerd naar de reactie van dedirecteur. Tijdens dat telefoongesprek is aan de voorzitter toegezegd dat de bedoelde reactie diezelfde dag nog aan de voorzitter zou worden toegezonden.
De voorzitter betreurt deze gang van zaken. De schorsingprocedure is een spoedprocedure waarbij van belang is dat alle partijen zo snel mogelijk – en indien mogelijk voor het verstrijken van de tenuitvoerlegging – reageren,teneinde op zo kort mogelijke termijn een beslissing van de voorzitter te verkrijgen. Door het uitblijven van de reactie van de directeur heeft de voorzitter het verzoek pas na het verstrijken van de tenuitvoerlegging van de inbeklag aan de orde zijnde disciplinaire straf kunnen beoordelen. Door deze handelwijze van de directeur is klagers recht op een zo spoedig mogelijke behandeling van het schorsingsverzoek geschonden.
De voorzitter geeft aan de directeur in overweging om verzoeker ter zake van die schending enige tegemoetkoming aan te bieden.

Ten aanzien van het schorsingsverzoek overweegt de voorzitter dat, nu de tenuitvoerlegging van de onderhavige disciplinaire straf blijkens de inlichtingen van de directeur inmiddels is geëindigd, klager thans geen belang meer heeftbij een toewijzing van zijn verzoek. Het verzoek moet daarom worden afgewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gedaan door mr. Y.A.J.M. van Kuijck, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 19 november 2004.

secretaris voorzitter

Naar boven