Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1829/JA, 11 november 2004, beroep
Uitspraakdatum:11-11-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04 /1829/JA

betreft: [klager] datum: 11 november 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennis genomen van een op 29 juli 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) Forensisch Centrum Teylingereind (hierna: Teylingereind) te Sassenheim,

gericht tegen een uitspraak van 26 juli 2004 van de beklagcommissie bij voormelde j.j.i., gegeven op een klacht van [...], geboren op [1987], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 29 september 2004, gehouden in de j.j.i. Den Engh te Den Dolder, is gehoord de plaatsvervangend algemeen directeur van Teylingereind, [...].

Klager, die inmiddels in vrijheid is en op behoorlijke wijze is opgeroepen, is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het twee dagen te laat leveren van een tv aan klager.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Het beklag betreft geen beslissing van of namens de directeur. De huurovereenkomst wordt gesloten door klager en het verhuurbedrijf, de firma S., door middel van een formulier. De inrichting faciliteert slechts de verhuur van tv'saan de jeugdigen en speelt daarbij niet meer dan een bemiddelende rol door het aanvraagformulier te verwerken, de geleverde tv uit te reiken en de huur in te houden van de rekening-courant. Toen bleek dat klager de tv twee dagen telaat ontvangen had, zijn die twee dagen huur hem niet in rekening gebracht. Het in gebreke blijven van de firma S. kan niet de directeur worden toegerekend.
Ter zitting heeft de directeur daaraan het volgende toegevoegd.
Voor het leveren van tv's is de firma S. verantwoordelijk. De inrichting heeft de firma telefonisch gemeld dat er te weinig tv's waren geleverd. In plaats van op maandag heeft klager op woensdag zijn bestelde tv ontvangen. Dit wasde eerste keer dat het zo liep. Er is een wisselend aantal tv's in de inrichting, ook omdat er wel eens een kapot gaat. De firma S. dient het aantal tv's regelmatig aan te vullen.
De directeur is het oneens met de voorzitter, die het onderhavige beroep vergelijkt met het door de directeur ingestelde beroep, waarin de beroepscommissie op 31 mei 2001onder nr 01/534/JA uitspraak heeft gedaan. De jeugdige heeftwel een wettelijk vastgelegd recht op telefoneren, maar niet op een tv. In het geval van klager heeft de inrichting er alles aan gedaan om hem een tv te geven en niet iets fout gedaan.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt voorop dat de directeur onvoldoende duidelijkheid betracht tegenover de jeugdigen met betrekking tot het huren van een tv. Daarbij neemt zij het volgende in aanmerking. Blijkens de schriftelijke informatiebij binnenkomst in de inrichting betreffende tv op kamer dient de jeugdige indien hij een tv wenst een formulier aan te vragen bij de groepsleiding, die op haar beurt het formulier voor vrijdag 10.00 uur bij de conciërge inlevert.De jeugdige krijgt dan op maandag de tv uitgereikt. In de huisregels is niets opgenomen over het huren van een tv. Uit de overgelegde blanco huurovereenkomst 'ten behoeve van' Teylingereind blijkt dat de jeugdige dient te verklareneen tv te willen huren en akkoord te gaan met de voorwaarden van de huurovereenkomst, waarvan de eerste is dat de huurovereenkomst wordt aangegaan met de firma S.
Uit het vorenstaande blijkt dat de inrichting verantwoordelijk is voor de organisatie van verhuur van tv's, onder meer door het aanbieden en verzamelen van de aanmeldformulieren, het voeren van de administratie terzake, het beheeren uitreiking van de tv's en de financiële afwikkeling. Aannemelijk geworden is dat de inrichting eerst op het moment dat de aan klager uit te reiken tv niet voorhanden was handelend is opgetreden jegens de firma S. Voornoemdeorganisatie van de verhuur in aanmerking genomen is aannemelijk dat de inrichting in casu de logistiek niet goed heeft geregeld, terwijl overigens niet is gebleken dat de firma S. onjuist heeft gehandeld. Dit leidt ertoe dat dedirecteur onder deze omstandigheden verantwoordelijk wordt gehouden voor het te laat uitreiken van klagers tv.
Op grond van het vorenstaande komt de beroepscommissie tot het oordeel dat het beklag ontvankelijk en gegrond is. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. J.A.C. Bartels, voorzitter, mr. A.P. van der Linden en drs. I.H. Verwey, leden, bijgestaan door mr. E. van der Waal-van der Linden, secretaris, op 11 november2004.

secretaris voorzitter

Naar boven