Nummer: 04/2462/GB
Betreft: [klager] datum: 25 november 2004
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 27 september 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de afdeling voor psychologisch onvolwassenen (hierna jovo-h.v.b.) Noordsingel te Rotterdam ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 10 mei 2004 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. De IJssel te Krimpen aan den IJssel. Op 3 november 2004 is hij overgeplaatst naar het jovo-h.v.b. Noordsingel.
3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager zou graag een metaalopleiding willen volgen en die mogelijkheid bestaat niet in het jovo-h.v.b. Noordsingel. In het h.v.b. De IJssel heeft hij wel voldoende mogelijkheden en heeft hij ook al een eerste cursus gevolgd. Verderwil klager niet naar het jovo-h.v.b. Noordsingel omdat daar een tweetal gedetineerden zou verblijven met wie hij problemen mee heeft.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Hoewel klager deels heeft geweigerd om mee te werken aan de indicatiestelling, voldoet hij aan de jovo-criteria. Omdat het h.v.b. De IJssel geen
jovo-bestemming heeft moet klager worden overgeplaatst naar een andere inrichting die wel zo’n bestemming kent. Met betrekking tot de door klager in het beroepschrift genoemde gedetineerden geldt dat een van beiden niet inNoordsingel verblijft terwijl de andere gedetineerde zal worden aangeboden voor een spoedwegplaatsing. Ten aanzien van zijn opleidingswens geldt dat aan deze wens kan worden tegemoetgekomen nadat klager zal zijn afgestraft. Danbestaat de mogelijkheid voor selectie voor de jovo-gevangenis De Schie, waar wel een lasopleiding wordt gegeven. De selectiefunctionaris ziet geen aanleiding voor een herziening van zijn beslissing terwijl ook het toekennen van eentegemoetkoming naar zijn mening niet aan de orde is.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. Volgens artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van
gedetineerden worden in inrichtingen of afdelingen voor bijzondere opvang van psychologisch onvolwassenen onder meer gedetineerden geplaatst die ouder zijn dan 17 jaar en die zich door hun gedrag kenmerken als psychologischonvolwassen. Uit het handboek voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassen mannen binnen het gevangeniswezen, Ministerie van Justitie, Dienst Justitiële Inrichtingen, augustus 2001, kan worden afgeleid dat psychologischeonvolwassenheid zich in algemene zin kenmerkt door een gebrek aan vaardigheden die noodzakelijk zijn voor een goede persoonlijke ontwikkeling. Daarbij komt dat gedetineerden in de leeftijd van 16 tot (indicatief) 24 jaar zich in hetalgemeen in een relatief kwetsbare periode van hun ontwikkeling bevinden. Om te bepalen of een gedetineerde is gebaat bij plaatsing in een inrichting voor psychologisch onvolwassenen vindt indicatiestelling plaats.
4.3 De beroepscommissie gaat ervan uit dat, hoewel klager dit in het beroepschrift niet nader heeft gemotiveerd, het beroep mede is gericht tegen klagers
jovo-indicatie.
De beroepscommissie stelt vast dat klager, gelet op de tekst van artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden aanhef en onder b, qua leeftijd valt onder de categorie gedetineerden die in eenjovo-inrichting kunnen worden geplaatst. Voorts is uit klagers indicatiestelling gebleken dat hij first-offender is. Uit die indicatiestelling zou voorts kunnen blijken dat klager een tekortkoming heeft met betrekking tot dekwetsbaarheid. Uit de bij die indicatiestelling meegezonden stukken, vragenlijsten aan de hand van de beantwoording waarvan de indicatiestelling wordt bepaald en de nadere reactie van de selectiefunctionaris, blijkt onvoldoende vaneen onderbouwing voor met name die tekortkoming op het gebied van de kwetsbaarheid. Op geen van beide onderdelen van de vragenlijst met betrekking tot die kwetsbaarheid scoort klager een zodanig aantal punten, dat dit aanleiding magzijn voor de aanname dat er ten aanzien van klager in die zin sprake is van een tekortkoming. Dit maakt, nu klager in de zin van de indicatiestelling slechts als first-offender kan worden aangemerkt en er overigens niet is geblekenvan andere tekortkomingen, dat een jovo-plaatsing van klager thans niet is geïndiceerd.
Gelet daarop is de beslissing waarvan beroep onvoldoende met redenen omkleed. Het beroep zal mitsdien gegrond worden verklaard. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van dezeuitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor toekenning van een tegemoetkoming.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 25 november 2004
secretaris voorzitter