Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1576/GA, 1 november 2004, beroep
Uitspraakdatum:01-11-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/1576/GA

betreft: [klager] datum: 1 november 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 1 juli 2004 van de beklagcommissie bij de locatie Scheveningen Zuid te Den Haag, voorzover deze de vaststelling van een tegemoetkoming betreft,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 10,= vastgesteld vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende verkeerde voedselverstrekking door de centrale keuken, op de gronden als in de aangehechte uitspraakweergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering omdat deze niet tegemoet komt aan meer dan zes maanden frustratie en de kosten die klager heeft gemaakt door zelf voor zijn eigen voeding te moeten zorgen.Tot zelfs meerdere weken achter elkaar ontving klager twee verkeerde maaltijden per dag. De door het personeel gedane meldingen aan de keuken hadden geen resultaat, waardoor klager het verstrekte voedsel niet kon aannemen of moestweggeven. De door klager in verband met zijn voedselintolerantie geraadpleegde diëtist kon geen dieet voorschrijven want hij wilde meer medisch onderzoek (laten) doen. In de inrichting doen zij daar echter moeilijk over.

De directeur heeft, hoewel hem daarom is verzocht, zijn standpunt omtrent de
tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Alsmaatstaf daarvoor kunnen dienen het eventueel gederfde loon en de gemiste faciliteiten. Genoemd ongemak bestond voor klager uit de verstrekking van verkeerd voedsel.
De tegemoetkoming is niet bedoeld als schadevergoeding, voor het verkrijgen waarvan andere wegen openstaan. Zo kan klager ingevolge de circulaire van 13 augustus 1993, kenmerk 383893/93/DJ, een verzoek om schadevergoeding richtenaan de directeur van de desbetreffende inrichting, terwijl hij zich ook kan wenden tot de civiele rechter.
In beroep stelt klager onweersproken dat hij gedurende meer dan zes maanden waarvan gedurende meerdere weken met een frequentie van twee per dag, door de keuken verkeerd voedsel verstrekt heeft gekregen. Hiervan uitgaande is eentegemoetkoming van € 10,= onjuist. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een hogere tegemoetkoming vaststellen, namelijk € 30,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 30,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.R. Meijeringh en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 1 november 2004

secretaris voorzitter

Naar boven