Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1865/TA, 18 november 2004, beroep
Uitspraakdatum:18-11-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/1865/TA

betreft: [...] datum: 18 november 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...] (voorheen [...]), verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 27 juli 2004 van de beklagcommissie bij de TBS-Kliniek Flevo Future, locatie Amsterdam te Amsterdam, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 oktober 2004, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam te Amsterdam, is gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.R. Jaarsma. Hiervan is het aangehechte verslagopgemaakt.
Het hoofd van de inrichting is zonder bericht van verhindering niet ter zitting verschenen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft, voor zover in beroep aan de orde:
a) het niet mee mogen naar een kerkbezoek (klachtnr. 03/12);
b) het niet versturen van post aan klagers advocaat (03/13 onderdeel b);
c) duur controle en uitreiken post van partner aan klager (03/13 onderdeel c);
d) de onregelmatigheid van de etenstijden (03/14);
e) het weigeren van bezoek aan klagers partner (03/15);
f) het toezien op klagers hygiëne [adl-programma] (03/16).

De beklagcommissie heeft het beklag op de onderdelen a), b) en d) ongegrond verklaard en klager niet-ontvankelijk verklaard in de overige onderdelen van zijn beklag, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Door klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Ad onderdeel a):
Men behoort om 11.30 uur te vertrekken naar de kerk, maar dat gebeurt vaak later. Normaal roept men iedereen bij elkaar voor vertrek. Op 26 januari 2003 blijkbaar niet. Als je op de afdeling bent, hoor je niet de bel in destafkamer, die het personeel aangeeft dat vertrokken mag worden. Klager is zelf maar eens kijken en bij de stafkamer aangekomen bleek dat de groep net een minuut geleden met de lift naar de centrale hal was gegaan. Klager heeftgevraagd hem met de tweede lift naar de centrale hal te laten gaan, omdat de groep daar nog wel zou zijn. Hij werd echter ingesloten, omdat hij kerkdienst op zijn programma had staan en niet kon gaan. Hij is de enige van zijnafdeling die naar de kerk gaat. Andere bewoners van zijn afdeling gaan niet naar de kerk en worden gedurende de kerkdienst niet ingesloten.

Ad onderdeel b):
Klager hecht geen geloof aan de verklaring van het hoofd van de inrichting dat klagers brief voor zijn advocaat met de post de inrichting heeft verlaten. Zijn post ging op een zeker moment de deur niet meer uit; klager kwam zijnpost tegen in een kamer in de inrichting; dit betrof een andere beklagzaak. Hij weet niet waar de bewuste brief is gebleven. De brief is niet bij de TPG POST aangekomen en moet dus verdonkeremaand zijn. Hij heeft inmiddelstweeëneenhalf jaar postcensuur. Het blijkt dat uitgaande poststukken van hem niet aankomen bij de TPG POST, zoals de door hem aan zijn partner Verheul verzonden trouwkaartjes. De inrichting houdt post achter.

Ad onderdeel c):
Binnenkomende post wordt klager niet tijdig uitgereikt. Er vindt een langdurige controle op de post plaats, waardoor hij zijn post pas drie weken na controle ontvangt. Klager hoort zijn post binnen 48 uur na controle te ontvangen.Klager heeft vraagtekens bij de postcensuur zelf, maar helemaal bij de duur van uitreiking van gecontroleerde post.

Ad onderdeel d):
Klager zit drie jaar in de inrichting en heeft nooit een probleem met het eten gehad. Plotseling is het regime op de afdeling gewijzigd en zijn er regels gekomen, die niemand op de afdeling kende. Die regels hadden schriftelijkbekend gemaakt moeten worden. Volgens de nieuwe afdelingsregel moeten de bewoners van zijn afdeling om 11.00 of 11.15 uur aan tafel, anders wordt je ingesloten. Dit staat niet in het huishoudelijk reglement. Nergens staat dat jeverplicht bent mee te eten. Eenmaal ingesloten, wordt je geen eten gebracht. Volgens klager mag je niet worden verplicht aan tafel te gaan en mag je ook niet worden ingesloten, als je niet aan tafel wilt eten. Dat is een extra strafdie de rechtbank niet heeft opgelegd. Hij heeft één keer de maaltijd gemist, want daarna kende hij de afdelingsregel.
Op zijn afdeling probeert het personeel steeds regels aan hun laars te lappen. Klagers klachten betreffen vaak de regelgeving.

Ad onderdeel e):
Klager en zijn partner hadden aanvankelijk geen bezoekregeling, ondanks dat je wekelijks recht hebt op een uur bezoek. Klager en zijn partner kunnen er ook niets aan doen, dat zij allebei in een inrichting zitten. Sinds maart 2004mogen zij ieder elkaar vier keer per jaar bezoeken. Zij zouden elkaar graag één keer per maand gedurende vier uur of acht uur per twee maanden bezoeken.

