nummer: 04/2599/GV
betreft: [klager] datum: 16 november 2004
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 19 oktober 2004 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking afgewezen.
2. De standpunten
Klager heeft aangevoerd dat zijn verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting ten onrechte is afgewezen. Dit heeft hij als volgt toegelicht. Klager verzoekt om zijn verzoek om aanwezig te mogen zijn bij het afscheidsfeestvan zijn vader, die 35 jaar werkzaam is geweest als adjudant-onderofficier bij de Koninklijke Marechaussee, nogmaals te bezien. Het is voor zijn vader een zeer emotioneel moment dat maar éénmaal voorkomt. Voor het gezin is hetbelangrijk dat klager daarbij aanwezig is. Klager is een rustig persoon en veroorzaakt nooit problemen.
Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Een verzoek tot strafonderbreking in verband met het functioneel leeftijdsontslag van klagers vader valt niet onder de regelgeving. Tevens loopt er een uitleveringsverzoek van de Belgische autoriteiten, hetgeen een contra-indicatieis voor het verlenen van strafonderbreking.
De directeur van de locatie De Geerhorst te Sittard heeft zich onthouden van het uitbrengen van een advies ten aanzien van de verlofaanvraag.
3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van twee jaar met aftrek, wegens doodslag. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt thans op of omstreeks 26 september 2005.
Krachtens artikel 34 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting van 24 december 1998, nr. 733726/98/DJI (hierna: de Regeling), kan strafonderbreking worden verleend wegens zodanige bijzondere omstandigheden in depersoonlijke sfeer dat niet kan worden volstaan met een andere vorm van verlof. In de artikelen 36 tot en met 38 van de Regeling staan de situaties beschreven waarbij strafonderbreking verleend kan worden. Een gedetineerde in degelegenheid stellen om aanwezig te zijn bij een receptie wegens het functioneel leeftijdsontslag van zijn vader is in voormelde artikelen niet als mogelijke reden voor het verlenen van strafonderbreking vermeld. Evenmin biedt deRegeling de mogelijkheid om met gebruikmaking van een andere vorm van verlof aan klagers wens tegemoet te komen. Derhalve is de beslissing van de Minister niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komendebelangen evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 16 november 2004
secretaris voorzitter