Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2187/GB, 8 november 2004, beroep
Uitspraakdatum:08-11-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/2187/GB

Betreft: [klager] datum: 8 november 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.C. Vingerling, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 27 juli 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager, gericht tegen de beslissing dat de tenuitvoerlegging van de aan klager opgelegde onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet kan worden ondergaan door toepassing vanelektronische detentie, ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is onherroepelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertien dagen. Hij bevindt zich thans in vrijheid.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Op 22 juli 2004 heeft een intakegesprek plaatsgevonden om te kijken of de straf middels elektronische detentie ten uitvoer gelegd kan worden. Dit gesprek is niet soepel verlopen. Klager wilde graag weten wat elektronische detentieinhoudt, maar zijn gesprekspartner wilde hier niet op ingaan. Klager moest eerst akkoord gaan met de enkelband, voordat er gepraat zou worden. Een en ander resulteerde in een negatief advies. Namens klager zijn hierop deselectiefunctionaris en het onderdeel elektronische detentie Arnhem aangeschreven. Opvallend is dat hun schriftelijke reacties een geheel ander feitencomplex bevatten. Er bestaat veel onduidelijkheid over de precieze gang van zaken.Klager mag hier niet de dupe van worden en er zou dan ook een nieuw intakegesprek moeten plaatsvinden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing niet toegelicht.

4. De beoordeling
4.1. Klager heeft door ondertekening van een verklaring op 2 juni 2004 aangegeven in aanmerking te willen komen voor elektronische detentie.
Namens klager is gesteld dat op 22 juli 2004 een intakegesprek heeft plaatsgevonden dat niet soepel is verlopen. In de brief van 17 augustus 2004 van het hoofd penitentiair trajectencentrum Arnhem staat dat op 22 juli 2004 eenintakegesprek heeft plaatsgevonden waarin klager is verteld wat elektronische detentie inhoudt. Na dit gesprek, dat redelijk goed is verlopen, zou op 27 juli 2004 de thuissituatie worden bekeken. Die dag is tussen klager, inaanwezigheid van enkele familieleden, en twee begeleiders elektronisch toezicht een onaangename, verbaal agressieve, discussie ontstaan. Nadat de begeleiders hadden besloten niet tot aansluiting over te gaan en zij wildenvertrekken, is door klager en zijn familieleden hevig op de auto ingeslagen en geschreeuwd. Aan de selectiefunctionaris is toen een negatief advies uitgebracht. Uit de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris van 3 september2004 komt naar voren dat klager tijdens het intakegesprek, dat op 27 juli 2004 in de penitentiaire inrichting administratief Arnhem plaatsvond, ongeïnteresseerd reageerde en verbaal agressief was. Gelet hierop was de verwachtinggerechtvaardigd dat klager zich niet aan afspraken zou houden. De selectiefunctionaris heeft dan ook op 27 juli 2004 beslist klager niet in aanmerking te laten komen voor elektronische detentie.

4.2. De beroepscommissie is van oordeel dat, nu in de twee voornoemde schriftelijke stukken van overheidswege verschillende versies over het feitencomplex naar voren komen, de motivering van de selectiefunctionaris de bestredenbeslissing niet kan dragen en sprake is van een onzorgvuldig genomen beslissing. Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen metinachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 8 november 2004

secretaris voorzitter

Naar boven