Ad onderdeel f):
Het schoonhouden van zijn kamer gaat op zich goed. Joost mag weten waarom men beweert dat zijn kamer smerig is, omdat dat is niet zo. Zijn kamer is vast één van de netste, omdat klager dat zelf nodig acht. Klager is er niet vangediend dat men dergelijke beweringen doet en dat is ook niet nodig. De commissie van toezicht heeft zijn kamer bezocht en gaf aan niets te zien wat er niet mocht zijn, maar er niets mee te kunnen doen. Er moet echter wel watgebeuren, want klager wordt er ziek van. Klager beseft dat hij en de inrichting er als volwassen personen uit moeten kunnen komen, maar hij loopt op het randje van zijn kunnen en is bang het personeel een keer gewoon van zijn kameraf te trappen.

Klagers raadsman heeft nog het volgende naar voren gebracht.
De beklagcommissie heeft er te lang over gedaan om tot een uitspraak te komen. De in artikel 65 Bvt genoemde termijn is ruimschoots overtreden. De beklagcommissie neemt ook in andere beklagzaken lang de tijd voor de behandeling. Pasna het dreigen met het instellen van een beroep wegens fictieve weigering, komt de beklagcommissie wel in actie.

Het hoofd van de inrichting heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt dat het te betreuren valt dat het tot 27 juli 2004 heeft geduurd alvorens de op 28 januari 2003 en 11 februari 2003 bij het secretariaat van de beklagcommissie bij de TBS-kliniek Flevo Future, locatieAmsterdam ingekomen klachten werd beslist. Er is daarmee niet voldaan aan het bepaalde in artikel 65, eerste lid Bvt, welke inhoudt dat op het beklag moet worden beslist zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen een termijnvan vier weken te rekenen vanaf de datum waarop het klaagschrift is ontvangen dan wel vanaf de datum waarop de bemiddeling is afgesloten, welke termijn de beklagcommissie in bijzondere gevallen met ten hoogste vier weken kanverlengen. Het niet naleven van deze bepaling is evenwel niet met nietigheid bedreigd, terwijl de beroepscommissie ook voorts, daarbij rekening houdend met alle redengevende feiten en omstandigheden van het geval, geen aanleidingvindt om de beslissing van de beklagcommissie op grond van dat tijdsverloop te vernietigen.

Inhoudelijk wordt het volgende overwogen.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voorzover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie op alle beklagonderdelen waarvan beroep niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie.
Met betrekking tot de onderdelen a) en d) van het beklag is de beroepscommissie met de beklagcommissie van oordeel dat klager ook een eigen verantwoordelijkheid heeft inzake het tijdig aanwezig zijn voor vertrek naar de kerkdiensten de aanvang van de gezamenlijke maaltijd, zeker waar enige, beperkte fluctuatie van een aantal minuten kan bestaan ten aanzien van het tijdstip van vertrek en de aanvang van de maaltijd. Bovendien is ten aanzien van dezeonderdelen van het beklag in aanmerking genomen dat op grond van artikel 31 Bvt de bewegingsvrijheid van verpleegden binnen de inrichting per afdeling kan verschillen en dat een afdelingsregel strekkende tot insluiting bij hetdeelnemen aan een programmaonderdeel niet in strijd met de wet is, zolang de verpleegde bij toepassing van die afdelingsregel niet wordt beperkt in het recht om -behoudens in geval van afzondering en separatie als bedoeld in artikel34 Bvt- in totaal tenminste vier uren per dag samen met een of meer medeverpleegden door te brengen.
Voorts is ten aanzien van onderdeel c) van het beklag in aanmerking genomen dat dit uitsluitend ziet op de duur van het toezicht op klagers post en niet op de postmaatregel zelf.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr.drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, drs. B. van Dekken en prof. mr. C. Kelk, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 18 november 2004

secretaris voorzitter

nummer: 04/1865/TA

betreft : [...] (voorheen [...]), verder klager te noemen.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van 21 oktober 2004, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam teAmsterdam.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr. drs. F.A.M. Bakker
leden: drs. B. van Dekken en prof. mr. C. Kelk.
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. E.W. Bevaart.

Gehoord is klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.R. Jaarsma.
Zonder bericht van verhindering was geen vertegenwoordiger van het hoofd van de TBS-kliniek Flevo Future, locatie Amsterdam, aanwezig.
Als toehoorder van de zijde van de Raad was aanwezig de heer [...].

Door klager is - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Ad het niet mee mogen naar een kerkbezoek (klachtnr. 03/12):
Men behoort om 11.30 uur te vertrekken naar de kerk, maar dat gebeurt vaak later. Normaal roept men iedereen bij elkaar voor vertrek. Op 26 januari 2003 blijkbaar niet. Als je op de afdeling bent, hoor je niet de bel in destafkamer, die het personeel aangeeft dat vertrokken mag worden. Klager is zelf maar eens kijken en bij de stafkamer aangekomen bleek dat de groep net een minuut geleden met de lift naar de centrale hal was gegaan. Klager heeftgevraagd hem met de tweede lift naar de centrale hal te laten gaan, omdat de groep daar nog wel zou zijn. Hij werd echter ingesloten, omdat hij kerkdienst op zijn programma had staan en niet kon gaan. Hij is de enige van zijnafdeling die naar de kerk gaat. Andere bewoners van zijn afdeling gaan niet naar de kerk en worden gedurende de kerkdienst niet ingesloten.

