Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1234/TR, 9 november 2004, beroep
Uitspraakdatum:09-11-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/1234/TR

betreft: [klager] datum: 9 november 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt), heeft kennis genomen van een op 8 juni 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ex artikel 13,vierde lid, Wetboek van Strafrecht, ingediend door mr. H.T.A. Seegers, namens

[...], verder te noemen klager,

tegen een beslissing van de Minister van Justitie, verder te noemen de Minister,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 september 2004, gehouden in de locatie Zoetermeer, is klager gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. H.T.A. Seegers en namens de Minister drs. [...] en mr. [...].

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft de vermoedelijke datum, waarop klager op de wachtlijst voor plaatsing in een tbs-inrichting zal worden geplaatst, vastgesteld op 19 oktober 2004.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak d.d. 11 juli 2003 veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zeven jaar met aftrek én ter beschikking gesteld (tbs) met bevel dat hij van overheidswege zalworden verpleegd, waarbij het advies is gegeven dat de tbs zal aanvangen nadat twee jaren van de bij het vonnis opgelegde gevangenisstraf zijn ondergaan.
Bij brief van 15 december 2003 heeft de Minister klager meegedeeld dat hij gedurende de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf met ingang van 19 oktober 2004 in aanmerking komt voor vervroegde tenuitvoerlegging van de hem tevensopgelegde tbs en dat hij op laatstgenoemde datum in afwachting van plaatsing in een tbs-inrichting op een wachtlijst zal worden geplaatst. Bij brief van 1 maart 2004 heeft de Minister klagers raadsman bericht dat er geen inschattingte geven is van het moment waarop klager daadwerkelijk geplaatst zal kunnen worden en dat de gemiddelde wachttijd veertien maanden bedraagt. Bij brief van 24 mei 2004 heeft de Minister klagers raadsman bericht dat de vermoedelijkewachtlijstdatum zal worden vastgesteld op 19 oktober 2004 en dat dit met de huidige gemiddelde wachttijd zal leiden tot opname die vermoedelijk eind 2005 zal plaatsvinden.
Klager verblijft in de gevangenis Veenhuizen.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Het beroep is ingediend terzake van de beslissing van 24 mei 2004. Dit beroep is tijdig ingediend, gelet op de beroepstermijn als vermeld in artikel 13, vierde lid, Wetboekvan Strafrecht. In de brief van 15 december 2003 wordt geen beroepstermijn vermeld. In verband met de inhoud van het advies van de rechtbank in het vonnis is toentertijd afgezien van hoger beroep. De minister had klager na hetonherroepelijk worden van het vonnis direct op de wachtlijst kunnen plaatsen en daarmee kunnen anticiperen op de lange passantentermijn. Het openbaar ministerie dient te executeren zoals de rechtbank adviseert.

Namens de Minister is inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht. Klager wordt niet-ontvankelijk in zijn beroep geacht. Bij beslissing van 15 december 2003 is aan klager medegedeeld dat het advies van de rechtbank,om met de tbs een aanvang te maken nadat twee jaren van de opgelegde gevangenisstraf zijn ondergaan, niet wordt overgenomen. Klager is daarbij gewezen op de mogelijkheid om binnen zeven dagen na ontvangst van die beslissing beroepaan te tekenen. De brieven van 1 maart 2004 en 24 mei 2004 aan de advocaat van klager vormen geen beslissing in de zin van de Bvt. Het advies van de rechtbank heeft geen dwingend karakter. Het penitentiair selectiecentrum (PSC)heeft aangegeven dat er geen aanleiding is om klager eerder, dan nadat een derde van de opgelegde gevangenisstraf is ondergaan, te plaatsen in een tbs-inrichting. Informatie is tevens ingewonnen bij de psycholoog en de mentor in deinrichting van verblijf. Klager functioneert goed. Hij is een rustige gedetineerde, maakt deel uit van de gedetineerdencommissie en de werkmeester is erg tevreden. Gelet op het nijpende tekort aan tbs-capaciteit is gekeken of ersignalen zijn, die nopen tot een eerdere plaatsing. Omdat er geen alarmerende signalen zijn ontvangen, is klager bericht dat hij overeenkomstig het advies van het PSC met ingang van 19 oktober 2004 in aanmerking komt voor vervroegdetenuitvoerlegging van de tbs. De FPD zal worden verzocht om een medische verklaring uit te brengen omtrent klagers detentie(on)geschiktheid.

Op 28 september 2004 is op het secretariaat van de Raad een medische verklaring ontvangen van de FPD Assen.

