Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1794/GA, 5 november 2004, beroep
Uitspraakdatum:05-11-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/1794/GA

betreft: [klager] datum: 5 november 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 14 juli 2004 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Nieuw Vosseveld te Vught, waarbij is beslist dat aan klager geen tegemoetkoming wordt toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsvrouw, mr. J. Serrarens, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
De beklagrechter heeft aan klager geen tegemoetkoming toegekend, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van 14 dagen wegens uitambtelijke berichtgeving gebleken informatie dat klager voornemens was zich aan zijn detentie te onttrekken, welke ordemaatregel extern ten uitvoer werd gelegd op de landelijke afzonderingsafdeling (LAA) van de p.i. Rijnmond locatieDe Schie te Rotterdam.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Er is ten onrechte geen tegemoetkoming toegekend voor de periode dat hij onrechtmatig in afzondering heeft verbleven.
Zijn raadsvrouw heeft hieraan toegevoegd dat klager meergenoemde maatregel is opgelegd op basis van bij het Gedetineerden Recherche Informatie Punt (GRIP) binnengekomen informatie die niet door de Landelijk Officier van Justitie(LOvJ) is geaccordeerd, omdat deze informatie niet op juistheid kon worden getoetst en ook niet operationeel bruikbaar werd geacht. De LOvJ adviseert daarbij eventuele verplaatsingen van klager op korte termijn tot een minimum tebeperken. Tegen deze achtergrond is het onbegrijpelijk dat klager, die op de wachtlijst stond om te worden overgeplaatst naar de p.i. Haaglanden, naar de LAA is overgebracht. Op 18 december 2003 is hij geselecteerd voor de p.i.
Limburg-Zuid, locatie Overmaze. Klager heeft van 10 december 2003 tot en met 24 december 2003 onrechtmatig op de LAA verbleven. Dat de p.i. Rijnmond een lager beveiligingsniveau zou hebben dan de Extra Beveiligde Inrichting heeftvoor klager geen voordeel opgeleverd, omdat hij in de LAA, met uitzondering van een half uur luchten, de gehele dag op zijn cel zat.

De directeur heeft, hoewel hem daarom is verzocht, zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Nu debeklagrechter het beklag tegen de afzondering ongegrond heeft verklaard, maar het beklag tegen de tenuitvoerlegging van die afzondering buiten de eigen inrichting gegrond heeft verklaard, heeft het ongemak voor klager bestaan uit degevolgen van de tenuitvoerlegging van de afzondering in een andere inrichting. In het kader van dit beroep is er geen mogelijkheid om de onderliggende afzonderingsbeslissing opnieuw te beoordelen. De gevolgen van die afzonderingblijven hier dus buiten beschouwing. De beslissing om klager geen tegemoetkoming toe te kennen voor de gevolgen van de externe tenuitvoerlegging is onjuist.
Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en klager zal de na te noemen tegemoetkoming worden toegekend.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.R. Meijeringh en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 5 november 2004

secretaris voorzitter

Naar boven