Ad het niet versturen van post aan klagers advocaat (03/13 onderdeel b):
Klager hecht geen geloof aan de verklaring van het hoofd van de inrichting dat klagers brief voor zijn advocaat met de post de inrichting heeft verlaten. Zijn post ging op een zeker moment de deur niet meer uit; klager kwam zijnpost tegen in een kamer in de inrichting; dit betrof een andere beklagzaak. Hij weet niet waar de bewuste brief is gebleven. De brief is niet bij de TPG POST aangekomen en moet dus verdonkeremaand zijn. Hij heeft inmiddelstweeëneenhalf jaar postcensuur. Het blijkt dat uitgaande poststukken van hem niet aankomen bij de TPG POST, zoals de door hem aan zijn partner Verheul verzonden trouwkaartjes. De inrichting houdt post achter.

Ad duur controle en uitreiken post van partner aan klager (03/13 onderdeel c):
Binnenkomende post wordt klager niet tijdig uitgereikt. Er vindt een langdurige controle op de post plaats, waardoor hij zijn post pas drie weken na controle ontvangt. Klager hoort zijn post binnen 48 uur na controle te ontvangen.Klager heeft vraagtekens bij de postcensuur zelf, maar helemaal bij de duur van uitreiking van gecontroleerde post.

Ad de onregelmatigheid van de etenstijden (03/14):
Klager zit drie jaar in de inrichting en heeft nooit een probleem met het eten gehad. Plotseling is het regime op de afdeling gewijzigd en zijn er regels gekomen, die niemand op de afdeling kende. Die regels hadden schriftelijkbekend gemaakt moeten worden. Volgens de nieuwe afdelingsregel moeten de bewoners van zijn afdeling om 11.00 of 11.15 uur aan tafel, anders wordt je ingesloten. Dit staat niet in het huishoudelijk reglement. Nergens staat dat jeverplicht bent mee te eten. Eenmaal ingesloten, wordt je geen eten gebracht. Volgens klager mag je niet worden verplicht aan tafel te gaan en mag je ook niet worden ingesloten, als je niet aan tafel wilt eten. Dat is een extra strafdie de rechtbank niet heeft opgelegd. Hij heeft één keer de maaltijd gemist, want daarna kende hij de afdelingsregel.
Op zijn afdeling probeert het personeel steeds regels aan hun laars te lappen. Klagers klachten betreffen vaak de regelgeving.

Ad het weigeren van bezoek aan klagers partner (03/15):
Klager en zijn partner hadden aanvankelijk geen bezoekregeling, ondanks dat je wekelijks recht hebt op een uur bezoek. Klager en zijn partner kunnen er ook niets aan doen, dat zij allebei in een inrichting zitten. Sinds maart 2004mogen zij ieder elkaar vier keer per jaar bezoeken. Zij zouden elkaar graag één keer per maand gedurende vier uur of acht uur per twee maanden bezoeken.

Ad het toezien op klagers hygiëne [adl-programma] (03/16):
Het schoonhouden van zijn kamer gaat op zich goed. Joost mag weten waarom men beweert dat zijn kamer smerig is, omdat dat is niet zo. Zijn kamer is vast één van de netste, omdat klager dat zelf nodig acht. Klager is er niet vangediend dat men dergelijke beweringen doet en dat is ook niet nodig. De commissie van toezicht heeft zijn kamer bezocht en gaf aan niets te zien wat er niet mocht zijn, maar er niets mee te kunnen doen. Er moet echter wel watgebeuren, want klager wordt er ziek van. Klager beseft dat hij en de inrichting er als volwassen personen uit moeten kunnen komen, maar hij loopt op het randje van zijn kunnen en is bang het personeel een keer gewoon van zijn kameraf te trappen.

Klagers raadsman heeft nog het volgende naar voren gebracht.
De beklagcommissie heeft er te lang over gedaan om tot een uitspraak te komen. De in artikel 65 Bvt genoemde termijn is ruimschoots overtreden. De beklagcommissie neemt ook in andere beklagzaken lang de tijd voor de behandeling. Pasna het dreigen met het instellen van een beroep wegens fictieve weigering, komt de beklagcommissie wel in actie.

Klager vraagt welke stappen hij kan ondernemen tegen de omstandigheid dat er niets is terecht gekomen van het door de beklagcommissie opgedragen overleg tussen hem en het hoofd van de inrichting inzake een te verlenen tegemoetkomingwegens het door de de beklagcommissie gegrond verklaarde beklag inzake het te laat uitreiken van de schriftelijke mededeling betreffende de postmaatregel.

De voorzitter van de beroepscommissie antwoordt klager dat hij het hoofd van de inrichting aan de opdracht tot het bedoelde overleg zou kunnen herinneren en in beklag zou kunnen gaan bij de beklagcommissie, als het hoofd van deinrichting zou weigeren aan die opdracht te voldoen.

secretaris voorzitter

Naar boven