Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1960/GA en 04/1961/GA, 26 november 2004, beroep
Uitspraakdatum:26-11-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/1960/GA en 04/1961/GA

betreft: [klager] datum: 26 november 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught en

[...], verder klager te noemen,

gericht tegen een uitspraak van 9 augustus 2004 van de beklagcommissie bij voormelde p.i.,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 29 oktober 2004, gehouden in de p.i. Vught, is gehoord de heer [...], unit-directeur bij de p.i. Vught.
Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel voor de duur van tien dagen, wegens recalcitrant gedrag en de weigering om arbeid te verrichten.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De beklagcommissie heeft de duur van de straf van tien dagen onredelijk en onbillijk gevonden en heeft deze vervolgens op zeven dagen bepaald. Het is niet aan de beklagcommissie om de strafmaat te beoordelen. Volgens de richtlijnstrafafhandeling van de inrichting staat op het misleiden van personeel een straf van vier dagen. Op werkweigering staat eveneens een straf van vier dagen, wat een totaal van acht dagen maakt. De classificatie die in dit gevalechter is gebruikt is recalcitrant gedrag. Die classificatie staat niet in de richtlijn. Het is een rekbaar begrip, dat bijvoorbeeld ook de opstelling van de gedetineerde bij de afhandeling van het rapport behelst. De richtlijnstrafafhandeling houdt afspraken in om in vergelijkbare situaties zoveel mogelijk tot dezelfde straffen te komen. Er moet voor de directeur echter ruimte blijven om af te wijken. Daarbij speelt bijvoorbeeld de vraag hoeveelrapporten iemand al heeft gehad in verband met bijvoorbeeld drugsgebruik. In dit geval wilde klager niet werken. Een medegedetineerde heeft hem toen ingefluisterd om wel naar de werkzaal te gaan, maar zich daar ziek te melden en datheeft klager gedaan. De directeur vindt de opgelegde straf niet onredelijk en onbillijk.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt schriftelijk toegelicht.
Klager heeft drie dagen teveel gezeten en heeft daarvoor 22,50 euro gekregen. Dat vindt hij te weinig.

3. De beoordeling
Uit de artikelen van de Pbw met betrekking tot de disciplinaire straf en de hoorplicht voor de directeur volgt dat een straf niet met terugwerkende kracht kan worden opgelegd.
Blijkens de schriftelijke mededeling van 10 juni 2004 wordt klager op die dag een disciplinaire straf opgelegd met ingang van 9 juni 2004, hetgeen formeel onjuist is. De beroepscommissie is inhoudelijk van oordeel dat de strafmaatbij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet onredelijk en onbillijk is. Voor de begane vormfout dient klager een tegemoetkoming van € 5,= te worden toegekend.
Het vorenstaande leidt tot de volgende uitspraak.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart het beklag op formele grond gegrond en kent klager een tegemoetkoming van € 5,= toe.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. D.J. Dee en prof. dr. W.J. Schudel, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 26 november 2004

secretaris voorzitter

Naar boven