Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1623/TA, 16 november 2004, beroep
Uitspraakdatum:16-11-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/1623/TA

betreft: [klager] datum: 16 november 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een op 13 juli 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 6 juli 2004 van de alleensprekende beklagrechter bij de tbs-kliniek Flevo Future, locatie Amsterdam, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 september 2004, gehouden in de locatie Zoetermeer, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. R. Polderman, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting mr. [...], hoofdbehandelrapportage en [...], clusterhoofd. Hiervan is het aangehechte verslag opgemaakt.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de inbeslagneming van een uitgeknipt/gescheurd krantenartikel met als titel “Jong ogende kinderen”, geplakt op een vel papier en voorzien van schriftelijk commentaar van klager.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het artikel dat in beslag is genomen heeft als titel ‘Jong ogende kinderen’. Niet voldaan is aan de eisen als gesteld inartikel 44, vijfde lid, Bvt. Het verbod in klagers behandelingsplan om knip- en plakwerk op kamer te hebben was te ruim. Inmiddels is gespecificeerd dat hiermee bedoeld wordt kinderpornografisch materiaal. Het inbeslaggenomene isniet van kinderpornografische aard.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Uit klagers behandelingsplan volgt dat hem verboden is om knip-, teken- en/of plakwerk van(kinder)pornografische aard op zijn kamer te hebben. Duidelijk is over welk artikel dit gaat, maar omdat er twee verhuisdozen vol met dergelijk materiaal in beslag zijn genomen onder klager, moet het nog uitgezocht worden.
Er zijn afspraken gemaakt in de inrichting op welke wijze de inbeslagname van dergelijke stukken dient te geschieden. In de toekomst zullen inbeslaggenomen voorwerpen ook geregistreerd worden.

De voorzitter heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld om het betreffende artikel aan de beroepscommissie over te leggen.

Op 22 september 2004 is een kopie van het knipsel/plaksel, waarboven is geschreven “Jong ogende kinderen”, ontvangen op het secretariaat van de Raad.

Aan klagers raadsman mr. R. Polderman is een afschrift toegestuurd. De raadsman heeft toegezegd het toegestuurde te zullen tonen aan klager.

3. De beoordeling
Uit artikel 44, vijfde lid, Bvt in verbinding met artikel 23, vierde lid, eerste en laatste volzin Bvt volgt dat, indien voorwerpen worden aangetroffen die niet in het bezit van een verpleegde mogen zijn, het hoofd van de inrichtingbij inbeslagname een bewijs van ontvangst aan de verpleegde verstrekt, hetzij met toestemming van de verpleegde in diens aanwezigheid de voorwerpen vernietigt. Vast is komen staan dat de inbeslagname van het betreffendeknipsel/plaksel niet op de juiste wijze is geschied. Het knipsel/plaksel is in beslaggenomen en bewaard, terwijl er geen bewijs van ontvangst aan klager is verstrekt. Dit maakt dat de beroepscommissie het beroep formeel gegrond zalverklaren. Zij ziet echter geen reden om klager een tegemoetkoming toe te kennen, aangezien door de uitspraak van de beroepscommissie als zodanig voldoende aan zijn geschonden belang terzake wordt tegemoet gekomen.

Zoals door de beroepscommissie eerder is overwogen in 04/1151/TA d.d. 16 november 2004 is in klagers behandelingsplan van 25 augustus 2003 op pagina 7 opgenomen dat het hem sinds 8 november 2002 is verboden om knip-, teken- en/ofplakwerk van (kinder)pornografisch materiaal op zijn kamer te hebben en dat hij tweewekelijks een kamercontrole krijgt; sinds 30 januari 2003 is het hem verboden om kinderpornografisch materiaal op zijn kamer te hebben, daarmee teknippen, tekenen of plakken of daardoor zelf kinderpornografie te maken en krijgt hij driewekelijks kamercontrole.
De beroepscommissie gaat er van uit, mede in het licht van de verklaringen namens het hoofd van de inrichting terzake, dat het daarbij niet om expliciet kinderpornografie gaat, maar om (kinder)pornografie in de door de behandelarenbedoelde zin, zoals hierna aan te geven. Naar het oordeel van de beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting het betreffende knipsel/plaksel van krantenartikel met foto betrekking op de aanhouding op heterdaad van meerderevolwassen mannen in gezelschap van twee jongetjes in een Thais hotel en welk knipsel/plaksel door klager is voorzien van schriftelijk commentaar over ontucht, seksueel misbruik, betasten, seks, betaling van seks, pijpen, homo- en pedoseksualiteit, in redelijkheid kunnen aanmerken als materiaal van pornografische aard in de door de behandelaars bedoelde zin, dat wil zeggen als seksueel getint materiaal dat klager volgens zijn behandelingsplan niet op zijnkamer mag houden.
De beslissing dit knipsel/plaksel in beslag te nemen en niet aan klager terug te geven is, mede gelet op bovengenoemde afspraken in klagers behandelingsplan, materieel niet in strijd met de wet en evenmin als onredelijk of onbillijkaan te merken. Het beroep zal derhalve materieel ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep formeel gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog formeel gegrond. Zij kent aan klager terzake geen tegemoetkoming toe.
De beroepscommissie verklaart het beroep materieel ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter met wijziging van de gronden.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, prof. dr. F.A.M. Kortmann en mr. Y.A.J.M. van Kuijck, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 16 november 2004

secretaris voorzitter

nummer: 04/1623/TA

betreft : [...], verder klager te noemen.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van 6 september 2004, gehouden in de locatie Zoetermeer.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr. S.L. Donker
leden: prof. dr. F.A.M. Kortmann en mr. Y.A.J.M. van Kuijck.
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. H.S. van Gemert.

Gehoord zijn klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. R. Polderman, en namens het hoofd van de tbs-kliniek Flevo Future, locatie Amsterdam, mr. [...], hoofd behandelrapportage en [...], clusterhoofd.

Door en namens klager is - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Het artikel dat in beslag is genomen heeft als titel ‘Jong ogende kinderen’. Niet voldaan is aan de eisen als gesteld in artikel 44, vijfde lid, Bvt. Het verbod in klagers behandelingsplan om knip- en plakwerk op kamer te hebben waste ruim. Inmiddels is gespecificeerd dat hiermee bedoeld wordt kinderpornografisch materiaal. Het inbeslaggenomene is niet van kinderpornografische aard.

Namens het hoofd van genoemde inrichting is - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard. Uit klagers behandelingsplan volgt dat hem verboden is om knip-, teken- en/of plakwerk van (kinder)pornografische aard op zijn kamer tehebben. Duidelijk is over welk artikel dit gaat, maar omdat er twee verhuisdozen vol met dergelijk materiaal in beslag zijn genomen onder klager, moet het nog uitgezocht worden.
Er zijn afspraken gemaakt in de inrichting op welke wijze de inbeslagname van dergelijke stukken dient te geschieden. In de toekomst zullen inbeslaggenomen voorwerpen ook geregistreerd worden.

De voorzitter stelt het hoofd van de inrichting in de gelegenheid om het betreffende artikel aan de beroepscommissie te overleggen.

secretaris voorzitter

Naar boven