4. De beoordeling
Namens de Minister is gesteld dat klager niet-ontvankelijk in zijn beroep zou zijn omdat de betreffende beslissing d.d. 15 december 2003 is genomen en klager niet tijdig beroep heeft ingesteld. De beroepscommissie is van oordeel datnu in het betreffende schrijven op geen enkele wijze wordt verwezen naar een termijn waarbinnen beroep ingesteld dient te worden er niet van uit kan worden gegaan dat klager in verband met overschrijding van de beroepstermijn nietin zijn beroep zou kunnen worden ontvangen. Bovendien vat de beroepscommissie dit schrijven niet op als een beslissing tot plaatsing.
Namens klager is op 7 juni 2004 beroep ingesteld tegen de beslissing van de Minister d.d. 24 mei 2004 inhoudende dat de vermoedelijke wachtlijstdatum zal worden vastgesteld op 19 oktober 2004. Hieruit volgt dat van het advies van derechtbank Haarlem in het strafvonnis d.d. 11 juli 2003, inhoudende dat klagers tbs zal aanvangen nadat twee jaren van de bij het vonnis opgelegde gevangenisstraf zijn ondergaan, wordt afgeweken. Gelet op de beroepstermijn vermeld inartikel 13, vierde lid, Wetboek van Strafrecht is de beroepscommissie van oordeel dat klager tijdig beroep heeft ingesteld en in het beroep dient te worden ontvangen.

Klager is als gevolg van het capaciteitstekort nog niet geplaatst in een tbs-inrichting. Ten tijde van de bestreden beslissing ligt de vrijheidsstraf aan het verblijf van klager in een penitentiaire inrichting (p.i.) ten grondslagen niet de hem tevens opgelegde tbs; deze is nog niet aangevangen.

Het capaciteitstekort kan naar het oordeel van de beroepscommissie een grond voor uitstel van de voorgenomen vervroegde plaatsing in een tbs-inrichting vormen, tenzij blijkt van bijzondere omstandigheden zoals een psychischeconditie van klager die zodanig is dat langer verblijf in een p.i. medisch niet verantwoord is. In dat geval is sprake van detentieongeschiktheid en dient om die reden plaatsing met voorrang gerealiseerd te worden.

Uit de medische verklaring d.d. 21 september 2004 van de Forensisch Psychiatrische Dienst (FPD) te Assen blijkt dat de psychische conditie van klager op dat moment niet van dien aard was dat verder verblijf in een p.i. alsonverantwoord moest worden beschouwd.
De beroepscommissie gaat er derhalve van uit dat er ten tijde van de bestreden beslissing geen aanleiding bestond om klager bij voorrang in een tbs-inrichting te plaatsen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, prof. dr. F.A.M. Kortmann en mr. Y.A.J.M. van Kuijck, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 9 november 2004

secretaris voorzitter

Nummer: 04/1234/TR

Betreft: [klager], verder te noemen klager.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, van 6 september 2004, gehouden in de locatie Zoetermeer.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr. S.L. Donker,
leden: prof. dr. F.A.M. Kortmann en mr. Y.A.J.M. van Kuijck.
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. H.S. van Gemert.

Gehoord is klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. H.Th.A. Seegers.
Namens de Minister van Justitie is drs. [...] en mr. [...] gehoord.

Door en namens klager is - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard.
Het beroep is ingediend terzake van de beslissing van 24 mei 2004. Dit beroep is tijdig ingediend, gelet op de beroepstermijn als vermeld in artikel 13, vierde lid, Wetboek van Strafrecht. In de brief van 15 december 2003 wordt geenberoepstermijn vermeld. In verband met de inhoud van het advies van de rechtbank in het vonnis is toentertijd afgezien van hoger beroep. De minister had klager na het onherroepelijk worden van het vonnis direct op de wachtlijstkunnen plaatsen en daarmee kunnen anticiperen op de lange passantentermijn. Het openbaar ministerie dient te executeren zoals de rechtbank adviseert.

Namens de Minister is - zakelijk weergegeven - het volgende naar voren gebracht.
Klager wordt niet-ontvankelijk in zijn beroep geacht. Bij beslissing van 15 december 2003 is aan klager medegedeeld dat het advies van de rechtbank, om met de tbs een aanvang te maken nadat twee jaren van de opgelegdegevangenisstraf zijn ondergaan, niet wordt overgenomen. Klager is daarbij gewezen op de mogelijkheid om binnen zeven dagen na ontvangst van die beslissing beroep aan te tekenen. De brieven van 1 maart 2004 en 24 mei 2004 aan deadvocaat van klager vormen geen beslissing in de zin van de Bvt. Het advies van de rechtbank heeft geen dwingend karakter. Het penitentiair selectiecentrum (PSC) heeft aangegeven dat er geen aanleiding is om klager eerder, dan nadateen derde van de opgelegde gevangenisstraf is ondergaan, te plaatsen in een tbs-inrichting. Informatie is tevens ingewonnen bij de psycholoog en de mentor in de inrichting van verblijf. Klager functioneert goed. Hij is een rustigegedetineerde, maakt deel uit van de gedeco en de werkmeester is erg tevreden. Gelet op het nijpende tekort aan tbs-capaciteit is gekeken of er signalen zijn, die nopen tot een eerdere plaatsing. Omdat er geen alarmerende signalenzijn ontvangen, is klager bericht dat hij overeenkomstig het advies van het PSC met ingang van 19 oktober 2004 in aanmerking komt voor vervroegde tenuitvoerlegging van de tbs. De FPD zal worden verzocht om een medische verklaringuit te brengen omtrent klagers detentie(on)geschiktheid.

secretaris voorzitter

Naar boven